Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
3.448 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Inventaris van registers, charters en papieren, aanwezig ter secretarie der stad Culemborg bij den aanvang der ambtsvervulling van den secretaris Pieter Walbeeck, 1703 | ||
Akte van verkoop, verleden voor de plaatsvervangend schout en schepenen van Buren, van een huis aan de meent door de kerk- en armmeester Gerrit Gobelse van Versendaal aan Bastiaan van Zuylichem voor de som van fl. 206,-, 1749 maart 25, 1749 | ||
Akte van Willem V, prins van Oranje als graaf van Buren, waarbij Nieske Francijna de Lille beleend wordt met 32 morgen weiland in de Nieuwe Hoeven onder Tricht, leenroerig aan Reijgersfoort, 1788 september 30 | ||
Akte, waarbij schepenen van Tiel vidimus geven van een notarieel extract uit het "Chronicon Tielense", houdende, dat in 1336 Tiel, Zandwijk en Heerewaarden zijn afgestaan aan de hertog van Gelre, 1538 | ||
Reglement voor het kramersgild, vastgesteld door de magistraat, 1635 | ||
Leenakte Gelre: Hendrik van Essen, eerste raad en stadhouder van de lenen van Gelre voor hem verscheen Casper van Els tot Boelenham, heer van Swaneburgh, ordinaris raad Gelderland als gevolmachtigde van Johan van Welderen tot Valburg ambtman, .richter en dijkgraaf van de Neder-Betuwe verleden voor Qtto van Wijhe,-heer van Echteld, Eck en Wiel, en Floris Adriaen van Braekel, heer tot Brakel, leenmannen Gelre op 16-10 1.1. gepasseerd, draagt op een huis en hofstad met 9 morgen land genaamd de Malburgse Hofstad, oost en westwaarts naast de gemene straat, noordwaarts de pastorie van Avezaath, en zuidwaarts Otto Pieck van Asperen, met nog 4 hond land in den Eng, 7 hond in de Karentbroeck, 3morgen in het Nieland liggende zuidwaarts aan de gemene straat, 1 morgen op het Haerne Perck, en 5 hond op het Corteijnde, noordwaarts aan de Broekdijk, 3 pond t0 schellingen per jaar, tezamen in het keispel Alden Avesaath, nog dat in de vorige oude belening bevonden wordt 7 hond in het Graesbroeck, 6 morgen min 2 hond in Karentbroeck, 7 hond in de Kijffkamp en 10 hond in den Breemt, met een eijne op de Koegraef ook gelegen tot Alden Avesaath, 4 pond jaars uit een hofstede daar Derck Hullen op te wonen placht, boven Gerret van den Steenhuijs, beneden Otto Tengnagels erven, en uit een hofstad daar Macheris op te wonen placht l0 schellingen en 11 hoender aan Gelre, dat Johan Arent de Cocq van Opijnen in leen hield. Nieuwe leenman Wilhelm Reijndeis, med. doctor, burgemeester Nijmegen. getuigen Peter van Schevinck en Johan Verbeek , 19-11l-1710 | ||
Leenakte Gelre: Casijn van der Hell tot de Wiltbaan ende Clarenbeek, eerste raad en stadhouder der lenen van het graafschap Gelre en Zutphen is verschenen Leonard Verspijck, ontvanger van het Nijmeegse kwartier en heeft te leen ontvangen een huis en hofstad met 9 morgen land genaamd de Malburgs hofstede, belend oost- en westwaarts de gemene straat, noordwaarts de pastorie van Avesaet, en zuidwaarts Otto Pieck van Asperen, met nog 4 hond land inden Eng, 7 hond in het Karentblok, 3 morgen in 't Nielandt, liggende zuidwaarts aan de gemene straat, I morgen op de Haerne Perck, en 5 hond op het Korteinde, noordwaarts aan de Broekdijk, 3 pond 10 schellingen per jaar tesamen in de kerspel van Olden Avesaet (nog in de oude belendingen gevonden 7 hond in 't Graesbroeck, 6 morgen min 2 hond in 't Karenbroek, 7 hond in de Kijfkamp, en 10 hond in de Breemt, met een in de Koegraeff ook tot Olden Avesaet. Het leen is hem aangekomen bij dode van Willem Reijnders, med. dr. , 29-S-1721 | ||
