Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.226 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Johannes Heynkin'sz., onderrichter v. Nijm., benoemd in plaats van Ernestus Ingen Nulant, onderrichter, aangesteld door Johannes Puls, burggraaf; Henricus de Galen en Sanderus de Redinchaven, schepenen aldaar. - Nycolaus Aelbert'sz. en Beyla, zijn vrouw, dragen een huis, buiten de Wyntmolenpoerte, op aan Rutgerus Loyen. A.D. MCCC sextodecimo in vigilia Purificacionis beate Marie virginis 1416, 1 feb | ||
Johannes die Joede en Hermannus de Zandwick, schepenen v. Nijm. - Luytgardis, vrouw van Johannes Goltsmyt, geeft een erftins van 35 schellingen, uit 2 kameren, aan Johannes de Buthalen Wilh.'sz. en Johannes Keteler Wilh.'sz. , als provis. van St. Michiel. A.D. MCCCC sextodecimo feria quarta post diem beate Scolastice virginis 1416, 12 feb | ||
Hermannus de Zandwick en Theodericus Hessel, schepenen v. Nijm. - Waltardus Sonder Sorgen verkoopt gedeeltelijk en geeft voor 't overige een erftins van 37 schellingen, 4 peningen uit het huis van Aleydis Zaerys, over de schuur van Robbertus de Apelteren, aan Johannes Wilh.'sz. Keterlaar en Johannes de Buthalen Wilh.'sz., als provis. van St. Michiel. A.D. MCCC sexto decimo feria post diem beati Petri ad Cathedram 1416, 26 feb | ||
Ernestus Ingen Nulant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Johannes Puls, burggraaf; Johannes de Ubbergen en Wilhelmus de Brabant, schepenen aldaar. - Rutgetrus Loy verkoopt aan Wilhelmus Lambert'sz. een huis buiten de Wyntmoelenpoerte, vrij, behalve een erftins van 2,75 Frankisch schild aan Otto de Gelre. A.D. MCCCC sexto decimo feria quinta post diem beate Gertrudis virginis 1416, 19 mrt | ||
Sanderus de Redinchaven en Theodericus Hessel, schepenen v. Nijm. - Hermannus van den Boenhoff verkoopt een erftins van 20 schellingen, uit een huis in de Boddenstrait, aan Gerardus de Well, als prov. van het Heilige Kruis. A.D. MCCC sexto decimo feria tercia acilicet in crastino beate Margretevirginis 1416, 14 juli | ||
Johannes die Joede en Sanderus de Redinchaven, schepenen v. Nijm. - Ernestus Ingen Nulant, onderrichter v. Nijm., peindt en waart Johannes Pastor, als rector van 't altaar van St. Quirinus en St. Helena in de St. Stevenskerk, en Gerardus de Well, als prov. van het Heilige Kruis, voor 2 pond, 10 schellingen, tot alle recht op een stuk lands "upten hogen velde" van Johannes Zewoll. A.D. MCCCC sexto decimo feria sezta post diem beate Margrete virginis 1416, 17 juli | ||
Johannes die Joede en Sanderus de Redinchaven, schepenen v. Nijm. - Johannes Pastor, als rector van 't altaar van St. Quirinus en St. Helena in de St. Stevenskerk, en Gerardus de Well, als prov. van het Heilige Kruis, doen "aenbiedonghe" van een stuk lands upten hogen velde, van Johannes Zewoll, aan dezen, als gepeind goed voor 2 pond, 10 schellingen; en zeggen 't voor zoveel verkocht te hebben, als gepeind goed. A.D. MCCCC sexto decimo sabbato post diem beate Margrete virgini 1416, 18 juli | ||
Adam de Heze en Wilhelmus Wilh.'sz. de Heze, schepenen v. Nijm. - Meynardus van den Waele, priester, rector van 't altaar van St. Marie en St. Steven, en Johannes Bruyn, geven als tinsheren consent tot de opdracht van een erftins van 3 pond, 10 schellingen, uit 2 kameren, aan St. Michiel. A.D. MCCCC sexto decimo in die Invencionis beati Stephani prothomartiris 1416, 3 aug | ||
Johannes Puls, burggraaf v. Nijm. en richter in het Rijk v. Nijm. , Henricus de Galen en Sanderus de Redinchaven, schepenen aldaar. - Arnoldus van den Vildyck en Beerta, zijn vrouw, verkoopen een erftins van 5 pond, uit 't huis van Henricus de Zuchtelen, upten Wyer, aan H. d. Z. A.D. MCCCC sexto decimo feria quarta post diem beate Lucie virginis 1416, 16 dec | ||
Aernt van Drueten Herman'sz., richter tusschen Maesse ende Waelle; Johan van Hoemen en Ghysbert van den Poll, gerichtslieden. - Mechtelt, Ghevers dochter van Rienen, draagt een stuk land te Wynssen en een erftins van 2,5 pond, te Wynssen, op aan Henric die Meye, ten behoeve van het Heilige Geest-huis. Ghegheven int jaer onss Heren dussent vierhondert ende soeventien des neesten donregaghes nae sunte Gheertruyden dach der Heyligher joncffrouwen tot halven Meert 1417, 18 mrt | ||
