Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.037 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
1486 jan. 10 | ||
Akten van volmacht door de landcommandeurs aan leden van het kapittel betreffende het beheer van hun goederen, 1392-1546 | ||
1531 aug. 28 | ||
Bul van paus Innocentius IV, waarbij hij, naar het voorbeeld van zijn voorganger Honorius III, aan de prelaten verbiedt ban of interdict over de broeders en kerken van de Orde uit te spreken, 1245 mrt. 2. Vidimus door Hendrik I van Vianden, bisschop van Utrecht, 1250 jan. 21 | ||
Bul van paus Innocentius IV, waarbij hij zijn bevel aan de prelaten herhaalt de broeders van de Orde bij hun jaarlijkse inzameling van giften in de kerken niet te hinderen noch op andere wijze hen te benadelen, 1247 mrt. 11 | ||
Bul van paus Innocentius IV, waarbij hij, naar het voorbeeld van zijn voorganger Gregorius IX, verklaart, dat de Orde niet gehouden is te beantwoorden aan pauselijke brieven welke strijdig zijn met haar privileges en van de Orde geen melding maken, 1247. Met vidimus door Otto III van Holland, bisschop van Utrecht, 1247 | ||
1376 juni 16. Notarieel afschrift, 1376 okt. 30 | ||
Bul van paus Gregorius XI, waarbij hij ook de Orde in het genot van alle door de Apostolische Stoel aan de Johanniters verleende privileges bevestigt, 1376. Notariële afschriften, 1376 | ||
1376 juni 16. Notarieel afschrift, 1376 okt. 30 | ||
Akte houdende bevestiging door de bisschoppen van Utrecht, Hendrik I van Vianden en Gwijde van Avesnes, van de door hun voorganger Otto II van Lippe, bisschop van Utrecht, aan het Duitse huis te Koblenz jaarlijks voor honderd vaten wijn verleende tolvrijdom in zijn Sticht, 1259, 1302 | ||
1376 mei 13 | ||
Akte van confirmatie door Jan, hertog van Beieren, paltsgraaf etc., van de tolvrijdom, welke door wijlen zijn broer Willem VI, hertog van Beieren, graaf van Holland etc., aan de binnen Utrecht en in Holland en Zeeland gezeten heren van de Orde verleend was, 1423. Met vidimus door Hendrik Scattet, kanunnik ten Dom en van Oudmunster te Utrecht, 1424 | ||
Akte door Karel V, Rooms-keizer, waarbij hij de Orde in alle vrijheden, overheidsrechten en gerechtigheden bevestigt, in welk genot en bezit zij tot hiertoe zo in zijn rijk als in zijn erflanden, zijn geweest, 1530 juli 17. Vidimi, 1530 (2 ex.), 1551. Met notarieel afschrift, z.d. Met vertaling in het Nederlands, z.d. (2 ex) | ||
1530 sep. 1. Notarieel afschrift, 1531 apr. 24 | ||
1478 apr. 5 | ||
Akte door Maximiliaan, Rooms-koning, waarbij hij alle gunsten, vrijheden, privileges, rechten, oorkonden, handvesten, goede gewoonten en oude herkomens van de Orde bevestigt, en haar tevens van het recht van de eerste bede bevrijdt, welke hem als Rooms-koning op sommige van haar huizen en geestelijke lenen mocht toekomen, 1491. Vidimus, 1492. Met notarieel afschrift, 1498 | ||
1529 aug. 12 | ||
Akte door Herman IV van Hessen, aartsbisschop van Keulen, houdende bevestiging van de Pauselijke bul van 1506 ten behoeve van de Orde, 1507 mei 31 | ||
Notariële akte, waarbij Sweder Cobbinck, landcommandeur van Utrecht, gevolmachtigden aanstelt, ten einde te onderhandelen met de Pauselijke Kamer over zekere vruchten of uitkeringen, door hem van wege zijn convent te voldoen, 1431 juli 5 | ||
Akten houdende getuigenissen van de raadsmannen van de steden Dantzig en Elbing betreffende een pleit gevoerd voor de hoogmeester over het recht tot de nalatenschap van zekere Rutger van der Lewenberg, vroeger burger te Dantzig, metterwoon naar Elbing gegaan en daar gestorven, en wel tussen Willem, Gooswijn, Gerrit en Wessel Konige, burgers van Dantzig, Rutger van Lakemonde, ridder, Rutger van Renwijk en Diederik de Rode, knapen, en zekere Tydeman, bastaard zoon van Rutger van der Lewenburg voornoemd, 1379 | ||