Leenakte Gelre: Casijn van der Hell tot de Wildbaen ende Clarenbeeck, eerste raad en stadhouder van de lenen van Gelre en Zupthen verscheen Abraham Verspijck, ontvanger van het kwartier van Nijmegen heeft ontvangen een huis en hofstad met 9 morgen land genaamd de Malburgse hofstede belend oost- en westwaarts den gemene straat, en noordwaarts de pastorie van Avezaath, en zuidwaarts Otto Piek van Asperen, met 7 hond in het Harenbroeck 3 morgen in het Nielant liggende zuidwaarts van de gemene straat, I morgen op de Harenbroek en 5 hond op het Korteind, noordwaarts aan de Broekdijk, 3 pond 10 schellingen per jaar, tezamen in het kerspel Olden Avesaeth. Nieuwe leenman Abraham Verpijck , 26-7-1726 | ||
Procuratie Gelders leen te verheffen.; Procuratie van Jan Floris van Aldenburgh voor de ambtman en rechter van de Neder-Betuwe om voor hem leenhulde te doen. -zie akte van22-4-1741. Akte bezegeld door D.L. van Brakel tot den Brakel, S. Hardenberg, gerichtsman, Nicolaes Crouwel, gerichtsman, B. Cock, leenman van Gelre, J. Buddingh, leeman Culemborg, C. de Cocq van Delwijnen, leenman Culemborg en Nicolaas Crouwel, leenman van huis Rossum (alle zegels zijn gaaf, behalve het derde zegel) , 29-3-1741 | ||
Leenakte Gelre: Johan Vijgh, tot de Snor en Appelenburg, eerste raad en stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen is verschenen Zeger Verbeek als gevolmachtigde van Willem Soukens, verleden 8-9-1751voor leenmannen van Zoelen en De Aldenhaag, Jacobus Westeringe en Jacob Cock, in leen ontvangen huisinge en hofstad met boomgaard annex bouw- en weilanden, groot ongeveer 20 morgen Malburgs hofstad genaamd, gelegen onder de kerspel van Kerk-Avezaath in de Neder-Betuwe. Het leen is Willem aangekomen bij dode van Willem van Alphen. Leenmannen Willem Jan Tulleken, leengriffier in Gelderland, en Jacobus Martinus ten Busch , 7-10-1751 | ||
Leenakte Gelre: Philip Carel Schomaker, j.u.d., ordinaris raad Gelderland, in plaats van de stadhouder van de lenen van .Gelre, is gekomen Arnoldus Derksen van Wijk, in kwaliteit als gemachtigde van Johanna Beranger, pro se, en als wed. en getuchtigde boedelhoudster van wijlen de procureur Jacob Taaij, Elisabeth Beranger, alsmede Willem Jan Hendrik en Antonia souheus, testamentaire erfgenaam van wijlen de schepen Willem van Alphen en Aletta Versteegh, in leven echtelieden vermogens volmacht verleden voor Jacobus van Westering en Geurt van Krieken, resp. leenmannen van huizen Zoelen en Aldenhaag en ter Lee, 12-5-1764 opgedragen een huijsinge en hofstad met boomgaard met bouw- en weilanden groot ongeveer 20 morgen Malburgs hofstad genaamd onder, Kerk-Avezaath, onder verwijzing naar vorige leenbrief van26-7-1726. Nieuwe leenman wordt Gerrit van Everdingen; getuigen: Willem Jan Tulleken, leengriffier in Gelderland, en Steven van Cruchten. -uithangend een grafelijk zegel , 29-8-1761 | ||
Leenakte Gelre: Jan Gaijmans, j.u.d. ordinaris raad Gelderland, innemende de plaats van de stadhouder van de lenen van Gelre zijn verschenen Gerrit van Everdingen, gemachtigde van zijn huisvrouw Hendertje Heuff, vermogens volmacht door dezelfde geassisteerd met Jan van Voorthuijsen als haar gekoren voogd, voor Jan van VoorthuijsJn en Jacobus Versteeg, leenmannen de eerste van het huis Zoelen met den Aldenhaag, d. tweede van het huis Tedinsweerd en Culemborg, bij gebrek aan competente leenmannen 29-12-1777, verzocht ratificatie, approbatie en confirmatie van testament als hij en zijn ehevrouw voorn. op 26-11-1777 voor Cornelis de Cocq van Delwijnen toi Cortenhoeven, gesubstitueerde ambtman en richter van de Neder-Betuwe. Getuigen Rutger Tulleken, adjunct-leengriffier in Gelderland en mr Willem Hendrick Roschet, landschrijver. -aanhangend een beschadigd graafschapszegel , 27-6-1778 | ||
