Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
261 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Burgemeesteren en schepenen van de stad Doesburg maken bekend door middel van deze vidimus brief dat zij gezien hebben een oorkonde waarbij Sweder van Rechteren heer van Voirst en Keppel en Elisabeth van Homoet hebben verkocht de Domkamp, 1454, vigilia om. sanctorum | ||
Burgemeesteren en schepenen van Doetinchem vernieuwen de gildebrief voor de wevers. Met transfix en opnieuw een vernieuwing op 9 oktober 1644 | ||
Everharda Stakebrandt, echtgenoot van Johan Mathijs, verklaart te verlangen, dat een aan haar bij magescheid toebedeeld stuk lands, de Aldemate, onder Angerlo, leenroerig aan het huis Bingerden, na haar dood, onder haar kinderen in gelijke delen zal worden verdeeld. Waaraan bevestigd het stadszegel en dat van de schepen, tevens als leenman, Johan van Romunde, in groen was. Van dat van de schepen en als leenman, Dirck Cantzler, beroofd. Waaraan bevestigd een transfix, van 28 juli 1628, waarbij de leenheer van Bingerden, Johan van Goltstein, bovenstaande ratificeert, waaraan bevestigd Goltsteins zegel in groen was | ||
Opbading van een huis, in de Zuiderstraat te Wesel voor schepenen aldaar, toekomende aan Johan van Altena, wegens eene verschuldigde rente ad zeven goudgulden over 1573 en van 3 1/2 goudgulden verschenen op dach Nativitatis Joannis (24 Juni) 1574, door Johan Michaelis, gevolmachtigden Anwalt van Berendt van Heeshuisen. Waaraan bevestigd de zegels van de schepenen te Wesel, Thomas Smith en Otto van Bellinckhaven, in groen was en door den Secret. Reid Seersge (?) geteekend. Hieraan bevestigd nog een transfix: 10 April 1576, waarbij Didrich Carchois, provisor van de Leprosen voor Wesel, aan Catherina, weduwe van Johan Printzen en Johannes van Altena en diens vrouw, Grietgen, verkoopt alle recht, dat de Leprosen hebben aan het gereede en ongereede goed van de echtelieden van Altena en het recht dier Leprosen aan het huis in de Zuiderstraat. Met 2 transfixbrieven (die thans echter ontbreken), waaraan bevestigd de zegels van de Schepenen te Wezel, Herman Swagers en Johan Hais, in groen was. Een zegel ontbreekt | ||
Verkoop van een stuk land, bij de Rosengaeerde gelegen, door Henrick Banning en diens vrouw en kinderen aan Jelis van Berinchem. Waaraan bevestigd het stadszegel en dat van den richter, Wolter die Rode, in groen was. Hieraan bevestigd een transfix | ||
Vestiging van eene jaarrente van 1½ rijnsch gulden door Derick ther Smijtte uit zijn huis in de Homburgerstraat, ten behoeve van IJde, weduwe van Ingram Mijngen. Waaraan bevestigd het stadszegel in groen was. Hieraan bevestigd een transfix: 1477. 16 september. Op sente Lamberts avent episcopi, waarbij schepenen verklaren dat IJde bovenstaanden brief aan het gasthuis heeft opgedragen onder voorwaarden, dat Gerid Scheper jaarlijks zal hebben een nieuwen rok. Van het stadszegel thans beroofd | ||
Gerlacus de Bruijnsvelde draagt zijn recht van patronaatschap van het altaar van de heilige Martinus en de heilige Walburgis in de kerk te Doetinchem op aan Burgemeesters en schepenen van Doetinchem. Notarieel gewaarmerkte brief van de Notaris Jacobus Olivier genaamd Vos, van diens signum en naamtekening voorzien. Waaraan bevestigd een transfix: Sweder, Bisschop van Utrecht, bevestigt bovenstaande opdracht. Van des Bisschops zegel thans beroofd | ||
Vidimus, gegeven door Burgemeester, Schepenen en Raad van Zutphen van den brief van keizer Karel V, dd 2 april 1544, waarbij de keizer verklaart de landen van Gelre en Zutphen als natuurlijk erfheer aan te nemen, hunne rechten en privilegiën te beschermen, etc. Van het Stads secreetzegel van Zutphen thans beroofd | ||
Vidimus, gegeven door Burgemeester, Schepenen en Raad van Zutphen, van den brief van keizer Karel V van 22 april 1544, waarbij met insertie van den brief van den Roomsch Koning Henrick, gegeven te Spiers, nonas septembris (5 september) 1310, de rechten en vrijheden, voormaals door vorsten aan Gelre en Zutphen geschonken, worden bevestigd. Van het Stads secreetzegel thans beroofd. (zie ook Groot Geldersch Placaetboek) | ||
Vidimus, gegeven door Burgemeester, Schepenen en Raad van Zutphen van den brief van keizer Karel V van 22 april 1544, waarbij de keizer belooft de landen van Gelre en Zutphen nimmer te zullen scheiden. Waaraan bevestigd het stads secreetzegel van Zutphen in groen was | ||