Aernoldus Puls, onderrichter v. Nijm. aangesteld door Johannes Puls, burggraaf; Sanderus de Redinchaven en Theodericus de Blitterswick, schepenen aldaar. - Johannes Heynkin'sz, en Hilla, zijn vrouw, verkoopen een erftins van 8 pond, uit een huis in de Stricstrait, aan Rudolphus de Peersingen en Jacobus de Nulant, bastaard, als provis. van het Heilige Kruis. A.D. MCCCC septimo decimo feria quarta post diem beate Lucie Virginis 1417, 15 dec | ||
Aernoldus Puls, onderrichter v. Nijm. aangesteld door Johannes Puls, burggraaf; Hermannus de Waetseler en Sanderus de Redinchaven, schepenen aldaar. - Rutgerus Keye en Aleydis, zijn vrouw, dragen een erfpacht van 2 malders rogge, uit land "byder Tyrssen", op aan Elisabeth Keyen, zijn moeder. A.d. MCCCC octavo decimo feria quinta post diem Conversionis beati Pauli 1418, 27 jan | ||
Aernoldus Puls, onderrichter v. Nijm. aangesteld door Johannes Puls, burggraaf; Hermannus de Waetseler en Sanderus de Redinchaven, schepenen aldaar. - Elysabeth Keyen verkoopt een erfpacht van 2 malders rogge, uit goederen van Gadefridus Coborch, aan Hermannus Joh.'sz. A.D. MCCCC octavo decimo dominica post diem beati Ambrosii 1418, 10 apr | ||
Johannes Herman'sz. de Redinchaven, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Ernestus Ingen Nulant, burggraaf; Sanderus de Redinchaven en Wilhelmus de Brabant, schepenen aldaar. - Johannes de Gemert en Elizabeth, zijn vrouw, verkoopen een huis, buiten de Hezelpoerte, naast den Nonnenkamp, aan Gerlacus Joh.'sz. A.D. MCCCC nono decimo in crastino beate Walburgis virginis 1419, 2 mei | ||
Johannes Herman'sz. de Redinchaven, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Ernestus Ingen Nulant, burggraaf; Henricus de Weelderen en Theodericus Baers de Velar, schepenen aldaar. - Rutgerus Henric'sz. Verwer en Mechtildis, zijn vrouw, verkoopen uit hun huis op den Wyer een erftins van 1 Frankisch schild aan Henricus de Meye, als prov. van het Heilige Geest-huis. A.D. MCCCC nono decimo feria quinta post diem Visitacionis beate Marie Virginis 1419, 6 juli | ||
Johannes Herman'sz. de Redinchaven, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Ernestus Ingen Nulant, burggraaf; Henricus de Galen en Sanderus de Redinchaven, schepenen aldaar. - Johannes Hack, goudsmid te Tyela, en Luytgardis, zijn vrouw, dragen een erftins van 3 oude schilden, uit een huis in de Groetstraten, op aan Grieta, natuurlijke dochter van Johannes de Wuesic, zuster van L. A.D. MCCCC nono decimo feria tercia post diem beati Martini hiermalis 1419, 14 nov | ||
Sanderus de Redinchaven en Henricus de Weelderen, schepenen v. Nijm. - Mijskinis van der Kulen draagt een huis tegenover den nieuwen toren der stad op Johannes Heynkin'sz., als tinsheer, met den vollen tins. A.D. MCCCC vicesimo dominica post diem beati Petri ad Vincula 1420, 4 aug | ||
Sanderus de Redinchaven en Henricus de Weelderen, schepenen v. Nijm. - Johannes Heynkin'sz. draagt een huis tegenover den nieuwen toren der stad, voor een erftins van 4 pond, 4 schellingen, op aan Johannes de Haren. A.D. MCCCC vicesimo feria secunda post diem beati Petri ad Vincula 1420, 5 aug | ||
Sanderus de Redinchaven en Henricus de Weelderen, schepenen v. Nijm. - Johannes de Haren erkent ontvangen te hebben voor een erftins van 4 pond, 4 schellingen, een huis tegenover den nieuwen toren der stad, van Johannes Heynkin'sz. A.D. MCCCC vicesimo feria secunda post diem beati Petri ad Vincula 1420, 5 aug | ||
Sanderus de Redinchaven en Henricus de Weelderen, schepenen v. Nijm. - Mijskinus van der Kulen verklaart, dat, als Johannes de Haren enige schade leed door Gysbertus en Bela, natuurlijke kinderen van M., met betrekking tot een huis tegenover den nieuwen toren der stad, dat J. d. H. in pacht heeft van Johannes Heynkin'sz., hij dat nadeel zal vergoeden. A.D. MCCCC vicesimo feria secunda post diem beati Petri ad Vincula 1420, 5 aug | ||