Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
235 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Johannes Mensonis, dacanus van St. Plechelmikerk te Oldenzaal, verklaart op verzoek van frater Lubbertus Smijt, convers van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Cisterc., aan den notaris Johannes Brant te hebben opgedragen een afschrift te geven van den fundatiebrief eener vicarie in dat klooster door Egbertus Bilrebeke (zie dat stuk op 1418 October 11), alsmede van de bevestiging daarvan door bisschop Frederik van Blankenheim (zie dat stuk op 1418 October 23, transfix bij de bovengemelde oorkonde). Sub anno a nativitate Domini Millesimo quadringentesimo tercio vicesima secunda die mensis Januarii. Met verklaring en teeken van den Notaris. Van het zegel slechts een spoortje over. o.n.Sibculo XXXVII. v. Doorn T.R. | ||
Herman die Munter, Ambtman van abdis en Capittel van Essen, verklaart dat Henrick Wilbortssoen erkende schuldig te zijn van wege Gheert Wolterssoen aan Lambert van Yrte 80 Beijersche guldens, voor de betaling waarvan hij aan gezegden Lambert had verpand jaarlijks 5 mudden rogge pachtzaad, uit het erve en goed Noerding, gelegen in het kerspel van Helendoerne, buurschap Daerle. Stiftsmannen: Dirck van Tweenhusen en Eernst ten Busssche. Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op sancte Mauriciusdach ende sijne geselschap. Met de uith.z.z.v.d. Ambtman en de 2 stiftsmannen in gr. w. Hierbij een trransfix dd. 1440 Dec. 13. o.n. Sibculo XXXVIII transfix XXXVIIIa, annex XXXVIIIb, XXXVIIIc, XXXVIIId. v. Doorn T.R. | ||
Herman die Munter, Ambtman van Abdis en Capittel van het stift Essen, verklaart dat Lambert van Ierte heeft overgegeven aan Prior en Convent van het klooster Sibbekeloe, ord.Bern., (de 80 Beijersche guldens en) 5 mudden rogge, waarvan sprake is in den brief dd. 1437 September 22, waardoor deze is getransfigeerd. Stiftsmannen-Dirck van Tweenhuijsen en Johan Pothghieter. Gegeven in den jaer ons Heren duijsent vierhondert ende viertich op sancte Luciendach Virginis. Met de uith.z.z. van den Ambtman en Lambert van I. in gr.w. Is transfix bij 1437 September 22. o.n. Sibculo XXXVIIIa. v. Doorn T.R. | ||
Conraet ten Bredenbroke verklaart zijn erve het Nijenhues, in de buurschap Geesteren, met alle toebehooren als vrij goed verkocht te hebben aan Prior en Convent van Zibekeloe, en de twee brieven hiertoe betrekkelijk, waarbij deze transfix is, aan het Convent te hebben overgegeven. Ghegeven in den jaren onses Heren dusent vierhondert ende eenendevijftich des Donredaghes bynnen der hochtijd van Paeschen. Het zegel v.C.t.B. is afgevallen. o.n. Sibculo LVIc. v. Doorn T.R. | ||
Everd de Scroder, richter te Ulzen, verklaart dat Bernd van Asbeke heeft verkocht aan Hermanneze Ghend, koster te Ulzen, zijn erve en goed geheeten Arnyng, met alle toebehooren, en de daarop wonenden, gelegen in de buurschap Itterbeke, kerspel en gericht van Ulzen, met garantie als vrij goed. Kornoten: Bruen van Hederke en Johan Werners. Int jaer onss Heren dusent veerhundert en en sestich op sunte Bartolomeusavend Apostoli. Met de uith. z.z.v.d. richter en v. Bernd v.A. in gr.w. Hierbij een transfix dd. 1463 Juny 15. Annex en transfix LXXIVa-d. o.n. Sibculo LXXIV. v. Doorn T.R. | ||
Everd de Scroder, richter te Ulzen, verklaart dat Bernd van Asbecke heeft verkocht aan Hermanneze Ghend zijn erve en goed het luttike Broechues, met alle toebehooren, in de buurschap van Wylsem, kerspel en gericht van Ulzen. Kornoten: Bruen van Hederke en Johan Werners. Ghegeven int jaer unss Heren dusent veerhundert een ende tsestich op Unser Lever Vrouwen avend Nativitatis. Met de uith.z.z.v.d. richter en Bernd v.A. in gr.w. Hierbij een transfix dd. 1463 Juny 15. o.n. Sibculo LXXIVa. v. Doorn T.R. | ||