Vidimus, door twee Schepenen van Zutphen gegeven van eene voor Burgemeester, Schepenen en Raad van Doetinchem op Manendach post Viti et Modesti Martyrum (17 juni) 1532, door enige mederaden afgelegde verklaring, dat zij brieven van graaf Otto, aan Doetinchem dezelfde rechten als Zutphen schenkende, van de hertogen Arnold, Adolf en Karel van Egmond, zich bevindende in de Raadkamer en verbrand op guden Fridaigs (19 april) 1527, hebben gezien. Waaraan bevestigd het zegel van den Schepen te Zutphen, Steven Bentinck, in groen was, van dat van den Schepen, Arndt van den Walle, thans beroofd | ||
Verkoop van een kampje lands, Bunincks Laeckhoerster maet, in de Mark van Zelhem, door Elijsabeth van der Hoeven, moeder, Grijet Menincks, procuratrix, Alijt Sueren, Heijlwich Klijnken en verdere zusters van de derde regel sunte Francisi van penitenciën van het Kleine Convent, genaamd Sunte Katharinenberch, binnen Doesborch, aan Henrick ten Nijenhaeff, tot wederopbouw van des convents door oorlog tweemalen verbranden bouwhof Bonincksgoed. Waaraan bevestigd het conventszegel in groen was. Hieraan bevestigd een transfix: 1517, des Wonsdage post Mathei Apostoli (23 september), waarbij Henrick ten Nijenhaeve en diens vrouw, Fenne, den brief opdragen aan Aleijt Backhues Woltersdochter. Waaraan bevestigd het zegel van Dirck Wijmeldinck, ter bede van Henrick en Fenne, in groen was | ||
Testament van Goeswinus Huetinck, Consul van Doetinchem, en diens vrouw, Nenna, waarbij zij stichten de vicarie of altaar ter eere van Johannes, Evangelist, en Andreas, Apostel, en Stephanus, eersten martelaar, in de St. Katharinakerk te Doetinchem, waaraan o.a. Mollnarden slach, onder Hummelo, wordt gemaakt; hun zoon Wilhelmus Huetinck zal de presentatie hebben. Na diens dood zal die komen aan Burgemeester, Schepenen en Raad etc. Notariële acte van den Notaris Wilhelmus fillius [..] Waaraan bevestigd een transfix van Frederic, markgraaf van Baden, bisschop van Utrecht, dd 21 maart 1504, ter bekrachtiging | ||
1) 1513. 26 October. Opdracht van een slachlands "die Hoijlak" onder Dichteren, door Gerit van Hertebroick en diens vrouw, Elisabeth, aan Gerit Hoerstijnck en diens vrouw, Gertken, voor behoudens het recht van wederinkoop. Waaraan bevestigd het zegel van Drost s'lands van Zutphen, Hiermen van Velen, in groen was. A) 1533. 30 mei. Op Fridach post urbani Pape et Martijris. Opdracht van bovenstaande brief door de echtlieden Hoerstijnck aan heer Henrick ter Hoffstede. Waaraan bevestigd het zegel van den richter, Henrick van Zeijst, in groen was. (inv.nr. 1556, charters 230, 231, getransfigeerd). B) 1542. 3 juni. Op Avent Sacramenti. Elisabeth, weduwe van Gerit van Hertebroick, ratificeert de opdracht van 1533 met erkenning van de van de echtlieden Hoerstijnck en de heer Henrick ter Hoffstede ontvangen gelden. Waaraan bevestigd het zegel van den richter, Herman van Holthuijsen in groen was. C) 1545. 15 april. Up guesdag nae blaicken Paassen. De weduwe van Hertebroick verklaart na de ontvangst van eenige gelden van heer Henrick ter Hoffstede, dat zij de wederinlossing van het goed niet eerder dan na 6 jaren zal doen. Waaraan bevestigd het zegel van den richter, Harmen van Holthuijsen, in groen was. ( inv.nr. 1558, charters 243, 244, getransfigeerd). | ||
Proces-verbaal, opgemaakt door de magistraat van Doetinchem van getuigenverklaringen door nader vermelde functionarissen en raadsleden inzake de aanwezigheid en inhoud der voormalige stedelijke privileges, 1532 | ||
Vidimus, opgemaakt door schepenen van Zutphen, van een proces-verbaal van door raadsleden der stad Doetinchem afgelegde verklaringen betreffende de voormalige aanwezigheid ten raadhuize van charters inzake de verlening van stadsrechten en andere privileges aan de stad Doetinchem door de Gelderse graven en hertogen, 1566 | ||
Volmacht van de magistraat voor Thomas van Boerlo, burgemeester van Zutphen, om de stad te vertegenwoordigen op de Hanzevergadering te Lubeck, 1557 | ||
Vidimus, opgemaakt door de magistraat van Zutphen van een onder haar berustend charter, uitgevaardigd anno 1544 door keizer Karel V ter herbevestiging van de privileges, vrijheden en rechten door zijn voorgangers aan het hertogdom Gelre en Graafschap Zutphen geschonken, onder insertie van een desbetreffend charter uitgevaardigd anno 1310 door Rooms koning Heinrich, 1545 | ||
Vidimus door de magistraat van Zutphen betreffende een brief van keizer Karel V anno 1544 inzake zijn opvolging als landsheer van Gelre & Zutphen onder garantie van de handhaving der oude rechten en privileges, 1545 september | ||
Vidimus, opgemaakt door de magistraat van Zutphen van een onder haar berustend charter, uitgevaardigd anno 1544 door keizer Karel V ter bevestiging der belofte om het hertogdom Gelre en de graafschap Zutphen nooit te zullen scheiden, over te dragen of te vervreemden, 1545 | ||