Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920 ( Westfries Archief )
0964
Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Geraadpleegde bronnen
5. Geraadpleegde literatuur
6. Lijst van functionarissen
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
4) Als de nieuwe molen er wel komt en daarmee in de Waert geloosd zal worden, dan mogen Heynsbrouck en Ursem ook water inlaten en uitmalen in de Waert met de molens nu staande op hun grondgebied, om de Wogmeer sneller te "verminderen";
5) In de kosten van het versterken van de oude kade, het maken van de nieuwe kade, het uitdiepen en verbreden van de afwatering, de bouw van een nieuwe molen, het onderhoud van de kaden, sloten en molen, het molenaarsloon en alle andere kosten moeten partijen "margen-/margensgelijk" bijdragen;
6) De nieuwe molen, kaden en afwatering zullen worden bestuurd door drie molenmeesters, één uit Ursem, één uit Heynsbrouck en één uit Updam;
7) Die van Updam mogen afgesloten blijven, en kunnen niet tot opening van de dammen verplicht worden. Zij mogen de dammen pas openen als de anderen vinden dat de Wogmeer met de drie molens leeg genoeg gemaakt is;
8) Vanaf het moment dat de dammen geopend worden mag iedereen weer onbelemmerd varen naar zijn land of andere plaatsen;
9) In geval van onenigheid over de uitspraak moeten partijen zich tot de arbiters wenden.
Met aantekening dat Claes Gerts en Jan Jacobsz Oly (buren van Ursem) als gevolmachtigden van 't corpus van Ursem op 1 augustus 1610 voor de vanwege deze akte molen kwijting hebben verleend aan de bedijkers van 't Wogmeerlant.
(inv.nr.39)
5) In de kosten van het versterken van de oude kade, het maken van de nieuwe kade, het uitdiepen en verbreden van de afwatering, de bouw van een nieuwe molen, het onderhoud van de kaden, sloten en molen, het molenaarsloon en alle andere kosten moeten partijen "margen-/margensgelijk" bijdragen;
6) De nieuwe molen, kaden en afwatering zullen worden bestuurd door drie molenmeesters, één uit Ursem, één uit Heynsbrouck en één uit Updam;
7) Die van Updam mogen afgesloten blijven, en kunnen niet tot opening van de dammen verplicht worden. Zij mogen de dammen pas openen als de anderen vinden dat de Wogmeer met de drie molens leeg genoeg gemaakt is;
8) Vanaf het moment dat de dammen geopend worden mag iedereen weer onbelemmerd varen naar zijn land of andere plaatsen;
9) In geval van onenigheid over de uitspraak moeten partijen zich tot de arbiters wenden.
Met aantekening dat Claes Gerts en Jan Jacobsz Oly (buren van Ursem) als gevolmachtigden van 't corpus van Ursem op 1 augustus 1610 voor de vanwege deze akte molen kwijting hebben verleend aan de bedijkers van 't Wogmeerlant.
(inv.nr.39)
25 Ridderschap, edelen en steden van Holland en West-Friesland verklaren dat zij een verzoek hebben ontvangen van Arent van Duvenvoorde (als oom en voogd Jacob van Duvenvoorde, heer van Opdam en Heynsbroeck) en een aantal medestanders om de Wogmeer te mogen droogmaken en bedijken. De supplianten krijgen hiervoor toestemming onder de volgende voorwaarden:
1) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia op de nieuwe gronden in de jurisdicties van Opdam en Heynsbroeck;
2) De onderneming is voor eigen kosten en risico. De heer van Opdam en Heynsbroeck krijgt de nieuwe gronden in eigendom tegen betaling van een aflosbare jaarlijkse recognitie van 3 stuivers per morgen voor landerijen onder Opdam en Heynsbrouck en van 6 stuivers per morgen voor landerijen onder Ursem ingaande één jaar na de bedijking;
3) De grafelijkheid behoudt de tienden van de landerijen onder Ursem, waarvan echter vijf jaar vrijstelling wordt verleend, ingaande één jaar na de bedijking;
4) Er moet een scheisloot of banscheiding worden gemaakt om de jurisdicties van Opdam en Heynsbrouck te scheiden van de jurisdictie van Ursem;
5) De bedijkers krijgen twaalf jaar vrijstelling van de verpondingen en van de imposten op hoornbeesten en bezaaide landen, ingaande direkt na de bedijking;
6) De bedijkers krijgen vrijstelling van de impost op het bier dat tijdens het "dijkjaar" door hen en de arbeiders gedronken wordt;
7) De vaststelling van keuren over de schouw, alsmede het bestuur van ringdijk en ringsloot in de banne van Ursem worden gedaan door de schout van Ursem;
8) De heer van Opdam en Heynsbrouck krijgt de visserij van de ringsloot van de Wogmeer in leen;
9) De bedijking moet binnen drie jaar voltooid zijn en deze akte moet binnen vier maanden geregistreerd zijn door de Rekenkamer van Holland, anders vervalt het octrooi. Met aantekening dat de akte op 19 februari 1599 is geregistreerd. (inv.nr. 34)
1) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia op de nieuwe gronden in de jurisdicties van Opdam en Heynsbroeck;
2) De onderneming is voor eigen kosten en risico. De heer van Opdam en Heynsbroeck krijgt de nieuwe gronden in eigendom tegen betaling van een aflosbare jaarlijkse recognitie van 3 stuivers per morgen voor landerijen onder Opdam en Heynsbrouck en van 6 stuivers per morgen voor landerijen onder Ursem ingaande één jaar na de bedijking;
