Seal

Digitale Charterbank Nederland

De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.

‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder

Uw zoekacties: Bestuur van de saksische hertogen over Friesland

1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
3. Stukken uit het sächsisches hauptstaatsarchiv te dresden
3.3. Geheimes Archiv
3.3.2. Frieszländische Sachen (Friese zaken)
N.B. Met Frieszländisch kan worden bedoeld: - Het geheel van de Friese landen; - Meer dan één, maar niet alle Friese landen; - Eén van de Friese landen; b.v. het huidige Friesland, het huidige Groningen (provincie) of het huidige Oostfriesland.
3.3.2.01. Generalia
N.B. Deze rubriek omvat 1655 beschrijvingen, 70% van het totaal. De volgorde van de onderverdelingen van de rubriek (subrubrieken a tot en met n) wordt bepaald door het eerste jaartal uit de titel. De subrubrieken zonder jaartal in de titel zijn als laatste opgenomen.
3.3.2.01.09. Frieszländische Sachen 1510-1514
N.B. Oude beschrijving van het bestanddeel: Locat 8183 Friesländische Sachen 1510-1514. Het bestanddeel (334 folia) is geheel verfilmd. Ruim 90% van de stukken is beschreven. Zie inleiding, p. 24.
1028 Brief van George van Saksen [aan zijn stadhouder in Friesland] dat men zich bij overste maarschalk Heinrich von Slenitz en enige andere raden heeft beklaagd - toen zij in Friesland waren - dat enige "altte Sachen" niet door het overste hofgerecht behandeld worden, omdat de toestemming ("die rechtfertigung") hiervoor nog niet is gegeven. Om deze reden bepaalt de hertog dat in urgente civiele zaken de toestemming voor het appèl voortaan bij het overste hofgerecht [te Leipzig] verkregen kan vorden ("geörttet und gerechtfertiget"). De procedure in criminele zaken dient evenwel onveranderd te blijven. Voorts een instructie over het consentrecht en de presentatiegelden. Naar aanleiding van het bericht van overste maarschalk Heinrich von Slenitz dat de benoeming van priesters door de gemeenten moeilijkheden geeft, stelt de hertog dat deze alleen in die opengevallen "geistlichen lehen" moeten voorzien, waar niemand enige patronaatsrechten heeft naar aangegeven is (in een register van geestelij ke goederen?). Instanties of personen die hun rechten hebben opgegeven mogen zelf een priester kiezen en benoemen. Ook in deze gevallen heeft de hertog het recht van presentatie, net zoals dat bij de andere "gemeynen lehen" het geval is. Inzake de klachten van de geestelijken over de gelden die voor de presentatie betaald moeten worden, stelt de hertog dat voortaan een bedrag moet worden betaald in overeenstemming met de waarde van de prebende, evenwel met een maximum van zes gulden. Klachten van priesters over de vordering van de kanselier moeten door de stadhouder en de raden worden afgehandeld. Gegeven te Dresden op 24 april 1510
1069 Brief van George van Saksen aan Everwijn van Bentheim. Aanwijzingen van de hertog aan zijn stadhouder in zake het bestuur in Friesland, o.a. betreffende: de opbrengst van de belastingen; de berechting van de personen die Kempe Rupert, Gerbrand Mockema en Gijlmar Josmans hebben mishandeld; een brief over de Friese privilegien; de opdracht om doctor Edzard gevangen te nemen; de bedijking van het land; het verzoek om nadere informatie over graaf Edzard; het toesturen van een kopie van de Registers van Aanbreng ("buch von allen renten"); de bouw aan het havenhoofd, de sluis en de en burcht te Harlingen; de accijnzen; het hofgerecht en Gerard Burman en Frans Minnema; de verdiensten van de procurator van het gerecht; het Bildt en Thomas Beukelaar; het voorzien van Schelken der Geysz "mit Grytteneyen oder andern nutzlichen dinsten; jonker Roelof van van Ewsum en Sneek; de instelling van een crimineel gerecht; de leengoederen der geestelijkheid; de grote onkosten voor de burcht te Franeker; he t niet bevestigen van Dokkum; de aanschaf van 2000 "harnasch unnd spiess" voor de versterkingen in Westfriesland; de verantwoording over "kuchen und keller" tijdens de afwezigheid van de stadhouder; de wens om naast kanselier en Seifert von Lüttichau "zu unnserm lieben son verordent" noch twee raden in het bestuur te hebben; enig geld voor George's zoon hertog Johan in Friesland; de onderhandelingen tussen de stadhouder en jonker Omken (van Jever); de kontakten met de bisdommen Münster, Osnabrück en Utrecht en het voorkomen dat Coevorden in handen van graaf Edzard komt; Peter Heyse, Ameland en het keizerlijk Kamergerecht. Gegeven te Dresden 25 september 1512. Concept
