Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
51 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Heer Wolter, pastoor te Rijsne (Rijssen), oorkondt, dat heer Evert van Bevervorde, ridder, hem bet levenslang vruchtgebruik van een "korfware", gelegen bij oorkonders ware, gegeven beeft onder de bepaling, dat deze korfware na zijn dood weer vervalt aan Rolf van Bevervorde, heer Everts zoon. Origineel charter (inv. nr. 325). Het zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Grip van den Tije, richter tod Odmerzem, oorkondt, dat Ludike Johansbroder Bertoldinch (?) en zijn vrouw Daye, die een horige is van Gerd van Bevervorde, ten overstaan van hem en de getuigen Henricus Scbopincb (?), Kop Mensincb, Joban Berendinch, Ludike tor Beke, Johan toe Wosten, Bertold ton Brocbus en Mense ton Berge verklaard hebben, dat zij van Gerd van Bevervorde in pacht hebben gekregen bet goed ton Richmerspole, gelegen in de buurschap Vlederinghe in bet gericht Odmerzen, onder vermelding van de verschillende pachtvoorwaarden, waarbij onder andere de bepaling, dat Ludike en Daye dit goed, zodra zij dit niet langer kunnen bebouwen, zullen laten aan bun kinderen en dan zelf hun bof zullen gaan bewerken, waarop de Nije Hofstede staat. Origineel charter (inv. nr. 327). Het afhangend doorgestoken zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Egbert Haec van den Rutenberge, schout tot Vollenhoe, oorkondt, dat Bernt Hermening en Lubbaert Hermening, woonachtig in het kerspel van Oetmersem, gezworen hebben, dat zij beiden verwanten zijn van wijlen Heyne Bripot, namelijk als zusterskinderen van moederszijde, en dat deze evenals diens vader, moeder, broers en zusters, geboortig was van de Zuuthof, gelegen in de buurschap van Alleberghe in het kerspel van Oetmersem, en dat deze lieden, evenals zijzelf, volschuldige horigen zijn van Gert van Bevervoerden, die hen tegelijk met de Zuuthof van zijn vader geërfd had, terwijl zij voorts verklaarden, dat zij naar hun weten nimmer waren verkocht of in een andere echte overgegaan; bij welke verklaring als keurnoten en gerichtsluiden aanwezig waren Heynrick (die) Zuer(e), (....) van Oestenwolde, Hughe van der Halle, Roelof van Yttersum, Aernt die (B)eyer, Egbert die (....) en Lubbaert van Nyede. Origineel charter (inv.nr. 327). Het afhangend doorgestoken zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Alef van Polingen vanwege Engelbert, graaf thor Marke, richter thon Hamme, oorkondt, dat Sweder van Swederinch, zijn vrouw Mette en hun kinderen Rotger, Sweder, Kunne en Elzeke, ten overstaan van hem en de gerichtslieden Conrad en Herman van Herborn, broers, en Diderik van Heringen, verkocht en overgedragen hebben aan Godeke Volenspete een vierde deel van een kamp land, genoemd de Hovestat tho Leen (Lohn, Westfalen), gelegen in de buurschap tho Leen, die eertijds toebehoorde aan de "Werzevrowen"; welke akte op verzoek van Sweder van Swederinch, wegens het ontbreken van een eigen zegel, door Conrad van Herborn en Alef van Polingen gezegeld wordt. rigineel charter (inv. nr. 343). De uithangende zegels van Alef van Polingen en Conrad van Herborn zijn verloren. | ||
Ghebbe Volmersdochter Hemminch oorkondt, dat zij, ten overstaan van heer Evert van der Eze, pastoor tod Almelo, al haar niet nader aangeduide rechten en aanspraken op de goederen to Hemmynch en to Grimberge "gheleghen in der heerscap van Almelo", heeft overgedragen aan Johan van Bervorde en zijn vrouw Grete, waarbij aanwezig waren heer Gherd Bickerdinc, vicarius tod Almelo, Godiken van Hulserne, anders geheten des Zwarten Gherdessone, Coert Brij, Johan van den Lare en Bertolt Bernninch; met een verklaring van heer Evert, voornoemd, dat hij deze akte voor haar heeft gezegeld, omdat zij zelf geen zegel had. Origineel charter (inv. nr. 328). Het afhangend, doorgestoken zegel van heer Evert van der Eze is verloren. | ||
