Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
17.642 charters
sorteren op:
Uw zoekopdracht heeft meer dan 500 pagina's met zoekresultaten opgeleverd.
Pas uw zoekargument(en) aan of gebruik een filter om het resultaat te verfijnen.
Pas uw zoekargument(en) aan of gebruik een filter om het resultaat te verfijnen.
Titel | Datum | |
---|---|---|
Kwitantie van Henrich Brickwede voor de stad Groningen vanwege de beloning voor bewezen diensten, 7 juni 1476 | ||
Akte waarbij Seifried van Wemdingen, ridder, en Niclas Bunzlau, als gevolmachtigde ambassadeurs van de rooms-koning verklaren ontvangen te hebben van de stad Groningen, Ocko ten Broek en de andere Oostfriezen die met hem in de rijksban gedaan zijn, de som van 10.000 rijnse guldens als boete voor hun handelingen tegen de koning en het rijk, 6 januari 1420 | ||
Akte waarbij Willem Hinricks en zijn vrouw Meyse Lunschen verklaren van de raad van Groningen voor 6 jaren te hebben gehuurd het weg- en bruggeld van de Punterdijk en -brug en een kwart waardeel in de marke van Glimmen, onder nader omschreven voorwaarden, 23 september 1570 | ||
Kwitantie van Alard, pastoor te Niekerk, voor de stad Groningen, vanwege de ontvangst van een vergoeding van de schade, die hem tijdens een veldtocht van de Groningers in Langewold was toegebracht, 27 april 1392 | ||
Akte waarbij Redeke Olde Eysenzoon te Harssens de stad Groningen ontslaat van alle aanspraken die hij op haar had vanwege het feit dat hij samen met Groninger burgers bij Helpman gevangen was gehouden, 27 november 1398 | ||
Akte waarbij Wicbolt Vrydema en zijn oom mr. Albrecht Vrydema de stad Groningen ontslaan van alle aanspraken die zij op haar gehad mochten hebben vanwege Verydemagoed en -land en verklaren, dat zij, ingeval de stad Groningen zal kunnen aantonen dat zij rechtens geen aanspraken hadden kunnen doen gelden, afstand doen van de hun toegezegde lijfrente van 16 oude schilden per jaar, 31 maart 1399 | ||
Akte van vidimus door Johan van Hamerstein en Willem van Snellenberg, burgers te Utrecht, van een akte van 6 augustus 1454, waarbij burgemeesters en raad van Groningen verklaren schuldig te zijn aan Alijt, weduwe van Johan Brabanders, een lijfrente van 40 postulatusguldens per jaar, gaande uit de wijn- of wantaccijns te Groningen, 29 oktober 1462 | ||
Akte waarbij Johan Snoer, burger van Bremen, de stad Groningen ontslaat van alle aanspraken, die hij op haar had vanwege de schade die hij had geleden doordat zijn schip vanwege de stad Groningen in beslag was genomen, 9 augustus 1401 | ||
Akte waarbij Heinric Tyelemans en zijn vrouw Hille ten overstaan van schout en schepenen van Steenwijk verklaren dat zij Hanneke Potteke, Johan Schutte en Herman van Beynem ontslaan van al hun schulden als gevolg van het feit dat zij vanwege de stad Groningen te Vollenhove gevangen waren gezet en daaruit waren vrijgekocht door Willem Drogemond, en dat zij verder afzien van alle aanspraken deswege op de stad Groningen, 7 april 1412 | ||
Akte van oorvede van Herman van Sulen voor de stad Groningen, de landschappen Hunsingo, Fivelgo en Oldambt en hun bondgenoten, 31 mei 1415 | ||
Akte van oorvede van Eke en Rense Vygers Rensuma voor de stad Groningen in verband met de gevangenschap van Rense te Groningen wegens diefstal, 10 augustus 1416 | ||
Akte van volmacht voor de burgemeesters Joachim Ubbena en Johan Clant, raadsheer Albert Jarges, syndicus Georgien van Westendorp, taalman Joost van Cleve, bouwmeester Berend Hindricks en secretaris Egbert Alting om namens de stad Groningen te Brussel met vertegenwoordigers der Ommelanden in onderhandeling te treden ter beëindiging van de geschillen tussen Stad en Ommelanden, dan wel ter zake een rechtsgeding aan te gaan, 12 mei 1571 | ||
Akte waarbij Diric Barents, Syvert Syverts en Diric Gerrit Smedes de stad Groningen kwijtschelden van de door haar toedoen geleden schade, 19 september 1422 | ||
Akte van oorvede van Claes Keyng voor de stad Groningen vanwege hem ontnomen goederen, 29 mei 1421 | ||
Akte van oorvede van Ludekin Backer voor de stad Groningen en in het bijzonder Ditmar Rengers, Evert Poppinc en Johan van Reden, 11 januari 1422 | ||
Akte waarbij Johan van Broekhusen de stad Groningen en alle deelnemers aan de veldtocht waarbij die stad overwonnen werd, ontslaat van de aanspraken die hij op hen had vanwege wijlen Johan van Dulmen en de zijnen, 19 september 1422 | ||
Akte waarbij Claes Claessen de Scutemaker burgemeesters en raad in Groningen ontslaat van alle aanspraken die hij op hen mocht hebben vanwege zijn gevangenschap, voor de stad verricht timmerwerk en anderszins, 1 mei 1428 | ||
Akte waarbij de Amsterdamse burgers Tydeman Claessen, Coert van Hottelem en Willem Goedens de stad Groningen ontslaan van de aanspraken die zij op haar hadden vanwege hun goederen, die de Groningers bij de verovering te Delfzijl van twee schepen op de Victualiebroeders in handen gevallen waren, 1 september 1432 | ||
Akte van overeenkomst tussen burgemeesters en raad van Groningen enerzijds en de erfgenamen van wijlen Bruyn Klinge, met name Henrick ter Bruggen, anderzijds, waarbij de eersten afzien van vorderingen wegens gebruik van stadsgoederen door laatstgenoemden en dezen voor zes jaren het gratis gebruik van een deel van de stadswal vergunnen, en waarbij de laatstgenoemden hun aanspraken op de stad vanwege Vrydemaland opgeven, 30 april 1437 | ||
Akte van overeenkomst tussen burgemeesters en raad van Groningen en Rotger van Hagenouwe, waarbij de eersten afzien van hun aanspraken op Rotger en deze de stad Groningen oorvede doet, waarvoor Freric die Backer Levenkens zich borg stelt, 14 februari 1442 | ||