Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
24 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Een perkament, zijnde een concept van een voorrechtsbrief op Sint Clementsdag door Willem Graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland en Heer van Friesland aan de Stad Kampen geschonken en op Sint Catharinadag 25 November 1304 afgegeven. Het daaraan hangende zegel is dat van het Klooster, waarin het stuk is geschreven en stelt voor Christus met Petrus in een schip | ||
Beschikking van Bortelmeeus Pietersz, bezegeld door Jan Huygens, pastoor der parochiekerk te ’s Gravenhage en Florijs van Wijngaerde, baljuw van ’s Gravenhage, waarbij Bortelmeeus Pietersz bepaalt, dat tot heil der zielen van hemzelf en zijne huisvrouw Janna, missen zullen gelezen worden in de genaemde Kerk, op Sinte Jacobi | ||
Perkament zijnde testament verleden voor notaris Theodoricus Filius Joannis de Woerden, door Jonkheer Jan de Hueyter, Hoogheemraad van Delfland, gehuwd met Barbara Suys, ten voordeele van Jan de Hueyteroudste zoon van zijn broeder Jacob de Hueyter, Hoogheemraad van Schielant | ||
Niet onderteekend Octroy door Philips II aan Jonker Wouter van Outhuisden. Heer van Outheusden, en zijne huisvrouw Cornelia Spierighs, betreffende de goederen in Brabant en Overmaze, zoowel leengoederen, als eigen goederen, chijnsgoederen enz. waarover zij zullen kunnen beschikken, maar niet ten behoeve van de doode hand, als Kerken, Kloosters enz. | ||
Een perkament, zijnde uitgifte in erfelijke erfpacht door de Regeerders en gemeene broeders van het Weeshuis te Utrecht (als geadmiteerd tot de administratie der goederen behoorende aan de Conventie van de Regulieren te Utrecht), aan Elisabeth van Voorst, weduwe Jonkheer Willem de Voocht van Rijnwelt, van achttien morgen land in den gerechte van Cattenburch en genaamd “Cockershoeve” bij Bleijenburch | ||
Een perkament, zijnde een verbintenis van Henrick de Voocht van Rijnvelt, Comptheur van Doesburg, om aan den Landtcommandeur Dedrich de Bloijs van Freslong te betalen, het inkomen en de vruchten van goederen en landen welke deze geniet, mits de bij diens overlijden verschenen maar nog niet betaalde inkomen en vruchten aan hem, de Voocht van Rijnvelt, komen | ||
Een perkament, zijnde Octroy door de Ridderschap, Edelen en Steden van Hollandt en West Vrieslandt, representeerende de Staten van dien lande, aan Jhr. Johan de Hester, Ridder, waarin hem toegestaan wordt te beschikken over zijne goederen binnen Hollandt | ||
Een perkament, zijnde leenbrief door de Ridderschap, edelen en steden van Holland en West-Vriesland, representeerende den Staten van Holland, aan Jonker Jacob de Huyter (als hem aangekomen bij het overlijden van zijn vader Jonker Jan de Huyter), zijne erven en nakomelingen tot een onbesterflijken erfdeel, van de smaltienden van lammeren in den Ambachte van Monster | ||
Een perkament zijnde een octroy der Ridderschap en Steden van Brabant en West-Vriesland representeerende de Staten van die landen aan Jonker Pieter de Huter en Jonkvrouwe Maria van Outheusden, trouwe van Outheusden, Elshout en Hulten, echtelieden, betreffende goederen in Holland en West Vrieslandt | ||
Een perkament, zijnde Octroy door de Staten van Holland en West Frieslandt aan Maria Anna van Outheusden, Vrouwe van Outheusden, Elshout en Hulten, Douairiere van Pieter de Hulten. Betreffende goederen in Holland en West Vrieslandt. Het stuk is getekent door Johan de Witt | ||
Een perkament, zijnde verlenging door de Staten van Friesland ten behoeve van Jonker Tiberius Pepinus ab Eminga te Goutum, voor zich en als gelastigde van de medeëigenaren van de droog gemaakte Warregaester meer, voor den tijd van vijfen twintig jaren, van de door de Staten van Friesland gegeven octrooien van 12 October 1637 en 24 Maart 1660, waarbij vrijheid van belasting was toegestaan, aangezien de kosten van het onderhoud der molens, het graven van vaarten in sloten en het ophoogen en leggen der dijken zoo hoog zijn, dat de eigenaren meermalen zeer weinig huur van de landen overhouden | ||