Johan de Hetersche, zijn vrouw Heijlike en zijn kinderen Johan, Herman en Hadewych, oorkonden verkocht te hebben aan Evert den Baveler een half waardeel in de Bonyngher marke, op grond waarvan hij gerechtigd zal zijn om hout te halen en eikels te vergaren (to holte ende tod akeren), welk 1/2 waardeel verbonden was aan het Grotenhues te Bonynghe, en dat zij hiervan transport gedaan hebben ten overstaan van Albert Meyerinc, richter tod Aldensale en de keurnoten Henric Krybbe en Hessel tor Denghe; zulks onder bevestiging van Albert Meyerinc, die deze akte mede zegelt. Origineel charter (inv.nr. 343). De uithangende zegels van Johan de Hetersche en Albert Meyerinc zijn verloren gegaan. | ||
Otte van Welevelde en zijn zoon Johan oorkonden, dat zij met de buren van Alberghen een stuk land hebben geruild, dat gelegen is tussen het erve Hilbinc en het kerkhof van de kapel van de buurschap Alberghen, waarvan een deel getrokken is bij het kerkhof van die kapel en een ander deel gelegen is "buten den rechten campe", welk land eertijds behoorde tot het erve de Noerthof, welke ruiling plaats heeft gevonden tegen een "inslach" heideveld, dat gelegen is tussen "der rechter hofstede", behorende bij de Noerthof, en de "zuetessche" van de voornoemde buurschap. Origineel charter (inv.nr. 343). De uithangende zegels van de beide oorkonders zijn verloren. | ||
Johan Hassloe en Herman Mauricius, burgemeesters in Oldenzael en voorts schepenen en raad van Oldenzale oorkonden, dat Reyneken Naetgaren en zijn vrouw Lubbe aan Hille ten Loe een rente hebben verkocht van 1 mud winterrogge, Deventer maat, uit hun huis en gehele weer, gelegen te Oldenzael bij de stadsmuur, belend door het huis van Metten Beyering ter ener en door Johan des Zwarten Lambertszone ter andere zijde alsmede uit hun twee kampen, gelegen tussen de Hoenhaer en de Stenbrincke, het ene Bystervelt genoemd, het andere de Hoenkamp, welke rente jaarlijks voldaan moet worden binnen Oldenzael, tussen Sunte Marten in den wynter (11 november) en Mydwynter (25 december), welke akte met het stadskleinzegel wordt gezegeld. Origineel charter (inv.nr. 335). Het uithangende kleinzegel van de stad Oldenzaal is verloren. | ||
Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Oldenzael oorkonden, dat Johan te(r) Oesterwyck en zijn vrouw Gese een rente verkocht hebben aan Lucke, weduwe van Frederick Mauricius, van 2 mud winterrogge, (De)venter maat, uit hun weer gelegen binnen Oldenzael in de Dornyng(er)straat, aan de ene zijde belend door het erve van Pelgrym ..... en aan de andere zijde door de straat, welke rente jaarlijks geleverd moet worden tussen Santé Marten in den wynter (11 november) en Mydwynter (25 december) binnen Oldenzael. Origineel charter (inv.nr. 343). Het uithangende kleinzegel der stad Oldenzaal is beschadigd. | ||
