Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
873 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Gerit Momme van Kelle, als leenheer, geeft consent aan juncvrou IJde wed. Diric van Steenre om een rente van 6 overlenscher rijnsche gulden te verkopen aan Andries die Wilde, onder verband van twee stukken land, genaamd het Langhe slag en het Corte slag, in het kerspel van Brummen, aan hem leenroerig, 1429 februari 14 (up Sunte Valentinus dach) . 1 charter N.B. Op perkament, gecancelleerd en zonder zegels. | ||
Derrisken Kreijvengers weduwe van Henrick Bongart met Rijck Wijnen, haar schoonzoon, als momber, transporteert aan Reijner van Raesfelt, heer tot Hervelt en Middachten, een hoeve holts met den grond in het Rhederbosch, te weten twee halve hoeven delende in het derde en zevende slach, zoals die haar aangeërfd zijn van hare moeder Catharina Engelen, weduwe Kreijvengers. Ten overstaan van Henrick Wijnen en Steven Muijs, geërfden in Veluwenzoom, 1640 januari 12 (oude stijl). 1 charter N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van Rijck en Henrick Wijnen, dat van Steven Muijs is afgevallen, ondertekend door de verkoopster en de geërfden. | ||
Diederich van Bemmel, raad en stadhouder der lenen van Gelre, approbeert de huwelijksvoorwaarden van Reiner van Raetsvelt en Margarete van Leefdael, 22 october 1640 gesloten, 1641 maart 8. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was. | ||
Johan Huijbertsz en Lambertien Jansz, echtelieden, bekennen verkocht en opgedragen te hebben aan joffer Johanna van Arnhem een stuk weiland, genaamd die Regenmaete, groot ongeveer drie morgen, gelegen in het ampt van Reeden, kerspel Elleckum. Ten overstaan van Johan Otten de jonge en Isac Muis, als geërfden in Veluwe, 1642 februari 16. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend en met uithangende zegels in groen was der geërfden, voor den verkoper zegelt en ondertekend J. Lutteken. | ||
Aelbert Dercksz en Neeltijen, zijne huisvrouw, bekennen verkocht en opgedragen te hebben een 1/8 van het weiland, genaamd het Schaterlant en een 1/8 in het Elckummerbos aan Wijlhem Jansz en Jenncken, zijne huisvrouw. Ten overstaan van Seeger van Arnhem, scholt te Reede, Daniel Aerntz en Peter Hendricksz, geërfden in Veluwenzoom, 1643 october 28. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend door den scholt en de geërfden. Deze brief is gegeven in plaats van een gezegelden brief, die daarvan geweest was. | ||
Georg Ernst, graaf tot Limborg en Bronckhorst, heer tot Stijrum, Wisch, Borculoe en Lichtenvorde, erfbannerheer van Gelre en Zutphen, bekent verkocht te hebben aan Tonis Becker op der Stege een stuk land, genaamd de Brommelhorst, 1646 november 30. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was en ondertekening van den verkoper. | ||
Arnout van Bamont, raet en gecommitteerde volmachtiger van den prince van Oraengen, bekent opgedragen en getransporteerd te hebben aan Reijnier van Raesfelt, heer tot Midddachten en Herrevelt en zijne huisvrouw een kamp weiland, genaamd 's Gravenslach, groot 7 morgen, 593 roeden, volgens de meting van Jan Ruijtgers, gesworen landmeter, en een kamp weiland, genaamd die Brummelhorst, groot 4 morgen, 292 roeden, volgende dezelfde meting, liggende deze twee kampen achter elkander in het broek bij den huize van Middachten in het ampt van Veluwenzoom. Ten overstaan van Seeger van Aernhem en Henderijck Henderijcks, als geërfden van Veluwenzoom, 1648 augustus 22. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend door den verkoper en geërfden, met opgedrukt zegel in rood lak van den verkoper en met uithangend zegel in groen was van de geërfden. | ||
Johan Frederick van Pallant, bannerheer tot Voerst, heer tot Keppel, approbeert de schenking van het goed Borchkeppel, gelegen in het kerspel van Ellinchem, leenroerig aan de heerlijkheid Keppel, gedaan door Wijsa van Kervenheim ten behoeve van joffrou Anna Sybilla Vrijdagh, onder voorwaarde, dat de schenking zal ingaan na den dood van Wijsa van Karvenheim en joffrou Anna Sybilla Vrijdagh het niet verkopen of vervreemden mag en zo zij sterft zonder wettige geboorte achter te laten, dit goed zal erven op hare zuster Maria Loijsa, tegenwoordige huisvrouw van Gelix FRederick Rauber zu Reinegh und Obertrupe, en zo ook deze kwam te overlijden zonder wettige geboorte, het leen zou komen op den naaste in den bloede van de Karvenheims. Ten overstaan van Otto Wachendorf en Johan Arninck, leenmannen van Keppel, 1650 februari 19. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was van den leenheer en met zijne ondertekening. | ||