Een perkament waarop geschreven een kwitantie ten overstaan van Schepenen van Heusden opgemaakt door Anna Barbara Molenberg te Heusden, voor haar zelf en als moeder voogdes over haar drie minderjarige kinderen, ten behoeve van François de Rouille en Valerius van Kamminga, wegens den koopprijs van een vierde part in twee stukjes land onder Oud-Heusden en in de visscherijen onder Oud-Heusden, behoord hebbende aan Johan Frederik Baron van Bueren en zijne drie zusters | ||
Besluit der Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waarbij Valerius van Kamminga, op recommandatie van den Prins van Oranje en Nassau, als Kapitein Generaal van den Staat, is benoemd tot Luitenant Genereaal over alle Infanterie in dienst van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Uit de daarop gestelde aanteekening blijkt, dat hij op 24 Januari 1748 in handen van den President, ter vergadering der Staten Genareaal den eed heeft afgelegd. Van dit op perkament geschreven besluit, is een stuk afgeknipt, zoodat de datum van het besluit niet blijkt. Het heeft een zegel van f 150. met het jaar 1695 | ||
Een perkament zijnde aanstelling door de Staten Generaal der Vereeningde Nederlanden, van Ruurt van Cammingha (er staat van Kamminga) tot capitein bij de compagnie van den Luitenant Colonel Lichtervoort, in het eerste bataillon Oranje Vrieslandt vanaf 7 December 1749, als hoedanig hij 30 December 1749 is beëedigd. Getekend door O.Z. van Haren | ||
Koopbrief te Suydlant opgemaakt ten overstaan van schout en schepenen van de Ambachtsheerlijkheid Suydlant en van Velgersdijk, waarbij Walerius van Kamminga, Luitenant Generaal, koopt een vierde in de Lammertiend van ’t Suytlandt en de geheele Lammertiend van Velgersdijk. Koopbrief van geheel denzelfden inhoud als de voorgaande | ||
Koopbrief alsvoor | ||
Een perkament, zijnde Leenbrief, door den Raad en Leenhove van Braband en Landen van Overmaze, uit naam en van wege de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, aan Frederik van Camminga, Ritmeester, betreffende zekere goederen geheeten den nieuwen Hulten in de Parochie van Dreunen, beginnende met den eenen einde aan den beschilgrave tusschen den lande van Heusden en den Lande van Brabant. Hem aangekomes als oudste zoon van wijlen Petronella Baronesse van Buuren, in leven echtgenote van Walerius van Camminga | ||
Een perkament, zijnde Leenbrief door de Staten van Holland en West-Friesland aan Frederik van Camminga, Ritmeester, als onsterflijk leen, betreffende de Hoge Middele en de Lage Heerlijkheid van de Parochie dorpe ende Ban van Oudheusden, strekkende van de oude Maze tot den Ban van Druynen, Baartwijk en van Doeveren tot Midden Schout Ambachte aldaar, met huis, boomgaard, landen en singels, als hem aangekomen bij making van Beatrix Maria Baronesse van Bueren, weduwe Willem Baron van Lintelo enz. (zie de vorige leenbrief) | ||
Een perkament, zijnde aanstelling door de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van Ruurd van Camminga, tot capitein in de lijfcompagnie van het eerste bataillon Oranje Vrieslandt, in plaats van Gerrit van Camminga, vanaf 25 September 1752. Beëedigd 6 October 1752. Geteekend 6 October 1752 | ||
Memorie van hetgeen Roes nog moest verantwoorden aan Zijne Excellentie den Generaal van Kamminga, betreffende tiende landen in Zuydoort enz. op welke memorie voorkomt een copie van een brief van J. Rietvelt te Heusden, aan Roes waaruit blijkt dat de Generaal op Outheusden was en met zijn zoons de papieren heeft nagezien en dat hij verzoekt de gelden te zenden aan zijn oudsten zoon Ritmeester onder Regiment Oranje Vriesland, in den Bosch in garnizoen | ||