3) De grafelijkheid behoudt de tienden van de landerijen onder Ursem, waarvan echter vijf jaar vrijstelling wordt verleend, ingaande één jaar na de bedijking;
4) Er moet een scheisloot of banscheiding worden gemaakt om de jurisdicties van Opdam en Heynsbrouck te scheiden van de jurisdictie van Ursem;
5) De bedijkers krijgen twaalf jaar vrijstelling van de verpondingen en van de imposten op hoornbeesten en bezaaide landen, ingaande direkt na de bedijking;
6) De bedijkers krijgen vrijstelling van de impost op het bier dat tijdens het "dijkjaar" door hen en de arbeiders gedronken wordt;
7) De vaststelling van keuren over de schouw, alsmede het bestuur van ringdijk en ringsloot in de banne van Ursem worden gedaan door de schout van Ursem;
8) De heer van Opdam en Heynsbrouck krijgt de visserij van de ringsloot van de Wogmeer in leen;
9) De bedijking moet binnen drie jaar voltooid zijn en deze akte moet binnen vier maanden geregistreerd zijn door de Rekenkamer van Holland, anders vervalt het octrooi. Met aantekening dat de akte op 19 februari 1599 is geregistreerd. (inv.nr. 34)
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
25
Ridderschap, edelen en steden van Holland en West-Friesland verklaren dat zij een verzoek hebben ontvangen van Arent van Duvenvoorde (als oom en voogd Jacob van Duvenvoorde, heer van Opdam en Heynsbroeck) en een aantal medestanders om de Wogmeer te mogen droogmaken en bedijken. De supplianten krijgen hiervoor toestemming onder de volgende voorwaarden:
1) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia op de nieuwe gronden in de jurisdicties van Opdam en Heynsbroeck;
2) De onderneming is voor eigen kosten en risico. De heer van Opdam en Heynsbroeck krijgt de nieuwe gronden in eigendom tegen betaling van een aflosbare jaarlijkse recognitie van 3 stuivers per morgen voor landerijen onder Opdam en Heynsbrouck en van 6 stuivers per morgen voor landerijen onder Ursem ingaande één jaar na de bedijking;
3) De grafelijkheid behoudt de tienden van de landerijen onder Ursem, waarvan echter vijf jaar vrijstelling wordt verleend, ingaande één jaar na de bedijking;
4) Er moet een scheisloot of banscheiding worden gemaakt om de jurisdicties van Opdam en Heynsbrouck te scheiden van de jurisdictie van Ursem;
5) De bedijkers krijgen twaalf jaar vrijstelling van de verpondingen en van de imposten op hoornbeesten en bezaaide landen, ingaande direkt na de bedijking;
6) De bedijkers krijgen vrijstelling van de impost op het bier dat tijdens het "dijkjaar" door hen en de arbeiders gedronken wordt;
7) De vaststelling van keuren over de schouw, alsmede het bestuur van ringdijk en ringsloot in de banne van Ursem worden gedaan door de schout van Ursem;
8) De heer van Opdam en Heynsbrouck krijgt de visserij van de ringsloot van de Wogmeer in leen;
9) De bedijking moet binnen drie jaar voltooid zijn en deze akte moet binnen vier maanden geregistreerd zijn door de Rekenkamer van Holland, anders vervalt het octrooi. Met aantekening dat de akte op 19 februari 1599 is geregistreerd. (inv.nr. 34)
1) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia op de nieuwe gronden in de jurisdicties van Opdam en Heynsbroeck;
2) De onderneming is voor eigen kosten en risico. De heer van Opdam en Heynsbroeck krijgt de nieuwe gronden in eigendom tegen betaling van een aflosbare jaarlijkse recognitie van 3 stuivers per morgen voor landerijen onder Opdam en Heynsbrouck en van 6 stuivers per morgen voor landerijen onder Ursem ingaande één jaar na de bedijking;
3) De grafelijkheid behoudt de tienden van de landerijen onder Ursem, waarvan echter vijf jaar vrijstelling wordt verleend, ingaande één jaar na de bedijking;
4) Er moet een scheisloot of banscheiding worden gemaakt om de jurisdicties van Opdam en Heynsbrouck te scheiden van de jurisdictie van Ursem;
5) De bedijkers krijgen twaalf jaar vrijstelling van de verpondingen en van de imposten op hoornbeesten en bezaaide landen, ingaande direkt na de bedijking;
6) De bedijkers krijgen vrijstelling van de impost op het bier dat tijdens het "dijkjaar" door hen en de arbeiders gedronken wordt;
7) De vaststelling van keuren over de schouw, alsmede het bestuur van ringdijk en ringsloot in de banne van Ursem worden gedaan door de schout van Ursem;
8) De heer van Opdam en Heynsbrouck krijgt de visserij van de ringsloot van de Wogmeer in leen;
9) De bedijking moet binnen drie jaar voltooid zijn en deze akte moet binnen vier maanden geregistreerd zijn door de Rekenkamer van Holland, anders vervalt het octrooi. Met aantekening dat de akte op 19 februari 1599 is geregistreerd. (inv.nr. 34)
Datering:
21 december 1598
NB:
Het zegel is zwaar beschadigd en het perkament is aangetast door vocht.
Zie ook:
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 28-11-2007
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1438-1920
Datering:
1438-1920
Plaats:
Obdam
Soort archief:
Particulier
Omvang:
2000 mm
Licentie:
Openbaar:
Ja
Auteur:
J. de Bruin (1987)
Categorie:
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken