Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
46.982 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
1868/183Het Hof van Holland verklaart dat de in haar sententie van 22 december 1657 genoemde landscheiding tussen Delfland en Rijnland loopt vanaf het noordeinde van de Hoevezijdwinde, over de Bezuidenhoutseweg, langs de weg van Breman en Adriaen Adriaensz. Man over de binnenduinen, de Spiegeldijk noordwaarts door de duinen langs de Roggewoning tot aan de scheidingssloot tussen de binnenduinen en de lage landen, westwaarts tot voorbij de woning van Johan van Wouw en van daar noordwaarts tot in de Noordzee, waarbij tevens wordt bepaald dat het Hoogheemraadschap van Rijnland de schouwbevoegdheid heeft op die landscheiding, dat Delfland de naschouw uitvoert en dat dit hoogheemraadschap gerechtigd is om sluisgeld te heffen op de landeigenaren in Wassenaar die onder de jurisdictie van Rijnland vallen, maar uitwateren op Delfland. | ||
1728Hertog Albrecht van Beieren gelast de hoogheemraden de verlaten dijkvakken die tot dan toe onterecht ten koste van de grafelijkheid zijn gekomen, moeten worden onderhouden door het gemeenland of toebedeeld aan land waar nog geen dijkplicht op rust. | ||
1729Hertog Albrecht van Beieren gelast de hoogheemraden de verlaten dijkvakken die tot dan toe onterecht ten koste van de grafelijkheid zijn gekomen, moeten worden onderhouden door het gemeenland of toebedeeld aan land waar nog geen dijkplicht op rust. | ||
1868/187De Hoge Raad van Holland bepaalt dat het beroep van het Hoogheemraadschap van Rijnland tegen de uitspraak van het Hof van Holland dat de hoogheemraden van Delfland bevoegd zijn tot naschouw van de landscheiding tussen deze hoogheemraadschappen, ongegrond is. | ||
1868/188De Hoge Raad verklaart dat het door Rijnland ingestelde beroep tegen de uitspraak van het Hof van Holland van 21 februari 1659 niet ontvankelijk, met de bepaling dat de in de sententie genoemde datum van 1 mei 1659 wordt gewijzigd in 31 mei 1661. | ||
2643/1Machtelt Jan Hoopdochter verklaart verkocht te hebben aan Eelgaes Pieter Venijnsz. 13½ hont land in Maasland aan de Boonervliet, waarvan de koopsom door hem volledig is betaald. | ||
1870/9Het Hof van Holland trekt de eerdere beschikkingen in die door enkele commissarissen van het hof waren ingesteld op 10 juni 1654, in de zaak tussen de dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland en van Rijnland, waarbij Delfland in het gelijk wordt gesteld. | ||
2643/2Allaert vander Hoeve verklaart verkocht te hebben aan Jan Hoek drie morgen land in Maasland in de Breede Weer, die hij in leen hield van Jan vanden Poele. | ||
1738/IcDrie functionarissen uit Vlaardingen en Vlaardingerambacht verklaren voor de schepenen van Vlaardingen dat het water bij windstil weer tot aan de stenen dijk op de grens met Vettenoord staat, dat de Maasdijk daar nog nooit zo stevig is geweest als nu, alsook dat bij eb het water wordt afgevoerd door sluisjes in Vettenoord. | ||
2643/3Simon Vrederic en zijn stiefzoon Willem van Alcmade Jacobssoen verklaren verkocht te hebben aan Koert Boen Vranckensoen van Koudenhoven zeven hont land in onverdeeld eigendom, aan de noordzijde belend door genoemde Van Koudenhoven, tussen de Gaag en de 'campen'. | ||
1921De hoogheemraden van Delfland bepalen dat de landscheiding achter Berkel tussen de driesprong en de Rodenrijse kade moet worden verhoogd en verbreed op kosten van Berkel en zijn met de hoogheemraden van Schieland overeengekomen dat het lage gedeelte van de kade wordt geschouwd door Schieland en het hoge gedeelte door Delfland. | ||
2643/4Willem vander Hove verklaart verkocht te hebben aan Simon van Hillegom, prior van de Regulieren in Leiderdorp, ten behoeve van het klooster, negen morgen land in Maasland, deel uitmakend van 18½ morgen land waar dat klooster al 5½ morgen van bezit, belend aan de zuidzijde door de nieuwe vliet, aan de noordzijde de kinderen van Simon Vrederic, aan de westzijde de Kerkweg en aan de oostzijde de commanderij. | ||
1817Het Hof van Holland veroordeelt de eisers Jacob Jansz. en de weduwe van Joost Florisz. tot een boete en betaling van de proceskosten, naar aanleiding van de door hen ingestelde beroepszaak tegen de dijkgraaf en hoogheemraden, vanwege diens vonnis tot betaling van de inspectiekosten als gevolg van de aangifte van het graven in de nabijheid van de landscheiding. | ||
2329/43Het Hof van Holland verklaart dat de beschikking van 23 mei 1662 wordt ingetrokken, waarmee de voorlopige opschorting van bepaalde bevoegdheden tegenover de eigenaren van land aan de Zijde in Zegbroek aan de Beek ongedaan wordt gemaakt. | ||
1927/11Prins Maurits van Oranje erkent het vonnis van de hoogheemraden met betrekking tot de veroordeling van een boete van 25 carolusgulden voor het graven nabij de landscheiding, waarbij de dijkgraaf is toegestaan om de boetes bij de overtreders op te eisen. | ||
2643/5Koert Boen Vranckenz. verklaart verkocht te hebben aan Simon van Hillegom, prior van de Regulieren in Leiderdorp, ten behoeve van het klooster, 11½ hont land in Maasland, gelegen langs de Gaag. | ||
1831Graaf Willem III beveelt baljuw de dijkgraaf en hoogheemraden om de Hoevenzijdwinde, de landscheiding met Rijnland tussen Hogeveen en Schieland, in waterkerende staat te brengen en niet af te graven. | ||
2643/6Sijmon Jacobsz. verklaart verkocht te hebben aan de procurator van de Regulieren in Leiderdorp, ten behoeve van het klooster, 13½ hont land in Maasland, belend ten noorden het land van de Regulieren en aan de zuidzijde de Boonervliet en gelegen tussen de Kerkweg oostwaarts tot aan het land van de commanderij, welk land is geërfd door zijn vrouw Fien van eelijes Pieter Veniinssoen en aan Sijmon is toebedeeld door de andere rechthebbenden. | ||
1832Graaf Willem III geeft de hoogheemraden opdracht om het gedeelte landscheiding in 'Venewaerd', Leidschendam, te maken en onderhouden, waarbij tevens wordt vastgelegd dat Delfland en Rijnland elkaar te hulp komen als de landscheidingen doorbreken en dat deze scheidingen altijd waterkerend zullen blijven, dat zij mogen worden uitgebreid en zeker niet worden afgebroken. | ||
2677/4Jan Arentsz. Brant verklaart voor de schepenen van Maassluis dat hij toestemming heeft gekregen van de hoogheemraden om het huis aan het Zuidspuiwater verder af te bouwen, op voorwaarde dat hij het verkoopt of verhuurt aan iemand die er zijn bedrijf in uitoefent, waarbij Brant de verplichting heeft ten eeuwigen dage de schoeiing aan de zuidwestzijde van het Zuidspui te onderhouden. | ||