Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.213 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Gelmer Meijnolddsoen en Johan van Leijden, Schepenen, doen kond, dat Evert Johanssoen aan Griete Cleijnmans verkocht heeft 71/2 Arnh. gl. (van 17 butkens of 12 oude vlaamsche grooten of 71/2 oude braspenn. per gl.) uit het erve en huis in de Papenstraat, tusschen Ghoert Heckeman en Johan toe Oestenderp, waaruit eerst Alijt des Vriezen in het oude Convent 33 schillingen per jaar heeft. Van de zegels der Schepenen is alleen het 1e over., 1438. Op sente nijcolaus aount (5 december) | ||
Burgemeester, Schepenen en Raad doen kond, dat Herman Bucving en Dirck Splijtoff als Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis beloofd hebben van de 8 morgen 90 roeden lands in Mastebroek, die Rijquijn Pluech en Lumme diens vrouw om godswil gegeven hebben aan het H.G., op St. Marten de geheele rente waarvoor dat land verpacht is, aan Rijquijn en Lumme te betalen en zoodra het jaar en dag in het bezit van het Heilige Geest of Groote Gasthuis geweest is, een lijftuchtsbrief daarvan te geven. Met het secreet (zegel) der stad., 1446. Des vrijdages nae onser lieuer vrouwen dach assumpcionis (19 augustus) | ||
Matheus van Woudenberch beleent Johan van Couorden en Heijlwich diens vrouw met de grove en smalle tienden over het erve en goed de Hoensteghe in de buurschap Hengwerden, kerspel Olst, tot een Stichts leen van Utrecht. Tegenwoordig: Johan ter Loe gehulde man van Matheus, en Wijcher ter Molen, Stichtsch leenman, bij gebreke van eigen. Met het zegel des Leenheerst., 1439. Des donredages nae den heilighen dertienden daghe (8 januari) | ||
Johan Hagen en Wolter Borre, Schepenen, doen kond, dat Geerd van Egen en Geertruijd diens vrouw verklaard hebben van de Prov. van 't Heilige Geest of Groote Gasthuis 100 Arnh. gl. ontvangen te hebben van wege Alijd, dochter van Geerd Berwolding, en beloofd hebben aan Alijd zoolang zij leeft op midwinters avond 1 Arnh. gl. te betalen. Met de vrije gave Schepenzegels., 1439. Des donresdages na sente paulus dach Conuersionis (29 januari) | ||
Schepenen en Raad van Zwolle doen kond, dat Lijse, Lubbert Horstekens dochter en vrouw van Hernic Gheertssoen, met Peter Peterssoen als momber, hun getoond heeft, dat zij gehouden en bezwaard was door den band der natuur en dus niet reizen kon, en mitsdien haren man gemagtigd heeft om aan Henric Brwns over te dragen 1/6 van 1/3 van het erve en goed ter Voerhoerst. Met het stads secreet (zegel)., 1439. Crastino purificationis beate marie virginis (3 februari) | ||
Egbert van Almeloe, Juffer Elizabet van Voerst, Vrouwe te Ameloe zijne vrouw en Johan van Almeloe hun zoon verkoopen aan de Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis de geheele grove en smalle tienden over den hof te Wesep en over den hof te Colmenschaeten voor stichtsche leenen van Utrecht, en beleenen hen daarmede. Leenmannen: Henrick Bruijns en Herman Bueving. Met de 3 zegels van verkooperen., 1446. Des wonsdages na sente crispijn ende cispinianus dach (26 oktober) | ||
Dezelfden verklaren, dat de brief van de 8 vat boter door hen bezegeld van volle kracht blijft, zoodat het Heilige Geest of Groote Gasthuis alle schade, te lijden aan de geheele tienden over den hof te Colmeschaeten en de grove en smalle tienden over den hof te Wesep, verhalen mag op simpel zeggen zonder eed, waartegen geen weer gedaan zal worden, noch van geestelijk, noch van wererdlijk regt, noch met dienstregt, leenregt, marktregt, of ander regt. Met de zegels der 3 v. Almelos., 1446. Des donredages nae sente crispijn ende crispinianus dach (27 oktober) | ||