Ghert van Berwerde, wonend te Werys (Werries), oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Hinrick Oloves Oloiffssone, burger to den Hamme (Hamm, Westfalen) een jaarlijkse rente van 1 gulden, te betalen op Sunte Johannesdach to middensomer (24 juni), uit al zijn goederen, losbaar met 13 gulden, de gulden gerekend tot 10 schillinch, waarbij getuigen waren Peter ter Borch en Wernike tor Noirden. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangend zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Gert van Berwede (Bevervoorde) oorkondt verkocht te hebben aan Johan Rodinchuys, burger tom Hamme (Hamm, Westfalen), een rente van 1 Overlentsche Rinsche gulden, welke rente jaarlijks vervalt op Sunte Walburgisdach (1 mei) uit zijn hof en goed to Weylinck, gelegen in het kerspel Hovele (Hövel, Westfalen) en losbaar is met 12 gelijke guldens, welke akte door Gert wordt gezegeld en waarvan getuigen zijn Heer Hinrich van Galen en Diderich Nase. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangende zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Gert van Beverforde erkent, met als getuigen Herman van Z(....)ne, burgemeester, en Johan van Bucke en Evert Everwin, burgers ten Hamme, aan Diderik Vridage, genaamd de Ruttere, burger Tom Hamme, een bedrag van 23 mark, 4 schellingen en 3 penningen schuldig te zijn aan achterstallige rente uit het Wullengoed to Weries, dat oorkonder gekocht heeft, alsmede 40 schepel rogge, van welke vorderingen eerst de geldsom in termijnen voldaan zal worden jaarlijks op Vechtenesse (15 juni) en vervolgens op de zelfde voorwaarden de 40 schepel rogge. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangende zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Gert van Bervoerde oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Peter van der Borch, buger tom Hamme, en zijn vrouw Catharine een rente van 2,5 mark, jaarlijks te betalen binnen de stad ten Hamme op Sente Vitisdach des hilligen mertelers (15 juni) uit zijn "heywysch" (ontgonnen heideland, waarvan een weide is gemaakt) genoemd de Buddenbredde, gelegen in het kerspel van Hesene bij "der Kerckenwysch" to Hesene, met het recht deze af te lossen met 30 marken, welke akte door oorkonder wordt bezegeld, waarvan getuigen waren Coirt Boynsack, Engelbert Brunninckhuys, Hinricus Schriver en Johannes Hachenborch, zijn schrijver. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangende zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Evert van Leyden, kameraar van Deventer, quiteert Johan van Bevervoirde, drost to Diepenhem, wegens de ontvangst van 200 herenpond "herkomende van den huyse to Diepenhem", onder vermelding dat dit bedrag in het jaar 1480 verschenen was. Origineel charter (inv.nr. 332). Het uithangende zegel van Evert van Leyden is verloren. | ||
Diderich van Heyde, domheer en kellenaar van de kerk to Munster, geeft aan Gerd van Berwerde (Bevervoorde) to Weryges (erries) en zijn vrouw Margareta het onverjaarbare recht om desgewenst telkens upp de hochtyt Pinxten, de jaarlijkse rente van 10 gouden Rinssche gulden, zoals die bij een niet nader omschreven akte gevestigd is op hun erven genoemd Sudendorpsgoed en Dyrickemansgoed, gelegen in het kerspel to Herberen, op Myddendorpsgoed to Kurich en op de Ossenkampe, gelegen in het kerspel to Walstede, af te lossen met 200 Overlendesche, gouden, Rinsche gulden, waarvan getuigen zijn heer Johan Kluver, heer Johan Wijngarde en heer Johan Kock. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangende zegel van Diderich van Heyde is verloren. | ||
Henrick Hasenvelt, richter to Diepenhem, oorkondt, dat, ten overstaan van hem en de keurnoten Hermen Reijgher en Bruen van Hederke, Johan van Bevervorde en zijn vrouw Wibbeke een rente hebben verkocht aan Gostue van Pesie (Peize ?), non in het klooster to Werslo, van één mud winterrogge Deventer marckemathen, ten behoeve van het nieuwe altaar Sancti Anthonii in de kloosterkerk te Wersloe, uit hun goed, genoemd de Kruckke en uit hun kamp, genoemd de Haer, beiden gelegen toe Depenhem, welke rente jaarlijks vervalt tussen Sancte Marten yn den winter (11 november) ende der Hochtijt to midwinter de winter (11 november) ende der Hochtijt to midwinter (25 december) te Wersloe op het kerkhof. Origineel charter (inv.nr. 332). De beide uithangende zegels van Henrick Hasenvelt en Johan van Bevervorde zijn verloren. | ||
