Seal

Digitale Charterbank Nederland

De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.

‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder

Uw zoekacties: Akte waarbij keizer Maximiliaan de rijksban uitspreekt over ...

titel ( Hoogheemraadschap van Delfland )

Zoeken in Charters

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Charter
341 Het Hof van Holland verklaart dat ter griffie is verschenen Pieter Sasbout, poorter van Delft, om Vincent van Wieringen aan te stellen als gemachtigde om hem te vertegenwoordigen in de zaak tegen dijkgraaf Adriaan van der Does en in het bijzonder om toe te stemmen in de conclusies van de dijkgraaf.
Datering:
1562 juni 2
Overlevering:
Vidimus
Samenvatting:
Voor het Hof van Holland is verschenen Vincent van Wieringen als procureur van Pieter Sasbout, brouwer te Delft, als eiser in deze beroepszaak, alsook Jan Hobijn als procureur van dijkgraaf Adriaan van der Does, de gedaagde. Sasbout bracht naar voren dat hij als poorter van Delft alleen berecht kon worden door het gerecht van Delft. Hij had op het grondgebied van Delft land waar enkele personen zonder zijn toestemming aan het graven waren geweest. In overeenstemming met het stadsrecht had de bode hen verboden daar te graven. Het graven werd niet gestaakt omdat het poortland zou zijn. De dijkgraaf had Sasbout ter verantwoording geroepen en geëist dat hij door de hoogheemraden veroordeeld zou worden tot betaling van de hoogste boete. Hiertegen bracht Sasbout in niet te kunnen instemmen met een gerechtelijke behandeling door Delfland en dat de zaak berecht zou worden door het gerecht van Delft. De hoogheemraden hadden aanvankelijk wel het verweer van Sasbout geaccepteerd, maar deze verworpen bij vonnis van 21 oktober 1561 en hem gelast te antwoorden. Van het Hof van Holland verkreeg Sasbout toestemming om tegen de uitspraak van de hoogheemraden in beroep te gaan onder clausule van surcheantie, ter opschorting van de bevoegdheid tot uitvoering van het gewraakte vonnis. Sasbout eiste van het Hof van Holland dat het vonnis van de hoogheemraden ongedaan gemaakt zou worden. De dijkgraaf voerde als verweer aan dat de hoogheemraden in privileges van de graven van Holland was toegestaan te keuren, schouwen en berechten alle dijken, sluizen, wegen, watergangen met toebehoren en alles wat het heemraadschap aan ging binnen het rechtsgebied van Delfland, zowel in steden als dorpen. Op straffe van lijf en goed was het de hoogheemraden opgedragen erop toe te zien dat het land bewaard bleef en de graaf en ingezetenen geen schade zouden lijden. Zo was het voor iedereen buiten de hoogheemraden verboden om zich met het heemrecht te bemoeien, zowel in steden als op het platteland en op d
Bezegeling:
Uithangend zegel van rode was
Plaats:
Den Haag
Organisatie: Hoogheemraadschap van Delfland
 
 
 
Een product van:

Huygens ING De Ree