Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.534 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte waarbij bisschop Hendrik van Vianen het door hem gebouwde slot te Vreeland aan zijn kerk (het Sticht) afstaat, en aan de vijf kapittels, de abdij van St. Paulus, het Duitse Huis en andere stichtingen renten vermaakt voor zijn memorie, 1267 mei 15 | ||
Akte waarbij Arnoldus van Amestelle, ridder, zijn geschillen met het kapittel over de waterleiding van Aftersloet bij Eyteren overlaat aan de uitspraak door scheidsrechters, 1267 juni 9 | ||
Akte waarbij Johan en Otto van Arkel met het kapittel overeenkomen, hun geschillen over de tienden en andere rechten in Oosterwijk en Heukelom aan scheidsrechters over te Laten, 1269 juli 24 | ||
Vidimus door de proost van Oudmunster van een uitspraak van 1258 door domdeken Petrus, met Jacobus, kanunnik van St. Salvator, en Ghiselbertus, heer van Ghoye, in kerkelijke geschillen tussen de plebanen en parochianen van Gasperde en de parochianen van Tul, 1298 nov. 5 | ||
Uitspraak door bisschop Hendrik van Vianden in de geschillen tussen de vijf kapittels en de regering van de stad Utrecht, onder andere over het wijnverbruik van de kanunniken, 1256 jan. 13 | ||
Akte waarbij de abt en het convent van St. Hubertus in de Ardennen voor 9 jaren hun quest verhuren aan het domkapittel van Utrecht, 1444 okt. 7 | ||
Overeenkomst van het kapittel met de nieuwe fabriekmeester Godinus van Dormael, 1356 mrt. 10 | ||
Kwitantie van Peter Boyen en Steven Butendijc voor de werkmeester van de domfabriek voor 656 Rijnse guldens voor een hoirclock, wegende 6255 pond, 1455 juni 1 | ||
Inventaris van de charters betreffende het Sticht, aanwezig in de archiefkast, midden 17e eeuw, met afschrift, 17e eeuw | ||
Inventaris van de charters betreffende de Bona divisa in het archief van de Dom, 1460 | ||
Akte waarbij domdeken Henricus erkent dat hij een bijzondere machtiging van het kapittel heeft gekregen tot de vereniging van de achterkamer van een claustraal huis met het door hem gekochte (bewesten de Dom), waartoe ze oorspronkelijk niet behoorde, 1339 febr. 1 | ||
Akte waarbij het kapittel een claustraal huis (onder de Vier Steenen huizen, bewesten de Dom) toewijst aan mr. Hugo Braem, 1330 aug. 20 | ||
Akte waarbij Jacobus van Benthem, proost van West-Friesland, de verkoop van twee stenen huizen (bewesten de Dom) aan Henricus van Myrlaer goedkeurt, 1330 dec. 18 | ||
Akte waarbij de uitvoerders van het testament van mr. Symon de Hoghe, kanunnik van de Dom, machtiging verlenen tot de verkoop van diens nagelaten goederen, onder andere van zijn claustraal huis (benoorden de Dom) en de twee daarachter gelegen huizen aan het Oudkerkhof, 1351 mei 12 | ||
Akte waarbij Johannes Moliart, proost van Arnhem, zijn claustraal huis eerst vermaakt aan zijn broeder Michaël en dan aan het kapittel, 1356 mei 21 | ||
Akte waarbij Johan van Amerongen ten behoeve van het kapittel afziet van zijn recht op het claustraal huis (achter het domkoor), vroeger bewoond door de domproost Gijsbrecht van Brederode, 1476 jan. 23 | ||
Statuut van het kapittel tegen het kopen van claustrale huizen door leken, 1552 juli 7 | ||
Statuut bepalende dat de inkomsten van de vroeger verdeelde goederen voortaan door één door het kapittel te benoemen kanunnik zullen worden ontvangen en tussen de kanunniken, de vicarissen van het Rijk en de custos dormitorii in verhouding tot hun prebenden worden verdeeld, 1341 mrt. 2 | ||
Statuut op de verkoop van tienden en de verpachting van landerijen, 1364 april 13 | ||
1557-1596, z.j. | ||