1148 Brief van George van Saksen aan zijn stadhouder te Leipzig, Cesar Pflug, in geheimschrift geschreven. Graaf Everhard von Königstein, die door de keizer van wege het Heilige Roomse Rijk tot hoofdman is aangesteld, is op 11 maart te Schüttorf bij de hertog aangekomen. Uit betrouwbare bron heeft hij vernomen dat er in Oostfriesland een groot tekort aan voedsel is. Nu de graaf via het bisdom Münster geen aanvoer meer krijgt wil George ook de aanvoer over zee beletten. De ruiters van de graaf willen graag uit hun dienst ontheven worden. Reeds honderd soldaten zijn naar 's Hertogenbosch getrokken. Graaf Hugo von Leisnig ligt met de soldaten in Jeverland, waar hij door de troepen van de hertog van Brunswijk versterkt zal worden, om vervolgens Oostfriesland binnen te trekken. Omtrent 800 soldaten heeft hertog George uit Westerland naar Aduard gestuurd, opdat men de vijand, die niet meer dan honderd soldaten in Groningen en Appingedam heeft liggen, kan aanvallen. Er is geld nodig om te voorkomen dat er muiterij ontstaat. Van de opbrengsten uit Friesland kunnen ter nauwer nood de soldaten in Aduard worden betaald, terwijl de soldaten bij Von Leisnig bovendien niet in Friese munt willen worden uitbetaald. Aangezien een bode in het land van de graven Rittberg en Dekenburg gevangen is genomen, wil de hertog uit veiligheidsoverwegingen dat hun briefwisseling in geheimschrift verloopt. Gegeven te Schüttorf op 14 maart 1514. Minuut (in normaalschrift) en expeditie (in geheimschrift).
1198 Brief van hertog George van Saksen aan Cesar Pflug, zijn stadhouder te Leipzig, waarin hij schrijft diens brief van 31 januari, met de ingelegde brief van dr. Werthern, eerst vandaag te hebben ontvangen. Hij wil dat wordt uitgezocht waar het probleem op de postroute Schüttorf-Kassel- Leipzig ligt: "so einer nicht mehr denn zcwu meyll eins tags gereyst, solt er dennocht in der zeit zu unns konnen sein". Voorts betreffende het toesturen van een vidimus van de keizerlijke "commission", de schuldbrief aan Erik van Brunswijk, Wolff von Slenitz, de onderhandelingen met Mathias Einsiedel en Hugo von Leisnig die met zijn soldaten in Jeverland ligt. Gegeven te Schüttorf op 22 februari 1514. Expeditie, opgedrukt zegel is verloren gegaan.
1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland
3. Stukken uit het sächsisches hauptstaatsarchiv te dresden
3.3. Geheimes Archiv
3.3.2. Frieszländische Sachen (Friese zaken)
3.3.2.01. Generalia
3.3.2.01.09. Frieszländische Sachen 1510-1514
1198
Brief van hertog George van Saksen aan Cesar Pflug, zijn stadhouder te Leipzig, waarin hij schrijft diens brief van 31 januari, met de ingelegde brief van dr. Werthern, eerst vandaag te hebben ontvangen. Hij wil dat wordt uitgezocht waar het probleem op de postroute Schüttorf-Kassel- Leipzig ligt: "so einer nicht mehr denn zcwu meyll eins tags gereyst, solt er dennocht in der zeit zu unns konnen sein". Voorts betreffende het toesturen van een vidimus van de keizerlijke "commission", de schuldbrief aan Erik van Brunswijk, Wolff von Slenitz, de onderhandelingen met Mathias Einsiedel en Hugo von Leisnig die met zijn soldaten in Jeverland ligt. Gegeven te Schüttorf op 22 februari 1514. Expeditie, opgedrukt zegel is verloren gegaan.
NB:
Vpl: Loc. 8183, 1510-1514, fol. 318-320. Opm: Zie computerbestand.
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)

Kenmerken

Omvang:
263 Microfilm, fiches en jackets
Categorie:
  • Zonder categorie
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Hertogen van Saksen
 
 
 
Een product van:

Huygens ING De Ree