Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.352 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Eigendomsbewijs van 5 morgen land in Zwieterbroek in Zoeterwoude, 1450. 1450 | ||
Eigendomsbewijs van een halve sloot, 1411. 1411 | ||
Eigendomsbewijs van een schuldvordering, groot 90 Rijns gulden, ten laste van Jan van Dorp, 1511. 1511 | ||
Algemene kwijtschelding van hun vorderingen door Katrijn, weduwe van Willem Kant, c.s., 1441. 1441 | ||
Testament van Clemeynse, weduwe van Jan Florysz., waarbij deze aan de kloosters Engelendaal in Leiderdorp en Sint Hiëronymusdal 1/2 huis aan de Hogelandse Kerkgracht vermaakt, 1480. 1480 | ||
Scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil tussen het klooster en heer Gerardus IJsbrandi, priester, c.s., betreffende de nalatenschap van Jacobus de Buscho, waarbij aan het klooster worden toegewezen alle landerijen afkomstig van Alijt, weduwe van Jacob van Wadding, en een rente van 7 pond, verzekerd op een huis in Delft, onder verplichting van uitkeringen en diensten, 1489 en 1490. 1489-1490 | ||
Zoen wegens de doodslag van Gherijt Dircxzoon door Adriaen Heynricxz., waarbij o.a. bedongen wordt een uitkering van 4 gulden aan het klooster voor memoriediensten, 1501, met nadere verklaring, 1502. 1501-1502 | ||
Overdracht van de ingebrachte roerende goederen door Jan Heynricsz. c.s., 1413. 1413 | ||
Scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil betreffende het aandeel in de nalatenschap van Jacop Heynricxsoen, aangekomen aan diens zoon broeder Cornelis, 1453. 1453 | ||
Afstand van zijn aandeel in de nalatenschap van Jacop Heynricxsoen, aangekomen aan diens zoon broeder Cornelis, 1453. 1453 | ||
Scheidsrechterlijke uitspraak betreffende de nalatenschap van Vranc Jacop Cupersz., aangekomen aan broeder Claes Jacopsz., 1482. 1482 | ||
Verklaring van de oud-conventualen, dat zij zich verenigen met de overeenkomst tussen de stad Leiden en de prior van Windesheim tot afstand van de kloostergoederen, 1526. 1526 | ||
Machtiging van de commissarius apostolicus Hermannus de Gouda om het klooster aan de stad over te dragen om daar een armengasthuis te vestigen, 1528, met opdracht hiertoe van de penitenciarius maior van de paus, 1526. 1526-1528 | ||
Machtiging van de bisschop van Utrecht aan twee oud-conventualen om voorlopig het gewaad van de werledlijke priesters in het klooster te Windesheim te blijven dragen, 1537. 1537 | ||
Goedkeuring van de overdracht van de kloostergebouwen aan de stad door kardinaal Antonius en beschikking betreffende de twee overgebleven broeders, 1537. 1537 | ||
Vidimus van de overdracht van de kloostergebouwen en bezittingen door het kapittel te Windesheim om de stad Leiden voor het oprichten van een gasthuis, 1540. Hierbij een gedeeltelijk afschrift. 1540 | ||
Akte van afstand van het patronaatsrecht van de vicarie van Sint Quirinus in de kapel te Tetterode, genaamd Overveen, 1452. 1452 | ||
Uitspraak van de officiaal van het Hof te Utrecht ten gunste van het klooster in een geding met meester Johannes Cabeke over de vicarie van Sint Quirinus in de kapel te Tetterode, 1474. 1474 | ||
Belofte van bijstand door Petrus Brunus, deken van de Sint Pancraskerk te Leiden, in geschillen betreffende de kapel te Overveen, 1511. 1511 | ||
Machtiging van de bisschop van Utrecht aan de vicaris van een vicarie in Haarlem, om een bouwvallige molen bij Haarlem af te breken en het geld te beleggen, 1383. 1383 | ||