Dit zijn de goederen, welke de kloosters van Zibekeloe en Essen bij Groningen georven hebben van Hessel Auerenck door zijne kinderen woonachtig en professijt in die kloosters. Het steenhues met toebehooren te Deventer in den hoek naast Hessels huis; 108 stadponden naar inhoud der brieven in vele straten liggende; 21/2 heerenpond uit het huis naast Willem van Zweten; 12 oude fr. schilden per jaar uit het hoekhuis van Johan Reijners bij Bronchorsts huis. Van deze 12 schilden ontvangt Sipculo 11 overl. gl. voor de 240 overl. R. gl. die Hessel aan het klooster schuldig was. Het overige behoorde elk half; maar het klooster van Essen heeft aan dat van Sipculo 5 R. gl. en 1 oort per jaar uit Johan Reijners huis gegeven. De kloosters komen overeen deze goederen en rente niet in wereldlijke hand te laten komen, zoolang Hessels erfgenamen geestelijken of wereldlijken er gading in hebben. In duplo opgemaakt en uit elkander geknipt., 1439. Tusschen Passchen ende Pinxteren | ||
Lijst der renten binnen Deventer, tusschen Paschen en Pinksteren 1439 aan het Heilige Geest of Groote Gasthuis gekomen., 1439. Tusschen Passchen ende Pinxteren | ||
Gelmer Meijnoltssoene en Andries Bondij Schepenen verklaren, dat Johan Coenraetssoen de Steenmetseler, Elsken zijne vrouw en Stijne dochter van Johan van Lostvoerde , met Johan als momber, aan Geerd Hakesberch verkocht hebben 1 overl. keurv. R. gl. per jaar uit het erve en huis, dat zij aan Claeus Leijendecker verkocht hadden, achter hun weer en erve in de straat, loopende naar de Schoemakerspoort en uit hun erve een huis van 2 woningen onder één dak, waarin zij wonen, en hun verkocht door Geertruid Suerperen, gelegen in de Noordenbergstraat, tusschen Geerd zelf en Herman Mandemaker, en achter strekkende op de straat voor de Schoemakerspoort, gaande uit het huis eerst aan Geertruid Suerperen 2 R. gl. per jaar. Met de zegels der Schepenen., 1446. Op sente sijmon ende juden auont apostolorum (27 oktober) | ||
Goisen Kadeneter, Rigter te Raelte, doet kond, dat Henric Geerdssoen en Lijse, Lubbert Horstken dochter, diens vrouw aan Henric Bruijns verkocht hebben 1/6 van 1/3 van het erve ter Voirhorst in het kerspel van Wesop, in het gerigt van Raelte, voor een "eijchlick" goed. Gerigtslieden: Herman Rolofssoen ten Lande en Herman Muijs. Met het zegel des Rigters., 1439. Des Donredages na belaken paeschen (16 april) | ||
Dezelfden verklaren, dat voornoemde verkoopers aan voorn. kooper verkocht hebben 1/2 overl. keurv. R. gl, per jaar uit het erve en huis van Hermen Coppendreijger en Herman Mandemaker in de N.bergstraat, tusschen J. Coenraetssoen en Henrick van Becbergen, waaruit eerst Frederick van der Eze 161/2 plakken per jaar had. Met de zegels der Schepenen., 1446. Op sente sijmon ende juden auont apostolorum (27 oktober) | ||
Johan van Ockenbroeck en Rolof Vos, Schepenen, doen kond, dat Johan Ottensteen en Geertruijd diens vrouw aan Johan Nijhof verkocht hebben 1 overl. R. gl. per jaar uit het erve en huis in de Papenstraat, tusschen Aernt van Kessel en Griete wed. van Dirck Rolofssoen, waaruit eerst Aernt van Kessel 31/2 pond en Lambert ten Statte 41/2 pond kl. penn. per jaar hadden. Van de beide Schepenzegels is het 1e bijna geheel verdwenen., 1439. Op den hiligen pijnxter auent (23 mei) | ||
Henrik van Essen, Ambtman in Zalland, doet kond, dat Henrik Hietbrinck, Esken Vrijling en Gebben diens zuster en wed. van Werner van Nijmmegen, aan Herman Bueving en Dirck Splijtoff, als Provisoren, van het Heilige Geest of Groote Gasthuis en aan Herman Tegging geschonken hebben alle regten die zij op de nalatenschap van Lumme Kraene, vrouw van Riquijn Pluech, mogten hebben, met name op een stuk land in Zwolrekerspel in Voersterland, strekkende aan land van Lamert van IJrte en aan den landsweg, op een erve en goed geheeten to Vermaet in de buurschap Hengevelde, kerspel Wije, en op een deel land in de buurschap en kerspel Olst, geheeten Kraenenkamp. Met het zegel van den Ambtman. Gerigtslieden: Willem ten Colcke en Bruijn Negennap. Blijkens de keerzijde lag eerstgenoemd land in Lierebroek en Mastebroek., 1446. Des donredages na sente thomas dage des hilgen apostels (22 december) | ||