Friederich Wilhelm, markgraaf van Brandenburg, enz. beleent Wilhelm van Raesfeldt, onmondigen zoon van wijlen Reiner van Raesfeldt en Margaretha van Leefdael, op verzoek van laatstgenoemde met het goed te Wolffstegen in het kerspel van Ellinchem, met een halve hoeve boven en beneden en het erve, genaamd de Eijmer, in het kerspel van Brummen, ten Zutphensche rechten, Otto van Wachtendorff doet hulde en eed, 1652 maart 1. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was van den leenheer. | ||
Margareta van Leeffdael, weduwe van Reiner van Raesfelt, douagiere tot Middachten, Hervelt, Weert, Romberch en Nijburgh, met den luitenant Jacob Keup als momber, verklaart de Schuttenweert, die zij in pandschap had gegeven voor 14000 gulden aan Johan Dibbets, ingelost te hebben en weder in pandschap uitgedaan te hebben voor zich en hare onmondige kinderen, gedurende 4 jaar, met goedkeuring van den hove van Gelre, als overmomber der onmondige kinderen, aan Jacob Toenissen van Stralen, koopman te Amsterdam, voor 10500 gulden, onder voorwaarde, dat deze 500 gulden jaarlijks zal genieten uit de inkomsten van den Schuttenweert en het meerdere te haren profijte zal komen. Ten overstaan van Peter Verstege, rentmeester en Jacob Bolck, geërfden in Veluwenzoom, 1652 maart 10; getransfigeerd. 2 charter en 1 stuk N.B. Op perkament, gecancelleerd, ondertekend en gezegeld met uithangende zegels door Margaretha van Leeffdael, in rood was, Jacob Keup en de geërfden in groen was. Getransfigeerd aan de acte waarin bovenstaande handeling door de raden van Gelre en Zutphen, als overmomber der onmondige kinderen, goedgekeurd wordt. Ook de transfixbrief op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in rood was, ondertekend Engelen. Met een kwitantie op papier van 27 juni 1679, waarbij Pieter de la Croix, als gemachtigde van Lodewijk de Bas, in huwelijk hebbende Maria van Stralen, enige nagelatene dochter van Jacob van Stralen, verklaart, dat de schuld afbetaald is. | ||
Reijnder Jansz, Derck ... en Frderijck Becker, met hunnen huisvrouwen, bekennen verkocht en opgedragen te hebben aan Jenneken Drijesen een achtste deel in een stuk weiland, genaamd het Schaeterland en het achtste deel in het Elckummerbos. Ten overstaan van Seeger van Aernhem, scholt van Reeden, Daniel Aerndtsz en Peeter Hendrijcksz, geërfden in Veluwe, 1653 october 29. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend door en met uithangende zegels in groen was van den scholt en de geërfden. In deze acte komen vele doorhalingen voor, zo ook in het jaartal waardoor niet duidelijk blijkt of zulks 1653 of 1643 is. | ||
Friederich Wilhelm, markgraaf van Brandenburg, enz. beleent Margaretha van Leefdael, na doode van haar zoon Willem van Raesfeld, met het goed te Wolffstegen, in het kerspel van Ellinchem, met een halve hoeve boven en beneden en het erve, genaamd de Eijmer, gelegen in het kerspel van Brummen, ten Zutphensche rechten, Hermannes van Pabst, docter in de rechten en raad van den hertog van Cleve, doet hulde en eed, 1654 november 30. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was van den leenheer. | ||
Jenneken Toenijs, weduwe van Jan Harmans van Aellen, met Roeloff Garrijts als momber, zich ook sterk makende voor hare twee broeders, die uitlandig zijn en voor de onmondige kinderen van Henderijck Beerndtz. van Aellen, bekent verkocht en overgedragen te hebben aan Jan Kersten en Evertien Jaecops, echtelieden, een stuk bouwland, ongeveer groot ½ malder gesaais, gelegen in den Middachter Enck. Ten overstaan van Henderijch Henderijcks en Derck Frederijcks, als geërfden in Veluwenzoom, 1656 september 5. 1 charter N.B. Op perkament, gezegeld met uithangende zegels in groen was en ondertekend door de geërfden en Daniel Aerndts, onderscholt te Rheede, die dit gedaan heeft op verzoek van de verkoopster. | ||
Garrijt Evertz en Mechteltien Hoege, echtelieden, bekennen verkocht en opgedragen te hebben aan Jan Kersten en Evertien Jaecops, echtelieden, een stuk bouwland, gelegen in den Middachter Enck, groot omtrent 3 schepel gesaais, belast met de tiende, die daar van ouds uitgaat. Ten overstaan van Henderijck Henderijcks en Derck Frederijcks, als geërfden in Veluwenzoom, 1656 september 5. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was en ondertekend door de geërfden en Daniel Aerndts, onderscholt te Rheede, die dit gedaan heeft op verzoek der verkopers. | ||
