Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
135 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Aankomsttitels voor Boldewijn Sloet en zijn weduwe van een huis te Blokzijl en van de helft van een huis in Barsbeek (O), 1639 - 1657. | ||
Aankomstttitels voor Gijsbert van Hemert van het erve De Esch in het kerspel Wijhe en van de halve Winnerweerdt onder Welsum (O, B), 1640 - 1650. | ||
Commissiebrieven voor de kapitein, later Colonel Johan Ernst Sloet (A), 1701 - 1742. | ||
Aankomsttitels voor Vrouwe Fredrica Margaretha Sloet douarière Sloet tot Lindenhorst van het huis Eckelboom in de Bisschopsstraat - hoek Bentstraat te Vollenhove (A, O), 1779. Met retroactum, 1645. | ||
Aankomsttitels voor Vrouwe Fredrica Margaretha Sloet douairière Sloet tot Lindenhorst van 5/8 van een erf in de buurschap Leeuwte en een perceel bouwland in de buurschap Duur (A), 1760 - 1797. | ||
Stukken betreffende landerijen in de marke Portmond (Fortman) (B, O), 1537 - ca. 1750. | ||
Aankomsttitels voor Adolph Beernts en Willemken Willemsz. van 13/14 van het goed Dreyen, gelegen in het ambt van Renckum en de buurschap Oosterbeek, afkomstig van de erfgenamen van Henrick Smitt en Derrisken Noot (B), 1654 - 1668. | ||
Testament van Pelgrim Hagen, gestoken door de ratificatie van de schout van Vollenhove van 7 November 1625 (O), 1625. | ||
Akte van huwelijksvoorwaarden, aangegaan tussen Johan van Dedem Arndessone van Dedem en Alydt Ripperbant, dochter van Derck Ripperbant (B) , 1504. | ||
Akte van approbatie door Philips, koning van Castilliën etc., als leenheer van de magescheid, aangegaan tussen Loeff en Henrick Keye, en Geertruyt Luyloffs, broers en zuster (B), 1571. | ||
Aankomstttitel voor Rutger van Haersolte tot Cranenberch van een rente van 1/5 van een half vat boter uit enige erven onder Rouveen en Staphorst (A), 1640. | ||
Akte van huwelijksvoorwaarden, aangegaan tussen Herman Joan Sloet en Reiniera Aleida van Hemert Gijsbertsdochter (O), 1664. | ||
Aanstelling door de Staten-Generaal van Gijsbert van Hemert, Burgemeester van Zwolle, tot Raad in de Admiraliteit van Amsterdam (O), 1645. | ||
Bul voor Fredericus Adrianus van Knobelsdorff, hem i.v.m. de Belgische opstand door de Curatoren van het Athenaeum te Deventer honoris causa verleend (A), 1831. | ||
Akte van belening door de Staten van Utrecht van Anna van Beynhem, weduwe van Willem Coppier van Cuylenborch, voor haar zoon Jr. Johan Coppier van Cuylenborch, burgemeester van Hasselt, met de helft van een hoeve lands en de opstal in Cockengen, te houden van de burggraven van Montfoort (A). Met retroacta (1455-1640) (B), 1663. | ||
Akten van belening van Gijsbert van Dedem, Antoni en Frederik Gijsbert van Dedem van de in nr. 28 genoemde goederen (B), 1715, 1740, 1771. | ||
Magescheid, aangegaan tussen de kinderen en erfgenamen van Conrat van Dedem en Gerbregt van Heyden. (B), 1560. | ||
Verklaringen van Adolf, Arnold Joost en Willem Heinrich graven van Bentheim, resp. Arnold Joost graaf van Bentheim ten verzoeke van Coenraad van Dedem, dat diens voorouders sinds eeuwen als adellijk bekend staan en van het adellijk huis Essche op de landdagen verschreven zijn geweest (B), 1607 - 1635. | ||
Stukken betreffende grondbezit in het kerspel Brantlicht en in Esschenbrugge, onder Emblichheim (B), 1484 - 1566. | ||
Akte van huwelijksvoorwaarden, aangegaan tussen Johan van Dedem en Judith van Wijnbergen (O), 1632. | ||