Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
128 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
De Staten van Utrecht stellen, naar aanleiding van een request van Cornelis Schellinger en Vrouwe Maria Agnes geboren gravin van Zinzendorff enz., vast de scheidingsgrens tussen de hogeheerlijkheden van Zeist en Driebergen, en wel de Odijker steeg berg- en Rijnwaarts, die met de gerechten van de Breul, Stoetwegen en Gattenbroek onder Zeist als gehuchten blijven ressorteren | ||
De Staten van Utrecht belenen Jhr. Sweder Wilhelm van Brakel met het huis Blyckenburgh met 20 morgen land, gelegen onder Zeist, grenzende beneden aan de papelijke proven van Zeist, na dode van zijn vader Jhr. Gasper van Brakel | ||
De Staten van Utrecht belenen Elbert Assuerus baron van Voorst, vrijheer van Gent enz., als man van Vrouwe Mechtelt barones de Renesse de Baer met het huis Blickenburgh met 20 morgen land, gelegen onder Zeist, grenzende beneden aan de papelijke proven van Zeist, na dode van Jhr. Sweder Wilhelm van Brakel, na wiens dood had moeten beleend worden diens zuster Juffr. Jasperina van Brakel en na haar dood Vrouwe Anna Juliana de Renesse de Baar, Mechtelt's moeder | ||
Adriaan van Rossem, heer van Hardenbroek, beleent Vrouwe Aletta Bontemantel, vrouwe van Schalkwijk, met een huisje en land groot 4 morgen, gelegen onder Stoetwegen aan de Groene- of Kerkweg, na koop van Daniel van Berck, Raad in de vroedschap van Utrecht | ||
het Hof van Utrecht geeft een decreetbrief, op verzoek van Wilhem de Nassauw, vrijheer van Zeist, Odijk enz., in verband met de aankoop van de ridderhofstad Blickenborch met toebehoren, gelegen onder Stoetwegen | ||
Adriaan van Rossem, heer van Hardenbroek, beleent Joffr. Mechtelt Bontemantel met een huisje en land groot 4 morgen, gelegen onder Stoetwegen aan de Groene- of Kerkweg, na dode van haar zuster Aletta Bontemantel, vrouwe van Schalkwijk | ||
De Staten van Utrecht belenen Wilhelm de Nassau, vrijheer van Zeist en Driebergen enz. met de ridderhofstad Blickenburgh met singels, tuin, plantages, duifhuis en 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na overdracht door Elbert Assueer Reynier baron de Voorst, vrijheer van Gent enz., en zijn vrouw Vrouwe Mechtelt Adriana baronesse de Renesse de Baar | ||
Adriaan van Rossem, heer van Hardenbroek, beleent Hugo van Krayesteyn, ten behoeve van de fideicommisaire erfgenamen van Gerard Bontemantel, met een huisje en land groot 4 morgen, gelegen onder Stoetwegen aan de Groene- of Kerkweg, na koop van Joffr. Mechtelt Bontemantel | ||
De Staten van Utrecht belenen heer Lodewijck Adriaan van Nassauw, vrijheer van Zeist, Driebergen enz. met het huis Blickenburgh met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na dode van zijn vader heer Willem van Nassauw, heer van Odijk enz | ||
Pieter Godard van Rossem, heer van Hardenbroek, beleent Araoldus Muykens, kanunnik ten Dom te Utrecht, met een huisje en land groot 4 morgen, gelegen onder Stoetwegen aan de Groene- of Kerkweg, na koop van Jacob Pauw, ontvanger van het Klein zegel der Staten van Utrecht | ||
De Staten van Utrecht belenen Jhr. Willem Adriaan van Nassau, vrijheer van Zeist, Driebergen enz. met het huis Blikkenburg met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na dode van zijn vader Jhr. Lodewijk Adriaan van Nassau, vrijheer van Zeist, Driebergen enz | ||
Willem Adriaan graaf van Nassau, vrijheer van Bergen enz. transporteert voor schouten en schepenen van Zeist, Stoetwegen en Gattenbroek aan Cornelis Schellinger, heer van Zeist en Driebergen, de ridderhofstad Blikkenburch met singels, tuin, plantages, duifhuis en 20 morgen land, met nog 34,5 morgen land, alles gelegen onder Stoetwegen | ||
De Staten van Utrecht belenen heer Kornelis Schellinger, heer van Zeist enz. met de hof stad Blikkenburg met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na opdracht van Jhr. Willem Adriaen van Nassau, vrijheer van Bergen enz | ||
De Staten van Utrecht belenen Maria Agnes gravin van Zinzendorff en Pottendorff, vrouwe van Zeist, met de ridderhofstad Blikkenburg met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na opdracht van Cornelis Schellinger, heer van Driebergen, en zijn vrouw Sophia Genten | ||
De Staten van Utrecht belenen Hendrik Lodewijk, burggraaf en graaf tot Dohna, met de ridderhofstad Blikkenburg met 20 morgen land, ge- | ||
Jhr. Johan Adolf baron van Hardenbroek, heer van Hardenbroek, beleent Vrouwe Catharina de Leeuw douair. Jhr. Gerlach Frederik baron van der Capelle met een huisje en land groot 4 morgen, gelegen onder Stoetwegen aan de Groene- of Kerkweg, na dode van haar man | ||
De Staten van Utrecht belenen Johannes Renatus van Laar met de ridderhofstad Blikkenburg met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na opdracht van Hendrik Lodewijk burggraaf en graaf tot Dohna | ||
De Staten van Utrecht belenen Cornelis Renatus van Laar met de ridderhofstad Blikkenburg met 20 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, na dode van zijn vader Johannes Renatus van Laar | ||
Frederik Batavodorus Taats van Amerongen, heer van Natewis, Georgië Vilgas, Georgië Baar en Leonard Taats van Amerongen transporteren aan Godard Berger een boerewoning met toebehoren, gelegen aan de Amersfoortse weg tussen land van Reynier van Üytenhoven, heer van Amelisweerd, en Jacob Noirot, door de verkopers in eigendom bekomen van de graaf van der Nat | ||
Jochem Berger, als gemachtigde van zijn zuster Sofia Gijsberta en Elisabeth Beatrix Berger, en van zijn moeder Vrouwe Sibilla Hooft wed. Jacob Berger, allen erfgenamen van hun oom Godart Berger, transporteert aan Gerard Jan van Spall, secretaris van Houten en het Goy, een huis, hofstede met toebehoren, gelegen aan de Amersfoortse rijweg, door de verkopers in eigendom bekomen van de heer Van Natewisch, en daarvoor van de graaf Van der Nath | ||