Everd Scroeder, richter te Ulzen, verklaart dat Johan van Besten, anders geheeten Pape, Henrick, Rutgher, Wessell, Gheerlich zijne kinderen, en Johan van Covorden, Eijlard zijne vrouw en Herman van Wullen, Eijlardszoon, hebben verkocht aan Hermannese Ghend alle hunne beschapen en smalle tienden in het kerspel van Ulzen, buurschap Wilsem, gelegen, c.a. waarvan de specificatie in het stuk is te vinden. Koernoten: Johan die Bodeker en Johan Werners. Bijstanders: Gherardus Stipper en Ghert Stute. Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende tsestich des Donredaghes nae den Elven dusent Megheden. Met 8 uith.zz. (min of meer besch.) van Richter en verkoopers in gr.w.; het 9e is afgevallen. Hierbij een transfix dd. 1462 Jan. 25. Transfig. LXXVIa. o.n. Sibculo LXXVI. v. Doorn T.R. | ||
Hermannus Ghenth verklaart dat het convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., bezitter is van de tienden en renten, bedoeld bij den brief dd. 1461 October 22, waarbij deze transfix is. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe ende tsestich op Sunte Pauwelsdach Conversionis des hilligen Apostels. met het uith.z.v. Herm. in gr.w. Is transfix bij 1461 October 22. o.n. Sibculo LXXVIa. v. Doorn T.R. | ||
Hermannus Ghent verklaart, dat Prior en Convent in Zybekeloe terecht bezitten de goederen, vermeld in den brief dd. 1461 Augustus 23, waarbij deze transfix is, en dat hij van alle aanspraak daarop afziet. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunte Vitusdach des heilighen Mertelers. Met het uith.z.v.Herm. G. in gr. w. Is transfix bij 1461 Augustus 23. o.n. Sibculo LXXIVc. v. Doorn T.R. | ||
Hermannus Ghent verklaart, dat Prior en Convent in Zybekeloe terecht bezitten het goed vermeld in den brief dd. 1461 Sept. 7, waarbij deze transfix is, en dat hij van alle aanspraak daarop afziet. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunte Vitusdach des heylighen Mertelers. Met het uith. (ietw.besch.) z.v.Herm.G. in gr. w. Is transfix bij 1461 September 7. o.n. Sibculo LXXIVd. v. Doorn T.R. | ||
Johan van Rutenberghe, ambtman der Abdis van Essen, verklaart beleend te hebben Broeder Gherlich, Prior, ten behoeven van het klooster van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., et de heilige hoeve Nordinck, c.a. gelegen in de buurschap Daerll, kerspel Helendoern. Stichtsmannen van Essen: Otto van Doernynck en Lubbert Hertghersoene. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tsestich up sunte Brictiusdach des heilighen Confessoers. Het z.v.d. ambtman is afgevallen. o.n. Sibculo LXXXIV. Annex of transfix LXXXIVa-c. v. Doorn T.R. | ||
Egbert Luedens, schulte op Almelervene, verklaart dat Henrick Luedens en Alijt zijne vrouw hebben verkocht aan Sweder ten Stade en Mette zijne huisvrouw eene jaarlijksche rente van twee mudde winterrogge, uit hun erve en goed geheeten de Tiende half (9 1/2) akker lands, onder bepalingen in het stuk omschreven. Koernoten en gerichtslude: Berent Hermens en Berent Grubbe. Gegeven int jaer ons Heren dusent verhondert negen ende seestich up sunte Mathijsavent. Met het uith.z.v. Egbert L. in gr. w. Hierbij een transfix dd. 1492 January 17. o.n. Sibculo XC transfix XCa. v. Doorn T.R. Cart. p. 198. | ||
Wessel Peperlaken, schulte te Ummen, verklaart dat Roleff Hundenberch en Johanna zijne vrouw hebben verkocht aan Heer Ffrederick van Beveren, commelduer (commandeur) te Oetmersem, hun erve en goed de Haselhorst c.a., gelegen in het gericht van Ummen, kerspel den Ham, belast met eene jaarrente van 12 gouden Rhijnsche guldens ten behoeve van het klooster Zijbekelo, en eene achterstallige pacht van 60 Rhijnsche gld. Kornoten: Dyrck van Heijden en Johan Zuest. Int jaer onss Heren dusent vierhundert ende seventich up en negesten Saterdach na sunte Margaretendach der hillighe Junfferen. Met de uith.z.z.v.d. Schulte en Roloff H. in gr. w.ZR>Hierbij een transfix dd. 1470 Oct. 31 o.n. Sibculo LIVb. v. Doorn T.R. | ||