Godschalck Johanssoen en Geerd van Leijden, Schepenen, verklaren, dat Claeus Tengenegel en Mechtelt diens vrouw aan Johan Johanssoen verkocht hebben 1 R. gl. per jaar uit hun woonhuis en erve aan het Kerkhof van S. Lebuinuskerk, tusschen Willem Tacke en Andries Muerman, waaruit eerst Heer Willem Kuerkamps moeder 20 pond geld kl. penn. en Johan zelf 4 R. gl. per jaar hebben. Van de zegels der Schepenen is het 1e iets geschonden., 1447. Des donredages nae den Sonnendach Oculi (16 maart) | ||
Goissen Kadeneter, Rigter te Raelte, doet kond, dat Swene Horstkens, met Lijse en Trude hare dochters en Johan haren zoon, de vrouwen met Henric Blumijng als momber, aan Henric Bruijns en Geertrued diens vrouw verkocht hebben de helft van 1/3 (Swene) en het kindsdeel van de andere helft van 1/3 (de kinderen) van het erve en goed ter Voirhorst, in het gerigt en kerspel van Raelte, bezwaard met eene jaarrente van 1 mud rogge. Gerigtsluden: Euert van Wijtmen en Dirc Splijtoff. Met het zegel des Rigters., 1439. Des vridaghes na sente Martinus dach Translacio (10 juli) | ||
Hernric van Oldenneel en Dirc Splijtoff, Schepenen, doen kond, dat Henric Flunijng als borg van Swene Horstkens, Lijse, Trude en Johan hare kinderen, beloofd heeft Henric Bruijnsz en Geertrued diens vrouw naar landregt te "waren" de helft van 1/3 van het erve en goed ter Voirhorst, die Swene hun verkocht heeft. Met de zegels der Schepenen, waarvan het eerste geschonden., 1439. Des vridages na sente Martinus dach Translacionis (10 juli) | ||
Gotschalck Johanssoen en Rolof Vos, Schepenen, verklaren, dat Griete van Randen, met Gosen v. R. haren zoon als momber, Gosen voor zich en namens zijn broeder Johan, aan Henrick van Kuijck verkocht hebben 1 fr. schild van 3 heerenponden per jaar uit de helft van 3 erven en huizen naast elkander in de Papenstraat, op den hoek der steeg, die naar de Nieuwstraat loopt en naast Johan Becker, zijnde voor de rente nog verbonden een erve en huis in de Menstraat. Het 2e Schepenzegel ontbreekt. Het stuk is op vele plaatsen door vocht onleesbaar geworden., 1439. Op sunte Lambertus auont (16 september) | ||
Dirck Splijtoff en Beernt van Aernhem, Schepenen, doen kond, dat Henrick Hermanssoen en Hadewich diens vrouw aan Peter Gijsbertssoene den Weuer verkocht hebben een erve en huis in de Noordenbergstraat, tusschen Goesen Bangen en Johan Coenraetssoen. waaruit Geerd Hakesberch 6 gouden Beijersche gl. per jaar heeft: voorts dat Peter verklaard heeft aan Goderd, den zoon van Hadewich, die nog (niet) mondig is, schuldig te zijn 23 Arn. gl. te betalen over 4 jaar als Gaderd van genoemd huis naar stadregt oplating en vertichnis doen zal. Met de zegels der Schepenen., 1447. Op onsser lieuer vrouwen dach visitacionis (2 juli) | ||
Casijn van Oldenbarneueld, Rigter van Veluwe, doet kond dat Henrick Heetbrinck, Eeffken Vrijelinks en Geerberch van Nijmmegen, met Herman Tegginck als momber, aan Borchgert Geritssoen als "toevenger" des Heilige Geest of Groote Gasthuis overgegeven hebben het erve en goed Kranenkamp in Aerderbroick, kerspel Wilp, hun aanbestorven van Lumme, wed. van Rijcqwijn Ploech, en alle andere erven en goederen, die zij in het gerigt van Veluwe bezitten, behoudende Ricqwijn de lijftucht dier goederen. Gerigtsluden: Herman Boeninck, Ernst Casijnsz van Oldenbarneuelt en Rijcqwijn Pelensoen. Met bijna gaaf zegel van den Rigter., 1447. Des guedensdaghes post Egidij abbatis (6 september) | ||