Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.073 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Erfpachtbrief betreffende 5 morgen land van het convent in het Wierserbroek onder Vreeswijk, 1477 juli 24 | ||
Akte van transport ten behoeve van het convent van eene rente van 28 schellingen, gaande uit twee door het convent bebouwde hofsteden in de Nicolaassteeg, 1507 dec. 9 | ||
Plechtbrief, gevestigd op een huis in de Nicolaassteeg ter verzekering van eene aan het convent verschuldigde som van 50 gouden Rijnse guldens, 1468 jan. 26 | ||
Plechtbrief, gevestigd op het huis Maseyck aan de oostzijde van Twijstraat ter verzekering van de aan het convent verschuldigde rest der koopsom van dit huis ten bedrage van 250 guldens, 1633 aug. 24 | ||
Plechtbrief, gevestigd op drie kamers in de Nicolaassteeg ter verzekering van de aan het convent verchuldigde rest der koopsom dier kamers ten bedrage van 300 guldens, 1635 aug. 20 | ||
Plechtbrief, gevestigd op een huis in de Nicolaassteeg ter verzekering van de aan het convent nog verschuldigde termijnen van de koopsom van dat huis ten bedrage van 550 guldens, 1647 sept. 11 | ||
Stadbrief van Utrecht, waarbij Vrederune dochter van Gabriel Pot c.s. aan Johan Ruysch Coenraetssoen overdraagt eene rente van 4 pond 10 grooten uit drie hofsteden in de Twijstraat Oz, 1437 nov. 21 | ||
Akte van ruiling van twee renten, door het convent verschuldigd aan de pastoors van St. Nicolaas uit een huis op het St. Nicolaaskerkhof tegen een rente, aan dit convent verschuldigd uit een huis aan de Oudegracht oostzijde tussen de Reguliers- en de Rodenburgerbrug, 1487 sept. 30. Met akte, waarbij bisschop David van Bourgondië deze ruiling goedkeurt, 1489 jan. 9 | ||
Vonnis van den officiaal van den bisschop, waarbij Judocus de Lenth veroordeeld wordt, om de achterstallige renten van vier oude schilden uit zijn huis bij de Reguliersbrug aan het convent te betalen, 1539 dec. 20 | ||
Eigendomsbewijzen van een aan het convent verschuldigde rente van 1 Carolusgulden en 10 stuivers, 1543 okt. 29 en 1573 mrt. 6 | ||
Akte, waarbij Beerndt van Coesfelt, kanunnik van St. Marie, en de drie gebroeders Boncamp beloven het convent schadeloos te houden van de betaling eener lijfrente van 100 Carolus-guldens, door het convent op verzoek van Beerndt van Coesfelt beloofd aan Mr. Joost Ravesteyn de Tyleto, 1556 febr. 15 | ||
Lijfrentebrief der stad Utrecht van 2 Carolus-guldens 's jaars, uitgegeven aan Alijt weduwe van Lumen Janss. ten lijve van hare dochter Diewertgen, zuster in het convent, 1557 juni 5 | ||
Akte, waarbij het convent aan het convent Bethlehem belooft, de helft te zullen betalen van de lijfrenten van 6 guldens 5 stuivers en 12 gulden 10 stuivers, door het convent verschuldigd aan Henrick Roelofsz. ten lijve van zijne kinderen Jan en Christina, 1572 aug. 8 | ||
Akte, waarbij Jacop van Eyck erkent door het convent voldaan te zijn van het hem toekomende uit de erfenis van zijn vader Henrick van Eyck, die aan het convent gekomen is, 1473 juli 27 | ||
Akte, waarbij Jonge Jan Sanderssoen en zijn vrouw Geertruyt, die van Heynrick Cornelisz. en diens vrouw Geertruyt gekocht hebben al hunne opstallen en bruikweer en beterschap van land en veenen onder Oostveen en hen dientengevolge opgevolgd zijn in de huur van 1 viertel land van het convent aldaar, zich verbinden tot betaling van een door laatstgenoemden nog aan het convent verschuldigde som van 48 Rijnse guldens, 1511 sept. 23 | ||
Gerechtsbrief van het Nedereind van Jutphaas, waarbij het convent en Splynter Goyertszoen geeigend worden aan de goederen van Jan Rycoutszoen voor aan hen verschuldigde bedragen van 20 Rijnse guldens en 101/2 oude schilden aan hoefgeld, 1467 mei 4 | ||
Overeenkomst tusschen de conventen van St. Nicolaas en Bethlehem betreffende de verdeeling in twee gelijke deelen van den rentelast der gelden, door het convent Bethlehem opgenomen ten behoeve van het proces tusschen het generaal kapittel van de derde orde van St. Franciscus en de Minrebroeders, 1579 jan. 19 | ||
Machtiging van het convent op Roeloff de Leeuwe, om het in rechte te vertegenwoordigen, 1596 aug. 31 | ||
Stadbrief van Utrecht, waarbij Herbert, Jutte, Alijt en Adriaen, kinderen van Johan Herbert Aerntssoen aan hun zuster Heilwich beloven, dat zij alle schulden, legaten en begrafeniskosten van hun vader voldoen zullen, 1487 april 3 | ||
Ruilcontract tusschen het convent en de Onze Lieve Vrouwenbroederschap in den Wijngaard, waarbij het convent van de broederschap ontvangt hare kerk of kapel met het daarbij staande gasthuis en verdere huizen en erven, en de broederschap van het convent de kerk of kapel van het convent benevens een huis in de Kampstraat bij Boeltgenskamp, 1484 aug. 14 | ||