Leenakte Gelre: Jan Gaijman, j.u.d. eerste ordinaris raad van Gelre vertredende de plaats van de stadhouder der lenen van Gelre en Zupthen is verschenen Jan van Everdingen, als gevolmachtigde van Roeland van Everdingen, Maria van Everdingen en Artje van Everdingen kinderen van Hendrika van Everdingen, voorts van Gijsbert Gijsbertsz Heuff, Roeland Heuff, Hendrik Heuff, Meerten Heuff, Cornelia Heuff en Gerrit Heuff, kinderen van Gijsbert Heuff en Maria Hendrica van Everdingen, in leven echtelieden, Bartha van Gijtenbeek, nagelaten dochter van Anthonij van Gijtenbeek, en Maria van Everdingen, in leven echtelieden, mitsgaders Adam Hunitetd en Maria van Gijtenbeek, echtelieden, en eindelijk van Arend Putman en Hendrica van Gijtenbeek, echtelieden, kinderen van wijlen Anthonij van Gijtenbeek en Maria van Everdingen, in leven echtelieden, vermogensvolmacht verleden voor Jan van Weerdenburg, leenman van Culemborg, J.D. van Leeuwen, J. v. Voorthuijsen, Roeland Heuff, leenmannen van Zoelen en de Aldenhaag op 23 en 28-12-1791, hebben in leen ontvangen huijsinge en hofstad met boomgaard annex bouw- en weilanden groot 20 morgen Maburgs hofstad genaamd onder de kerspel van Kerk Avesaat in de Neder-Betuwe. Er wordt verwezen naar een leenbrief van 26-7-1726. Het leen is hen aangekomen bij dode van Gerrit van Everdingen, hun oom. Getuigen: mr Rutger Tulleken, leengriffier in Gelderland, Jn Christiaan Hendrik Coeleman. -aanhangend beschadigd zegel van Celre , 5-1-1792 | ||
Transportakte van St. Pouwelsdag 1517. Henrick Wilneer en huisvrouw Johanna van Buren met Abraham van Buren Hendriksz zoon tot momber, Adriaen van Buren en Goije (?), zijn huisvrouw, Gooijt Aertsz en Emme zijn huisvrouw, dragen over aan [Mechtelt Willem Smansdr ?], van zaliger jonkheer Jasper, heer tot Culemborg tot Hoogstraten 41/2 morgen land in de kerspel van Avezaath tot Alde Avezaath. -uithangend 5 zegels, waarvan I beschadigd, I fragment, andere verloren , 1517 | ||
Rentebrief: Hillegunt Emans, weduwe van Henrick Voegell, met mijn momber in deze zake Jan die Mam, mijn neef, draagt over aan Elisabeth Voegels .n Marie Voegell, gezusters een jaarlijkse rente van 12 carolus gulden van20 stuivers Brabrants, verzekerd op 41/2 morgen weiland gelegen in Nuland op 'alde Avesaet' belend oostwaarts Claes Jansz, noordwaarts de Ericumse wal, westwaarts Wolter Rutgersz, zuidwaarts de Nulantse steeg. -bezegeld door Hillegunt en haar voogd (beide verloren), 9-3-1574 | ||
Inventaris geformeerd door S.M.S. de Ranitz, tijdelijk rentmeester van Overbetuwe, van charters, effecten e.d., 1838 | ||
Inventaris van prothocollen van bezwaar, gerichtelijke, dijks- en andere signaten, verbalen en resolutieboeken, landschaps- en kwartiersrecessen, en charters en stukken door Mr. C.C. van Oven, land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt Overbetuwe aan Mr. J.H. Brousson, geadjungeerde land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt, t.o.v. heemraden overgedragen, en die ten tijde van het overlijden van eerstgenoemde nog te zijnen kantore aanwezig waren, 1791 | ||
Inventaris van protocollen van bezwaar, gerichtelijke, dijks- en andere signaten, verbalen en resolutieboeken, landschaps- en kwartiersrecessen, en charters en stukken door Mr. C.C. van Oven, land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt Overbetuwe aan Mr. J.H. Brousson, geadjungeerde land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt, t.o.v. heemraden overgedragen, en die ten tijde van het overlijden van eerstgenoemde nog te zijnen kantore aanwezig waren, 1791 | ||
Inventaris van prothocollen van bezwaar, gerichtelijke, dijks- en andere signaten, verbalen en resolutieboeken, landschaps- en kwartiersrecessen, en charters en stukken door Mr. C.C. van Oven, land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt Overbetuwe aan Mr. J.H. Brousson, geadjungeerde land-, dijk- en gerichtsschrijver van het ambt, t.o.v. heemraden overgedragen, en die ten tijde van het overlijden van eerstgenoemde nog te zijnen kantore aanwezig waren, 1791 | ||
Provisionele inventaris van protocollen van bezwaar, gerigtelijke dijks- en andere signaten, verbalen en resolutieboeken, landschaps- en kwartiersrecessen en verdere charters en stukken door Mr. J.H. Brousson land-, dijk- en gerichtsschrijver onder protest overgedragen aan Mr. Johan Vermasen, aangesteld als zijn opvolger, 1797 | ||