Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
2.485 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte waarbij de elect Hendrik een aantal met geweld afgedwongen benoemingen vernietigt, in het bijzonder die van Judocus Jacobi van Mijnen en Wolterus van Ysendoern tot kanunniken in de Dom, 1528 okt. 16 | ||
Akte waarbij Willem, vrijheer van Rennenborch, wiens zoon Jasper op voorspraak van de elect Hendrik met een kanonikaat was begiftigd, het kapittel waarborgt tegen de gevolgen, die dit zou kunnen hebben, in het bijzonder van de zijde van Jacob van Mijnden of Wolter van Ysendoern, 1528 okt. 19 | ||
Akte waarbij Gerrijt Mulert, raad van de keizer, wiens zoon Rodolf op voorspraak van de keizer met een kanunniksprebende is begiftigd, belooft het kapittel deswege schadeloos te zullen houden, 1532 aug. 5 | ||
Akte waarbij het kapittel, op voorspraak van Wilhelmus, heer van Rennenberch, Thomas van Nijekercken, deken van St. Jan, en anderen, Jasper van Rennenberch, proost van Karpen, Kanunnik te Luik en kanunnik van de Dom te Utrecht met uitzicht op de eerste vacante prebende, begiftigd met de door de dood van Martinus van Leuwenberch opengevallen prebende, 1534 juli 31 | ||
Akte waarbij Jan van Renesse, Aernt van Renesse, Jan van Renesse van Wulven en Bartholomeus van Nijenvelt beloven het kapittel schadeloos te zullen houden wegens de begiftiging, op verzoek van de bisschop en op hun verzoek, van hun neef Jan van Renesse Fredericksz, met een kanonikale prebende, 1465 mei 18 | ||
Akte waarbij de aartsbisschop aan het kapittel toestaat de vier prebenden met supplement die eerst zullen openvallen door de vrijwillige afstand van de bezitters, in te lijven bij de domfabriek, 1577 nov. 8 | ||
Procuratie, door Johannes Collemborch van Boxtel, door de faculteit van de Wetenschappen te Leuven tot een beneficie in het domkapittel te Utrecht voorgedragen, gegeven tot het in ontvangst nemen van deze beneficie, 1533 nov. 9 | ||
Verklaring door de regering van Brugge ten behoeve van het domkapittel te Utrecht, dat Gabriel, zoon van Anthonis Lengles en Jaquemyne Chevalier, aldaar geboren is op 9 december 1524, 1542 juni 13 | ||
Gerechtsbrief van Brussel, waarbij Engelbertus van de Vorst, heer van Loonbeke, verklaart dat zijn oudste zoon Johannes, kanunnik van de Dom te Utrecht, op 5 januari 1532 geboren is, 1549 dec. 18 | ||
Verklaring door Judith van Stautenbergh, weduwe van Gerhardt Ledebaur, vrouw van Schweder Schele, dat haar zoon Adolff Caspar Ledebaur in (15)86 geboren is en alzo de leeftijd heeft voor een prebende in de Dom, hoewel hij klein en onaanzienlijk van persoon is, als gelijkende op zijn vader en ook omdat hij als kind door een heks betoverd is, 1605 aug. 5 | ||
1413 april 19, 1413 april 19 en 1413 april 19 ( | ||
1413 april 19, 1413 april 19 en 1413 april 19 ( | ||
Statuut tot nadere regeling van de toekenning van de supplementen, 1571 juni 11 | ||
Statuut bepalende dat emolumenten onder de capitulaire kanunniken in verhouding van hun prebenden zullen worden verdeeld, 1522 febr. 28 | ||
Statuut van de vijf kapittels van Utrecht met dat geen kanunnik tot de capitulaire rechten zal worden toegelaten dan na respectievelijk het gebruikelijke aantal jaren gewacht te hebben, 1671 dec. 26 | ||
Statuut betreffende de uitdelingen van wijn door nieuw benoemde kanunniken, 1327 mrt. 24 | ||
Statuut betreffende de bij de eerste receptie te betalen wijngelden, 1530 april 29 | ||
Statuut, bepalende dat de kanunniken, die ter wille van hun studies naar Parijs of elders wensen te gaan, onder enige beperkingen de inkomsten van hun prebenden zullen blijven genieten, dat zij, die bij hun aanneming geen wijn geschonken hebben, aan latere dergelijke schenkingen geen deel zullen hebben, en dat uit de goederen, voor de kerkfabriek en de kerkversiering bestemd, niets meer aan een kanunnik zal gegeven worden, 1303 juni 21 | ||
Statuut voor de tijd van 12 jaren, bepalende dat de verplichting van afwezige kanunniken om in het tweede jaar van hun afwezigheid een feestmaal te geven, zal zijn afgeschaft, dat het verlof tot afwezigheid (pastonum) slechts aan zes kanunniken tegelijk zal kunnen worden verleend en dat deze voor elk van de beide verlofjaren tien pond zwarten zullen betalen, te besteden tot de aankoop van kerkelijke gewaden en sieraden, 1323 febr. 25 | ||
Statuut betreffende de verplichte aanwezigheid en het verlof tot afwezigheid van de kanunniken, 1324 mei 4 | ||