Jenneken Toenijs, weduwe van Jan Harmans van Aellen, zomede Garrijt en Evert Beerndts, als erfgenamen van Jan van Aelen, en genoemde weduwe, als gevolmachtigde van hare twee broeders, die buitenlands zijn en van de onmondige kinderen van zal. Henderijck van Aelen, bekennen verkocht en overgedragen te hebben aan Margarita, geboren baronesse van Leefdal, weduwe Raesfelt, douagiere tot Mijddachten, Harfelt, etc. een bongartien en weijcken, genaamd de Brinck, gelegen omtrent Mijddachten. Ten overstaan van Daniel Aerndtsz, onderscholt tot Reede, benevens Henderijck Henderijcks en Derck Fredericks, als geërfden in Veluwenzoom, 1656 september 5. 1 charter N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was en ondertekeningen van den onderscholt en de geërfden. | ||
Toenis Driessen verklaart verkocht en opgedragen te hebben aan zijne moeder Marriken Aelbert, weduwe Tonis Becker, ¼ van een stuk bouwland, genaamd het Schuijttenkempken, gelegen in het kerspel Elckum, belend ten westen en noorden aan die Regenmaete. Ten overstaan van Daniel Aerndtsz en Henderijck Henderijcksz, geërfden in Veluwenzoom, 1656 october 30. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was der geërfden, ondertekend door den verkoper en de geërfden. | ||
Otto Wachendorff, stadhouder der Baersche lenen, geeft consent aan Philips van Goltstein tot den Dam, voor zich zelf en als gevolmachtigde van zijne zusters jofferen Johanna, Johanna Elisabeth en Judith en zijne onmondige zuster Anna Geertruijt, om de Metteweerd, leenroerig aan den huize Baer, met 2000 gulden te bezwaren, ten behoeve van Willem Everwijn, ontvanger der convoeijen en lijcenten en joffrouw Johanna Kelffken, zijne huisvrouw. Ten overstaan van Jan van Berchem en Jan Beerndtsen, leenmannen van Baer, 1658 october 22. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend en gezegeld met uithangend zegel in rood was door den stadhouder. Op de rugzijde staat geschreven, dat deze som 20 october 1731 terugbetaald is, ondertekend Wilhelmina en Susanna Everwijn. | ||
Johan Kelffken, der beide rechten docter, als het recht van verwin hebbende aan de bannerheerlijkheid van Baar en Lathum en in die qualiteit representerende de leenheer, bekent, dat met zijne toestemming Philips van Goltstein verkocht heeft een rente van 125 gulden aan Godefrid Hoeingh en Reinera van Uchelen, zijne huisvrouw, onder verband van de Mettenweert, leenroerig aan den huize Baar en waarmede hij 14 october 1658 is beleend. Ten overstaan van Peter Verstegen, hopman en Herman Schevichaven, leenmannen van Gelre, bij gebrek aan Baersche leenmannen, 1659 october 27. 1 charter N.B. Op perkament, ondertekend en gezegeld met uithangend zegel in groen was door den leenheer. Achterop staat, dat deze som op 30 september 1731 is terugbetaald, ondertekend: Ab. van der Hoop. | ||
Joost Vijgh tot Isendoorn, eerste raad en stadhouder der lenen van Gelre, approbeert, op verzoek van Margareta van Leefdael, weduwe van Reiner van Raesfelt tot Middachten, het accoord en deling, 22 december 1625 en 4 juli 1626 gesloten, tussen haar overleden man met Jacob Ripperda en Steven Anna van Raesfeld, echtelieden, omtrent de goederen, nagelaten door Anna van Middachten. Ten overstaan van twee leenmannen, 1662 maart 17. 1 charter N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was. | ||
Johan Albrecht des heiligen rijks graven van Schellart, vrijheer van Dorreweert, heer van Seelbeck, opperjagermeester in Gelderland enz., bekent opgenomen te hebben van Anthon des heiligen rijks graven van Aldenborgh, heer tot Vaerel en Kniphuijsen. 250.000 gulden, tegen een rente van 4 gulden 16½ stuiver per honderd gulden, jaarlijks te betalen op 10 augustus binnen Arnhem, waarvan 150.000 gulden zal worden gebruikt tot aflossing van het kapitaal en interest als de heer van Pijckrart op de vrijheerlijkheid van den Dorreweert gevestigd heeft, onder verband van het huis en heerlijkheid den Doorenweert met toebehoren, den hof te Seelbeeck met toebehoren enz., zijnde het eerste tot een welgeboren dienstmangoed en het tweede ten Zutphensche rechten leenroerig aan Gelre en Zutphen, 1664 juli 28. 1 charter N.B. Op perkament, zeer geschonden door de vocht, met uithangend zegel in rood was van den graaf van Schellart. Met een niet gewaarmerkte copie op papier. | ||