Clawes van Overhagen, Arnt van Bevervorde en Hinrick van Bevervorde verklaren zich borg te stellen voor alle schade of hinder welke heer Ffrederick van Beveren zou kunnen ondervinden naar aanleiding van den verkoop van de Haselhorst c.a. en zulks onder verband van leisting, elk met 2 paarden en een knecht te Deventer of Oldenzael, tot dat hem betaald zal zijn 150 gouden overl.Rh.gld., en, zoo de leisting langer duurt dan 14 dagen, onder verder verband van hunne erven en goederen. (cfr. de 2 andere oorkonden dd. 1470 July 14.) In den jaer unses Heren dusent voerhundert ende seventych up den negesten Saterdach na sunte Margareten der hilligher Junfferen. Met de uith.z.z.v. Clawes, Arnt en Hinrick in gr. w. Hierbij een transfix dd. 1470 October 31. o.n. Sibculo LIVd. v. Doorn T.R. | ||
Frederick van Beveren, commelduer, van het huis te Oetmersem, verklaart dat Prior en Convent van het klooster te Zijbekeloe rechtmatige houders zullen zijn van den waarborg brief, waardoor dit stuk is getransfigeerd. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op Alre heiligheavent. Met het uith.z.v.Fr.v.B. in gr.w. Is transfix bij een der oorkonden dd. 1470 July 14. o.n. Sibculo LIVg. v. Doorn T.R. | ||
Frederick van Beveren, commelduer van het huis te Oetmersem, verklaart, dat Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe terecht bezitten den koopbrief van het erve Haselhorst, waardoor dit stuk is getransfigeerd, hebbende dat Convent hem betaald wat hij voor dat erve had gegeven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op Alre heiligen avent. Met het uith.z. van Fr.v.B. in gr. w. Is transfix bij een der oorkonde dd. 1470 July 14 o.n. Sibculo LIVh. v. Doorn T.R. | ||
Wessel Peperlaken, richter te Ummen, verklaart, dat Geert van den Cloester en Johanna zijne vrouw verkocht hebben aan Roeloff toe Gerner, met Beate zijne vrouw en aan Herman toe Gerner met zijne vrouw Stijne, de jaarlijksche pacht van 15 Heerenponden, waarvan sprake is in de acte dd. 1462 Oct. 10. Koernoten: Johan Mathijssoen en Johan Hugensoen. Gegeven int jaer onss Heren duijsent vierhondert twe ende seventich des Vrijdages nae des Heiligen Sacramentsdage. met de uith. (ietw.besch.) z.z.v.d. richter en G.v.d.C. in gr. w. Is transfix bij 1462 October 10. o.n. Sibculo LXXVIIa. v. Doorn T.R. | ||
Evert Sticker en Folkier van Haersolte, schepenen in Zwolle, verklaren, dat Willem Zuure en Griete zijne vrouw hebben verkocht aan Griete van Ubbickhum, zuster in het Oude Convent eene jaarlijksche overlandsche gouden Rijnsche gulden, uit hunne maedt buiten de Dijeser poirte gelegen. Gegeven int jair onss Heren duijsent vierhondert sessende tseventich op sante Lucasdach Ewangeliste. Met de uith.z.z.der 2 schepenen in gr. w. In dorso: "littere de uno floreno annue pensionis quem dedit nobis devota soror Gassa de Ghenne in antiqus conventu Swollis pro testamento videlicet conventui in Sibekeloe". (Zie de transfix). o.n. Sibculo CII. transfix CIIa. v. Doorn T.R. | ||
Beernt Grubbe, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hermen Jacopsz en Mette zijne vrouw hebben verkocht aan heer Johan Gerligeszone en Bernd Gherligsz eene jaarrente van 3 mudden winterrogge, uit hunne Tien akkeren op Almelerveen gelegen. Koernoten: Hynrick Egbertsz. en Wicher Gerdessz. Ghegeven ind jaer uns Heren dusent vierhundert neghen ende tseventich up sunte Blasiusdach des hylligen mertelers. Met het uih.z.v.d. schulte in gr. w. o.n. Sibculo CVI annex en transfix: CVI a-e. Cart.p. 274. v. Doorn.T.R. | ||
Dirck Holtinck en Gerbrant Vrije, schepenen in Zwolle, verklaren dat Griete, dochter van Henrick Ludden, met mr. Johan ten Water als momber, heeft verkocht aan Gasse van Ghenne, medezuster in het Oude Convent, de jaarlijksche gouden Rijnsche gulden, bedoeld bij de oorkonde dd 1476 Octob.18, waarbij deze transfix is. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende tachtentich des Wondesdages nae Inventionis Crucis. Met de uith.zz. der beide schepenen in gr. w. o.n.Sibculo CIIa. v. Doorn.Aanh. | ||