Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.084 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Vidimus, afgegeven door deken en kapittel van St. Lebuinus te Deventer, van de volgende acht oorkonden: 1. 1447 z.d., beschreven onder inv. nr. 83-a, regest 147-a; 2. 1481 juli 10, beschreven onder inv. nr. 84-a, regest 244; 3. 1481 juli 10, beschreven onder inv. nr. 84-b, regest 243; 4. 1487 februari 16, beschreven onder inv. nr. 85-a, regest 252; 5. 1481 januari 8, beschreven onder inv. nr. 41-1, regest 241; 6. 1276 september 18, beschreven onder inv. nr. 14-1, regest 3; 7. 1357 juli 13, beschreven onder inv. nr. 18, regest 32; 8. 1357 juli 13, beschreven onder inv. nr. 73-b, regest 31., 1504 december 9 | ||
Akte waarbij prior en convent van Groot Burlo in het Sticht van Munster verklaren dat zij het huis aan de Brink, dat Evesse Hoernemans, burgeres van Deventer, heeft gelegateerd aan hun convent en de kloosters Klein Burlo, Oosterborg en Benthlage, eveneens in het Sticht van Munster gelegen, op vordering van het stadsbestuur van Deventer weer in wereldlijke handen zullen overleveren, 1511 februari 11 | ||
Akte waarbij keizer Maximiliaan en zijn kleinzoon aartshertog Karel op verzoek van de bisschop van Utrecht aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle en de inwoners van Overijssel toestaan om, zoals in oude privileges is vastgelegd, onder bepaalde voorwaarden in Holland vrij te verkeren en handel te drijven, 1507 november 21 | ||
Akte waarbij keizer Maximiliaan en zijn kleinzoon aartshertog Karel aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle toestaan om in hun landen vrij te verkeren en handel te drijven voor de termijn van een jaar, 1511. Met een getransfigeerde akte waarbij Herman Hermansz., deurwaarder van wapenen in Den Haag, verklaart dat hij de inhoud van de akte van Maximiliaan en Karel in de steden Haarlem, Leiden, Amsterdam, Middelburg en Zierikzee heeft gepubliceerd, 1511 juli 14 | ||
1509 december 26 (Kerststijl) | ||
Akte waarbij bisschop Frederik van Baden bekend maakt dat de accijnsen op het gemalen koren en het binnenlands en buitenlands bier in Salland en Twenthe zullen worden geïnd door de stad Deventer en in het land van Vollenhoven en in Zwollerkerspel door de steden Kampen en Zwolle, 1509 | ||
1509 december 26 (Kerststijl) | ||
Akte waarbij bisschop Frederik van Baden bekend maakt dat de accijnsen op het gemalen koren en het binnenlands en buitenlands bier in Salland en Twenthe zullen worden geïnd door de stad Deventer en in het land van Vollenhoven en in Zwollerkerspel door de steden Kampen en Zwolle, 1511 januari 16 | ||
Akte waarbij de elect Filips van Bourgondië de privileges der stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1517 oktober 7 | ||
Akte waarbij Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, zijn pauselijke opdracht overdraagt aan mr. Herman Wterwijck, deken van St. Lebuinus in Deventer, en mr. Willebrord Boningerhof, deken van St. Walburg in Zutphen. De opdracht, volgens de inhoud van een ingelaste pauselijke akte d.d. 22 april 1490, luidde als volgt: paus Innocentius VIII draagt op aan Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, samen met de proost van Osnabruck en de deken van St. Ludger te Munster, om de inwoners van Deventer tegen de aartsbissschop van Keulen te handhaven in het recht dat zij, zolang zij bereid zijn voor het gerecht van de stad te verschijnen, in zaken van wereldlijke aard, civiele zowel als criminele, niet tegen hun wil voor het geestelijk gerecht gedaagd kunnen worden, welk recht hen was geschonken d.m.v. een pauselijke akte van dezelfde datum, 22 april 1490, ingelast in deze oorkonde, 1517 juni 29 | ||
Akte waarbij keizer Karel V de stad Zwolle de St. Michaelsjaarmarkt, door die stad zonder toestemming van de keizer ingesteld, ontneemt en de bisschop van Utrecht de bevoegdheid geeft om die jaarmarkt elders op te richten, 1522 mei 15 | ||
Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren de privileges der stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1525 januari 10 | ||
Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren verklaart dat de kerspelen van Salland, die zich volgens een overeenkomst van 18 januari j.l. verbonden hebben de dijken en waden van de IJssel en het Mastenbroek te herstellen, dit geheel vrijwillig doen, en dat dit geen precedent zal scheppen, en dat wanneer de IJssel stroomopwaarts mocht doorbreken, de erfgenamen van Mastenbroek dan eenmaal als wederdienst zullen helpen met het herstel, 1525 februari 16 | ||
Akte waarbij de steden Kampen en Zwolle de stad Deventer en de ridderschap van Salland bedanken voor het herstel van de dijk bij Vekaten door de gezamenlijke kerspelen van Salland. Zij beloven dat het geen precedent zal scheppen en dat zij eenmaal een wederdienst daarvoor zullen verrichten, 1525 april 15 | ||
Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren het land van Overijssel en de steden, huizen en sloten toestaat zich over te geven aan keizer Karel V als hertog van Brabant en graaf van Holland, en hen ontslaat van de eed aan hem gedaan, 1528 februari 12 | ||
Akte waarbij keizer Karel V aan George Schenck, vrijheer van Tautenburg, zijn stadhouder in Friesland, volmacht geeft om in Overijssel namens hem de eed als landsheer af te leggen en de hulde van de onderzaten te ontvangen, 1528 februari 26 (Paasstijl) | ||
Akte waarbij stadhouder George Schenck, vrijheer van Tautenburg, als gevolmachtigde van de keizer, enerzijds, en de gedeputeerden van de ridderschap en van Salland en Twente en van de drie steden van Overijssel anderzijds, wederzijds de eed van trouw afleggen, 1528 maart 21 | ||
Akte waarbij George Schenck, vrijheer van Tautenburg, namens keizer Karel V, en het stadsbestuur van Deventer wederzijds de eed van trouw afleggen, 1528 maart 29 | ||
Akte waarbij keizer Karel V het verdrag ratificeert, gesloten op 7 januari 1528 tussen zijn gevolmachtigden enerzijds en de gedeputeerden van de ridderschap en de steden van Overijssel anderzijds, waarin de voorwaarden zijn vastgesteld waarop het land van Overijssel Karel V zal erkennen als zijn landsheer, 1528 februari 21 | ||
Akte waarbij stadhouder George Schenck, vrijheer van Tautenburg, verklaart dat zijn huldiging als gevolmachtigde van de keizer het eerst in de stad Kampen geen afbreuk zal doen aan het recht van de stad Deventer om als oudste stad de huldiging van de landsheer het eerst binnen haar muren te hebben, 1528 maart 29 | ||