Seal

Digitale Charterbank Nederland

De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.

‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder

Uw zoekacties: Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen

0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
'Dit zint de koeren ende willekoeren, de de scepenen ende raidt ende de gemene stadt van Swolle gewillkoert hebben.
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
1. Papier en werkelijkheid
2. Geschiedenis van het archief
3. De inventarisatie
4. De Ordening
5. Gesloten testamenten
Inventaris
2. Archief van de cameraars
Het politieke jaar in Zwolle bestond uit dertien maanden *  , elk van vier weken. Telken jare, op Pauli Conversio (25 januari) werd de nieuwe magistraat gevormd. Het nieuwe stadsbestuur bestond uit 12 schepenen en de raad werd gevormd door de 12 afgaande schepenen van het vorige jaar, de raden. De 12 schepenen van de stad Zwolle verdeelden elk jaar de zes bestaande functies (cameraars, gruitmeesters, keurmeesters, tichelmeesters, timmermeesters en tollenaars), die steeds door een tweetal werden vervuld. De schepenen die gedurende het gehele jaar belast waren met de administratie van de stedelijke financiën werden cameraars genoemd. De beide cameraars zou men kunnen beschouwen als het 'dagelijkse' bestuur van de stad Zwolle.
Het latere stadsrecht-na 1703-en vooral dat van 1794 beperkte het getal van schepenen op acht en dus ook het aantal raden op acht. Het nieuwe stadsrecht maakt nog wel apart vermelding van de functie van cameraar, maar al sedert het midden van de zeventiende eeuw zijn de benamingen van de overige magistraatsleden nog wel in zwang, maar vervullen zij soms functies, die daarmede niet meer in overeenstemming zijn.
Door de functie van cameraar, die niet alleen de geldmiddelen van de stad beheerden, maar ook drie maanden per jaar formeel aan het hoofd van het stadsbestuur stonden, werden zij tot de feitelijke regering van de stad Zwolle. In de praktijk kwam het er op neer, dat men eerst alle andere magistraatsfuncties moest doorlopen alvorens men tot cameraar werd verkoren. Alle andere schepenen moesten aan de cameraars rekening en verantwoording afleggen. In de praktijk kwam dat er veelal op neer, dat de cameraars overal een 'vinger in de pap' hadden en daarvan ook gebruik maakten.
De functie van cameraar is tot in het recente verleden onderschat, doordat men zich conditioneerde op het formele functioneren van de cameraar, maar niet naar zijn feitelijke machtsinvloed keek.
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.9. Bijzondere administraties
2.2.9.2. Toezicht op administraties van instellingen van zorg
2.2.9.2.6. Holdehuis
Het Holdehuis -later ook wel Kinderhuis genoemd-was het weeshuis voor de wezen van ouders, die geen burger van de stad waren. In 1647 werd daartoe deze stichting in het leven geroepen. Daarvoor kregen zij onderstand uit de Armenkamer, hoewel al in 1631 door de aalmoezeniers aan het bestuur van de stad het verzoek was gericht om een huis voor verpleging van dergelijke wezen op te richten.
In 1647 werd het kapitaal van de Sacramentshuizen daarvoor aangewend, evenwel belast met het onderhoud van vijf arme oude vrouwen in de huisjes aan de Rode Haansteeg.
Hoewel men dacht voldoende geldmiddelen ter beschikking gesteld te hebben, bleek een paar jaar later het tegendeel het geval te zijn. In 1651 werd al een extra collecte in de stad gehouden ten behoeve van de vreemde wezen. De kinderen waren bij particulieren ondergebracht, waar zij verzorgd werden en nadien ook werk verrichtten. In 1659 vond men dat de kinderen beter in een huis ondergebracht konden worden, omdat daar hun educatie beter gewaarborgd zou zijn. In 1664 werd een collecte daarvoor gehouden en kon de voormalige behuizing van het St. Ceciliënconvent aan de Broerenstraat worden aangekocht. Dit huis stond ook bekend als het Kinderhuis. De inrichting van dit huis was voltooid in 1669. In 1668 werd het fonds van de Asje Winters nalatenschap verenigd met het Holdehuis .
In het midden van de 18de eeuw geraakte het Holdehuis in financiële moeilijkheden en werd er veel geld geleend. Langzamerhand werd het geldelijk beheer beter en kon er weer kapitaal gevormd worden.
Wezenverzorging behoorde niet alleen tot de taken van het Holdehuis; ook krankzinnigen en oude vrouwen werden door het huis verzorgd. In 1674 betaalde het huis geld aan een particulier, die een krankzinnige thuis verzorgde. De verzorging van dergelijke zieken geschiedde niet kosteloos; er moest voor betaald worden.
Al in 1772 werd gesproken over een vereniging van het Holdehuis met het Burgerweeshuis. Het verschil tussen uit burgers geboren kinderen en anderen telde toen niet meer zo streng als ruim een eeuw eerder. In 1795 kwam de vereniging tot stand en hield het Holdehuis op te bestaan en ontstond 'het Huis der Weezen'.
2.2.9.2.6.1. Bewijzen van eigendom
2.2.9.2.6.1.1. Zwolle en omgeving
2.2.9.2.6.1.1.2. Stad en stadsvrijheid van Zwolle
2.2.9.2.6.1.1.2.3. Wijk Diezerstraat
11128 Akte van vestiging door Jan Berends van Ryssen en zijn vrouw ten behoeve van de provisoren van het Holdehuis van een jaarlijkse rente, gaande uit hun huis in de Diezerstraat, 1664.
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inventaris
2. Archief van de cameraars
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.9. Bijzondere administraties
2.2.9.2. Toezicht op administraties van instellingen van zorg
2.2.9.2.6. Holdehuis
2.2.9.2.6.1. Bewijzen van eigendom
2.2.9.2.6.1.1. Zwolle en omgeving
2.2.9.2.6.1.1.2. Stad en stadsvrijheid van Zwolle
2.2.9.2.6.1.1.2.3. Wijk Diezerstraat
11128
Akte van vestiging door Jan Berends van Ryssen en zijn vrouw ten behoeve van de provisoren van het Holdehuis van een jaarlijkse rente, gaande uit hun huis in de Diezerstraat, 1664.
Datering:
1664.
NB:
Regest no. 07712
Omvang:
1 charter
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle

Kenmerken

Datering:
1230 - 1813
Omvang archiefblok:
526,8 24,2 meter(s)
Omvang in stuks:
3124 458
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Opmerkingen:
* Charters worden alleen ter inzage gegeven na overleg met de studiezaalmedewerker. Raadpleeg eerst de regesten.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
Toegang:
Mensema, A.J., Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen, 1230 - 1813, Zwolle (2007).
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Stadsbestuur Zwolle, Archieven van de opeenvolgende stadsbesturen (Stadsarchief)
 
 
 
Een product van:

Huygens ING De Ree