Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
248 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte waarbij Pieter Lambertsen, wachtmeester, en Sophia van Issum, echtelieden, verkopen aan Dr. Cornelis van Amerongen en Adel de Ruijter, echtelieden, de helft van een stuk tabaksland op de Enck. | ||
Akte waarbij Everdt van Baack en Gerritje Willemsen, echtelieden, verkopen aan Dr. Cornelis van Ameronghen en Adel de Ruijter, echtelieden, een huis, schuur en hofje in de Capellestraet, waar tegenwoordig gebruiker van is Jan Willemsen van Loenen. | ||
Akte waarbij Antonij Segelaers en Reijniera Stooters, echtelieden, en Hendrick Berntsen en Alberta ten Breuren, echtelieden, verkopen aan Victor La Rocque en Cunera de Raaij, echtelieden, een holt buiten de Bergpoort aan de nieuwe dijk. | ||
Akte waarbij Derck van Daatseler verkoopt aan Jan Hendrickse van Randwijck en Anneken Hendriks, echtelieden, een huis, erf, schuur en grond, en de hof, aan de Nudepoort. | ||
Akte waarbij Henderick Ebben Poorters, voor zichzelf en als bestevader en momber over de twee onmondige kinderen van zijn zoon, verkoopt aan de vier kinderen van Dr. Roedolphus van der Horst, anderhalf schepel tabaksland aan de Bennekomse Weg. | ||
Akte waarbij gemachtigden van de raden en rekeningen van de Prins van Oranje-Nassau als rechthebbenden op de goederen van wijlen Gijsbert van Issem, verkopen aan Justus Adriaansen en Eva Alexandrina van Zuffolk, echtelieden, de helft van een huis, schuur en hof in de Riemsdijkstraat. | ||
Akte waarbij Johannes Stevens en Geertruijdt van den Heuvel, echtelieden, en Hendrick Gerritsen van den Heuvel voor zichzelf en als weduwnaar van Gerharda van den Heuvel, verkopen aan Ds. Theodorus Petrus Elsnerus en Anna van der Horst, echtelieden, en aan Naleken van der Horst, een morgen hooiland in 't Slagh. | ||
Akte waarbij Rutger van der Plas namens Cornelis van Haestenburgh, alsmede Jacoba van Haestenburgh en Aletta van Haestenburgh, verkopen aan Mr. Johan van der Horst twee morgen weiland in Brienens Kamp. | ||
Akte waarbij Rutger van der Plas namens Cornelis van Haestenburgh, alsmede Jacoba van Haestenburgh en Aletta van Haestenburgh, verkopen aan Jan van der Horst en diens zuster Naleke van der Horst, een vierde deel in de Soerlandse of Couwaert in de polder van de Trooster Kade. | ||
Akte waarbij Catharina Schut, weduwe van Peter Suermondt, voor zichzelf en namens haar onmondige kinderen; en de mondige kinderen Jenneke, Anna en Frans Suermondt, verkopen aan Johan van der Horst, een uiterwaard in de Benedenste Polder langs de Bandijk | ||
Lijfrentebrief van 125 ponden, uitgegeven door de Staten van Holland en West-Friesland ten name van Johannes de Raeij, zoon van professor Johannes de Raeij en Cunera van Lennep. | ||
Paus Innocentius IV beveelt de verschillende geestelijken autoriteiten om de broeders van de Duitse orde niet te hinderen bij hun jaarlijkse inzameling van giften in de kerken, noch hen op andere wijze te benadelen. Datum Lugdun[i] non[is] Julii pontificatus nostri anno tercio. | ||
Ottho graaf van Gelria en Zutphania verheft het oppidum Neo-Wageningen tot een civitas met gelijke rechten als Zutphen, de rechtspraak uitgezonderd, welke evenals vroeger aan de rechter blijft voorbehouden, die echter zal rechtspreken bij vonnis en raad van schepenen; voorts stelt hij een raad in van 12 schepenen, aldaar te verkiezen, welke de stad zal besturen, bepaalt, dat geen burger zal terecht staan behalve voor richter en schepenen en dat de burgers vrij zullen zijn van alle schattingen en de betaling van tollen in het graafschap, Lobede en Ôs graven andere tollen op het water echter uitgezonderd. Hanc Ego concessionem et donationem liberatis imperiali & regia potestate et mea feci civitati et civibus de Neowageningen a(nn)o ab incarnatione Domini millesimo ducentesimo sexagesimo tercio secundo idus Junii apud Neowageningen, presentibus testibus infrascriptis. | ||
Reijnolt, zoon van Reijnolt graaf van Gelre, bevestigt de stad en de burgers van Nijwageningen in de vrijheden en rechten, omschreven in het privilegie van 12 juni 1263, dat (in Nederlandse tekst) in deze akte is opgenomen (Zie regestnummer 2). Gegeven int ijaer ons Heren dusent drijehondert ende sess ende twijntich op sunte Servaesdacht des heiligen bisschops. | ||
Henricus, aartsbisschop van Moguntia, geeft vidimus van de oorkonde van 7 juli 1245 (regestnummer 1). Datum in civitate s[anc]ta Colon[iensi] anno D[omi]ni MmoCCCmo tricesimo quinto in octava beati Andree apostoli. | ||
Willem van Gulich, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, bevestigt de scheiding van het veen van Wageninghen en Bernichem, op zijn beval aangegaan tusschen ge‘rfden van Wageninghen en Bernichem ten eenre, en de ge‘rfden van Maenen anderzijds, zoals deze is vastgesteld door "de veertien" die de ambtman en richter van Veluwe daartoe gekoren hadden. Geg[even] int jair onss He[re]n dusent driehondert ende negentich des neesten dach na senten Margarethendach. | ||
Arnoldt, hertog van Gelre en Gulich, Graaf van Zutphen, bevestigt de rechten van zijn stad Wageninghen. Gegeven in den jare ons Heeren duijsent vierhondert ende drie en twijntich des Manendaechs op st. Laurentiusavont. | ||
Adolph, hertog van Gelre en Gulick, graaf van Zutphen, belooft die van Wageningen te zullen handhaven in hun rechten en privileges. Gegeven int ijaer onss Heren dusent vierhondert viifindtsestich des neesten Manendages post Purificationes. | ||
Johan van der Lauwick, richter, Johan van Brienen en Henrick van der Brugh, schepenen binnen Waegeningen, oorkonden dat Gerrit Engels, Johan Ariaens en Anthonis Vos, gildemeesters, alsmede de gemene broeders van Sinte Anna ter ere Gods en Sinte Anna een ordonnantie voor hun broederschap hebben gemaakt. Gegeven int jair ons Heeren duijsent viifhoendert ind viifthien op Dijnsdach post Assensionis domini. | ||
Henrick van der Bruegge en Frederick ter Moelen Peterss, schepenen in Waegeninghe, oorkonden dat Johan Reijnerssen en Ghoert Gherritssen bekend hebben schuldig te zijn aan heer Henrick van Hulsbeck, priester, ten behoeve van Sinte Joriens vicarij binnen Waegeninghe een jaarrente van 3 rijnsche guldens Ôs jaers, te betalen op St. Jansdag midzomer, waarvoor zij verbinden 2 morgen land gelegen op de Vingaert. Gegeven int jaer ons Heren duesent viiffhondert een en[de] dartich op sincte Urbanusdach pauwes. | ||