Dyderich Torck to Vorhelm en zijn vrouw Lyse verklaren, dat zij Gerd van Beverforde schadeloos zullen houden voor elke aanspraak uit hoofde van diens borgstelling ten behoeve van hen gegeven bij hun verkoop van een jaarlijkse rente van 2 Overlendesche, gouden, Rinsche gulden aan Johan Voghede, uit hun erf, genoemd het Leynoldesgoed, gelegen in het kerspel tho Vorhelm (Westfalen) en in de buurschap, zoals vermeld in de akte, waarbij de rente verkocht werd, waarvan getuigen zijn Tylman Schroder en Johan Smedt, voornoemd (sic !) te Alen (Ahlen, Westfalen). Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangede zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Grete van der Recke, weduwe van Dirich van der Recke, to Stenforde (Steinfurt, Westfalen), geeft aan Gerd van Beverforde, mede namens haar kinderen Johan en Anne, de garantie, dat zij hem zal vrijwaren voor elke aanspraak uit hoofde van zijn borgstelling, die hij in kwaliteit als voogd over haar kinderen, heeft gegeven bij de verkoop aan Johannes Liderman den Olden to Munster van een jaarlijkse rente van 3 goudgulden uit het Johan Fruchtengoed to Panewich (Westfalen), waarvan zij de opbrengst ad 60 Rijnsche guldens heeft aangewend ten nutte van de kinderen. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangend zegel van Grete van der Recke is verloren. | ||
David van Bourgoengen, bisschop t' Utrecht, oorkondt, dat hij, op het slot tot Duerstede, in tegenwoordigheid van Johan van Hemerten, Engbert van Zulen en Johan Wychers, leenmannen, Johan van Bevervoerde beleend heeft, na de dood van zijn oom Roelof van Bevervoerde, met de Zuydthoff en de Nyenhoff met het daaraan verbonden ambt van holtrichter tot Albergen; met het erve Ryckmanspoll en het erve ten Westendorpe toe Vleederinge, alles gelegen in het gericht Oetmershem; met het erve ten Vargar, het erve Rorixkate, het erve Bennekink, het erve toe Hubbeldinck, het erve toe Rotgerinck, het erve ter Haer, het erve Hakerhoysen toe Benteloe, alles gelegen in het gericht en kerspel Delden; met het erve Hemminck, dat een borgleen is van Ghoer en gelegen in het kerspel Almeloe; met het erve Vrylinge, gelegen in de buurschap Vasse in het gericht Oitmershem; met het goed ter Groter Hulsedt en de grove en smalle tienden, rustende op Dobbeldinck, gelegen in Bonningen in het kerspel Denichem (Denekamp); met de tienden van de Hoff toe Azeloe; en voorts met het erve en goed Rotgerinck en met de tienden rustende op Kemerinck, beide gelegen in het kerspel Oldenzaill in de buurschap Dulre. Origineel charter (inv.nr. 332). Het uithangende zegel van bisschop David is verloren. Regest: J. van Doorninck e.a., Tijdrekenkundig Register op het Oud-Provinciaal Archief van Overijssel (1225 - 1528), Zwolle 1857 - 1875: deel IV, blz. 545. | ||
Cort Ketteler, selligen Rotgerssonne, oorkondt, dat hij Gert van Bervorde schadeloos zal houden, wanneer deze mocht worden aangesproken uit hoofde van diens borgstelling bij de verkoop door oorkonder van een jaarlijkse rente van 5 gouden rijnse gulden tegen 100 gelijke gulden aan Bernd Langerman, burger te Monster (Munster), uit zijn goed het Hessinckhuis, dat gelegen is in het kerspel to Bechern (Beckum, Westfalen) in de buurschap Lutterbeke. Origineel charter (inv.nr. 331). Het uithangend zegel van de oorkonder is verloren. | ||