Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
951 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte waarbij het kapittel de quest van St. Anthonius voor 10 jaren opdraagt aan Helyas van Noerde, kanunnik van St. Marie, met akte waarbij deze de opdracht aanvaardt, 1493 | ||
Akte waarbij Johannes, bisschop van Mâcon, om de rust in het sticht van Utrecht te herstellen, de vonnissen van excommunicatie en interdict intrekt, in drievoud, 1432, met akten waarbij alle geestelijken wederom tot hun beneficies worden teruggebracht en de gevolgen van de verlegging van het kapittel naar Arnhem en andere plaatsen worden opgeheven, 1432 | ||
Akte waarbij het domkapittel, tijdens de vacature van het bisdom, het kapittel van St. Marie tot een vergadering oproept, om te beslissen over de verkiezing van een proost van het kapittel, in tweevoud, met verklaring betreffende de overlegging van deze akte aan die van St. Marie, 1343 | ||
Akte waarbij het kapittel aan Anthonius Hugonis de quest van St. Anthonius voor 10 jaren opdraagt, op voorwaarde van een jaarlijkse betaling van 213 franken in 3 termijnen, met akte waarbij Anthonius Hugonis de quest op zich neemt, 1504 | ||
Akte waarbij het Hof van Utrecht aan de kapittels van de Dom en Oudmunster opdraagt het drostambt te Hagestein waar te nemen of te doen waarnemen, 1530, met commissie daartoe door de kapittels gegeven aan Bartholomeus van Eck, 1530, renvers van deze, 1534, en akte waarbij het Hof van Utrecht op verzoek van de kapittels toestaat dat de spui op de Vaart door de drost van Hagestein gebruikt wordt voor de bewaring van delinquiten, authentiek afschrift, 1530 | ||
Akte waarbij Elyaes van Woudenberch zich verbindt het kapittel niet meer te hinderen in het bezit van de goederen Ter Horst en Engbroek, met akte waarbij bisschop Floris als scheidsrechter de goederen Ter Horst en Engbroek aan het kapittel toewijst, 1384 | ||
Akte waarbij losrenten, gevestigd op zekere landen te Hagestein, worden geschonken aan de vicaris bij het altaar van St. Blasius (Assuerus van Nellesteyn) en die bij het H. Kruisaltaar (1e portie, Gerard van Nellesteyn), met afschrift, 1661 | ||
Akten van aanbesteding, aanneming en borgstelling, brieven en andere stukken betreffende een werk voor de aflaat van St. Martinus in de Dom, 1517, 1519-1520 | ||
Akte waarbij Libertus van Houthem, kanunnik van de Dom, die uit vrees de stad Utrecht verlaten heeft verzoekt niettemin als aanwezige te worden behandeld, 1527, met getuigenverhoor, verklaring door de elect Hendrik, dat de commissie van onderzoek naar de doodslag aan de kanunnik Beernt Uten Enge begaan, bevonden heeft dat Liebrecht van Houthem daaraan geen schuld heeft gehad, en afschrift van de verklaring door die commissie, 1528. En procuratie van de familie van Houthem in een proces tegen Jan Waldoriaux, die Liebrecht had belasterd, 1536 | ||
Akten van belening van diverse personen met de Ruigen kamp te Werkhoven, 1526, 1773 | ||
Akten van aanstelling van Gerardus de Veno, proost van Arnhem, tot ontvanger in het bisdom Utrecht, door de paus, en van Johannes van Bosinchem, cureit van Ouderkerk in Duiveland, tot zijn plaatsvervanger, door de genoemden ontvanger, 1363, 1366, afschrift van 1366, met kwitantie door Johannes van Bosinchem voor het domkapittel, wegens gelden, afkomstig van twee prebenden, 1366 | ||
Akte waarbij Petrus Milet, ter vervanging van Philippus van Wassenaer aangesteld tot proost van West-Friesland, zich verbindt tot betaling van 25 florenen aan het kapittel, indien zijn voorganger deze pensie over het jaar 1459 niet vóór St. Maarten zal hebben voldaan, met akte van borgsstelling door Petrus van Gouda c.s. voor de richtige betaling van zekere bedragen, waartoe P, milet zicht bij de aanvaarding van de proosdij heeft verbonden, 1459 | ||
Akten betreffende de belening van verschillende personen, sinds 1510 van het kapittel of diens vertegenwoordiger, door de heer van Wulven met de tiend van een hoeve land aan de Nieuwen dijk bij Cothen, 1502-1537, met akte van belening van de tegenwoordiger van het kapittel door van de keizers leenhof te Utrecht 1570, en verklaring door de heer van Wulven omtrent een nieuwe belening, 1577 | ||
Akten, minuten en afschriften van akten, van aanstelling of borgstelling, en andere stukken betreffende de bedieningen van schout, secretaris, kerkmeester, koster, voorlezer, schoolmeester, bode en doodgraver in Oostveen, 1578-1794 | ||
Akten betreffende de ruiling van 14 morgen land te Nijendijk tegen 9 morgen land aldaar, afgestaan door Arend de Witte van Werenstein Willemsz, 1407, 1411 | ||
Akten van belening van Alaerd en Johan, bastaardzonen van heer Alaerd van Buren en Gheertruut van de Krans Florensdochter, ieder met een hoeve land te Werkhoven, met akten waarbij de twee hoeven worden bestemd tot lijftocht van hun moeder en deze nog 4 morgen land aan Willem van Boechout in erfpacht ontvangt, mits zij geen huwelijk aangaat, noch kinderen wint dan bij de heer van Buren, 1400 | ||
Akten van belening door de heer van Pijlsweerd van het kapittel met 8 morgen land te Achttienhoven, 1492-1706 | ||
Akten van belening door de domproost van heren van Natewisch met gedeelten van een hoeve te Amerongen, 1725, 1737, deels afschriften, met aantekeningen, 1756 | ||
Akten betreffende de vernieuwing van de erfpacht van, of de belening met de tienden in Putten, 1357-1507 | ||
Akte waarbij Theodericus van Outshoorn, ridder, als uitvoerder van de laatste wil van zijn broer de elect Jacob, het altaar van St. Maria en St. Bartholomeus, waarbij deze begraven is, begiftigt met 11 morgen land te Jutfaas en regels stelt voor het beheer van de vicarie, met de bevestiging van de beschikking door het kapittel, 1327 | ||