Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
38.534 charters
sorteren op:
weergave:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte van overdracht, voor Catharina W. Brull, weduwe Christiaan P. van Beresteyn, van houtbos Schatsveld, in Vught, 1759 | ||
Akte van overdracht, voor Henrik Paaymans, van 3 renten op beden van Brabant, 1737 | ||
Akte van overdracht, voor Johan F. Martinet, van erfelijke rente op beden van Brabant, 1762 | ||
Stukken betreffende het goed Assinck in Hal onder Zelhem, 1438-1555. 6 charters N.B. Afkomstig van de rentmeester als particulier. | ||
Transport voor schout en schepenen van de heerlijkheid Babberspolder door de erfgenamen van Annetje Brederveld (eerst weduwe van Maarten Bergman en laatst weduwe van Pieter de Haan) aan Andries Lande van een huis, kolfbaan, schuur, bovenkamer en boomgaard aan de buitenzijde van de Maasdijk bij de Vijfsluizen | ||
Transport voor schout en schepenen van de heerlijkheid Babberspolder door de erven van Jan Cornelisse Poldervaart aan Maarten Gerritszn. Bergman van een huis, erve, boomgaard [hooi]berg en schuur in de Babberspolder aan de buitenzijde van de Maasdijk bij de Vijfsluizen | ||
Van het Hof aan drost en gericht van Zevenaar over het afgeven van een vidimus aan Derck Elferdinck. Zie No. 2052 | ||
Van die van Zevenaar aan het Hof in antwoord op No. 2049, opgevende de redenen, waarom zij het verlangde vidimus niet kunnen afgeven. Zie No. 2057 | ||
Van het Hof aan de Kleefsche Raden ter ondersteuning van het verzoek van Derck Elferdinck betr. een vidimus. Hij schrijft de weigering van die van Zevenaar aan partijdigheid toe. (Zie No. 2052). Zie No. 2072 | ||
Vidimus. B. S. en R. van Nijmegen verklaren gezien te hebben een open bezegeld patent? van voogd en schepenen van Cruchten, waarbij deze certificeeren, dat Adam van Stockum, geboren aldaar, een zoon is van Johannes van Stokkum en Catharina van Kesternich. (Zie brief van 14 april l.l.). Behoort bij den brief van Matthias d.d. 15 juni 1580 | ||
Huwelijkscontract gesloten tussen Willem Frederik en Albertine Agnes | ||
Inventaris der charters van het kapittel, opgemaakt door de kanunniken A.L.J. Brandts en J.L. de Monix, 1738 | ||
Chronologische lijst van charters, opgemaakt door kanunnik Brandts, 18e eeuw | ||
Hertog Albrecht van Beieren maakt bekend dat een vijftal personen voor het leven zijn benoemd tot heemraad met keurbevoegdheid en rechtsprekende bevoegdheid, de heemraden coöptatierecht wordt toegestaan, tevens onder welke voorwaarden en volgens welke procedure heemraden worden benoemd en kunnen aftreden, dat de heemraden met de baljuw schouwen en recht spreken, alsmede dat de heemraden een dijkgraaf mogen aanstellen ter vervanging van de baljuw, alsook een klerk, bode en schutters. | ||
342/61De Hoge Raad van Holland bepaalt dat de uitspraak van het Hof van Holland van 11 februari 1566 terecht was waarbij de ambachtsheer en ambachtsbewaarders van Naaldwijk en Wateringen in het ongelijk gesteld werden in hun eis tegen toenmalig dijkgraaf Jan Franchois van Bodegem die Cornelis Jacobsz. uit Wateringen door de hoogheemraden had laten veroordelen tot een boete van 20 stuivers voor het ontbreken van een overklim of omgang aan het hek bij de kade. | ||
287/2Dijkgraaf Frans Duijst van Voorhout en de hoogheemraden Frank van den Meer, Johan van Almonde, Cornelis Suijs, Cornelis de Jonge en Otto van Egmond zijn overeengekomen dat de dijkgraaf voortaan de helft van de boetes toekomt, op voorwaarde dat hij de onkosten van de hoogheemraden en de beambten betaalt en de helft van de boetes niet meer bedraagt dan een derde deel van de totale onkosten. | ||
342/78Het Hof van Holland bepaalt dat de stad Delft in het ongelijk wordt gesteld tegenover de dijkgraaf in haar eis om de vrijheid van de burgers om bagger afkomstig uit de stadswateren te transporteren over de Schie en om mest te leggen op de Buitenweg langs de Tweemolentjesvaart, zonder toestemming van de hoogheemraden. | ||
287/3De dijkgraaf Joost van Ouweland en de toenmalige hoogheemraden zijn overeengekomen dat hij de keuren zal respecteren en optreden tegen overtreders, waarbij hij als vanouds de helft van de opbrengst van de boetes krijgt, op voorwaarde dat hij daarvan de onkosten van schouw- en rechtdagen draagt. | ||
287/4De dijkgraaf Jan van Bodegem en de toenmalige hoogheemraden zijn overeengekomen dat hij de keuren zal respecteren en optreden tegen overtreders, waarbij hij als vanouds de helft van de opbrengst van de boetes krijgt, op voorwaarde dat hij daarvan de onkosten van schouw- en rechtdagen draagt. | ||
342/115Het Hof van Holland bepaalt dat de graaf van Arenberge met Jan Cornelisz. Zoet, molenmeester van Zouteveen te Vlaardinger-Ambacht in het ongelijk gesteld worden in hun eis om de dijkgraaf en hoogheemraden te verbieden enige vorm van bemoeienis te hebben op het gebied van de binnenlandse waterstaat, naar aanleiding van de wijziging van de keur door de Holierhoekse polder, zonder de graaf als ambachtsheer of de ingelanden daarin te kennen, terwijl de dijkgraaf en hoogheemraden werd verzocht de keur goed te keuren. | ||