Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
91 charters
sorteren op:
weergave:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte opgemaakt te Dordrecht op woensdag na St. Pouwelsbekering 1355, waarbij graaf Willem V het dorp Gommerskerspel verenigt met Enkhuizen, waarna ze voortaan samen Enkhuizen genoemd zullen worden. De vrijheid reikt tot 200 roeden westwaarts aan Bovenkarspel. Enkhuizen krijgt dezelfde stadsrechten en privileges als aan Medemblik gegeven zijn. Waaronder een jaarmarkt die veertien dagen mag duren, beginnend vier dagen voor St. Jansonthoofding (29 augustus). Ook moet Enkhuizen samen met Bovenkarspel en Grootebroek in de heervaart dienen met dertig mannen, 27 januari 1355(1356) | ||
Graaf Willem V verleent diverse rechten en vrijheden aan Enkhuizen en Gommerskerspel, welke voortaan tesamen één stad zullen uitmaken. Opgemaakt te Gouda, maandag na zondag Laetare , 16 maart 1355 | ||
Kwitantie van Willem V voor de betaling van het geschonken poortrecht, 1356 | ||
Willem V verleent aan Hoorn hetzelfde stadsrecht als Medemblik, 1356 | ||
Akte waarbij koning Philips II aan de inwoners van Enkhuizen bij provisie vergunt dat gedurende een jaar alle gezouten vis die door het Vlie of Marsdiep wordt aangevoerd, binnen Enkhuizen verhandeld moet worden. Opgemaakt te Delft, 8 juni 1573 | ||
Akte waarbij koning Philips II aan de inwoners van Enkhuizen het stapelrecht voor gezouten vis verlengt voor een periode van 3 jaar. Opgemaakt te Dordrecht, 24 mei 1574 | ||
Rentebrief groot fl 10 's jaars van Heyndrick Gruyter, ten behoeve van de arme huiszittenden van Enkhuizen, ter zake van koop van een erf. Verleden voor de schepenen van Enkhuizen, 1583 | ||
Prins Willem van Oranje verleent toestemming aan de vroedschap van Enkhuizen om jaarlijks uit haar leden of andere notabele burgers één of twee personen te kiezen tot de bediening van het thesaurierschap, zo ook één of twee fabrieksmeesters, op zodanige wedde als zij hun zal toeleggen. Burgemeesters zullen hun de behoorlijke eed afnemen, cautie voor hunne administratie doen stellen en hunne rekening nazien. Ook zal de vroedschap de benoemde personen mogen continueren of anderen in hunne plaats stellen. Opgemaakt te Middelburg, 1 februari 1577 | ||
Verklaring van Gaspar Groperus, 15 maart 1574 | ||
Akte van instandhouding van een Westfriese Munt door de steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, 24 januari 1587 | ||
Akte waarbij de graaf van Bossu bekent op last van de hertog van Alva te hebben ontvangen van Martin van den Berge, commies van financiën, zes duizend ponden, 1572 | ||
Akte waarbij koning Philips II op advies van Willem van Oranje en de Staten van Holland en Zeeland aan Enkhuizen het "recht op de paalkist" ofwel de heffing van paalgeld verleent, op dezelfde wijze als vroeger Amsterdam dit bezat. Opgemaakt te Delft op 9 februari 1573 | ||
Akte waarbij de Prins van Oranje aan de stad Enkhuizen vanwege betoonde en nog te betonen diensten aan het welvaren van het "gemene" land het recht verleent op de heffing van paalgeld, zoals Amsterdam dat daarvoor had. Opgemaakt te Delft op 9 februari 1573 | ||
Akte waarbij prins Willem van Oranje aan Enkhuizen toestemming verleent om ook op woensdag een weekmarkt te gaan houden. Opgemaakt te Middelburg op 1 februari 1577 | ||
Akte van overeenkomst tussen de burgemeesters, schepenen en raden van Grootebroek en Westwoud met de bestuurders van Enkhuizen betreffende het malen en het onderhoud van vier watermolens, staande ten oosten van Enkhuizen. Opgemaakt op 18 augustus 1578 | ||
Akte waarbij koning Philips II het octrooi verlengt dat door keizer Karel V werd aan verleend aan Enkhuizen om accijnzen te heffen ten behoeve van de stad, met toestemming voor de heffing van een nieuwe impost op de granen die binnen de stad komen. Opgemaakt te Brussel 1 oktober 1561 | ||
Akte van overeenkomst tussen de stadsbesturen van Hoorn en Enkhuizen tot wederzijdse afschaffing van het "recht van exue". Opgemaakt 27 juni 1562 | ||
Akte van overeenkomst tussen de stadsbesturen van Amsterdam en Enkhuizen tot wederzijdse afschaffing van het "recht van exue". Opgemaakt 1 juli 1562 | ||
Akte van overeenkomst tussen de stadsbesturen van Monnickendam en Enkhuizen tot wederzijdse afschaffing van het "recht van exue". Opgemaakt 7 oktober 1562 | ||
Akte van overeenkomst tussen de stadsbesturen van Alkmaar en Enkhuizen tot wederzijdse afschaffing van het "recht van exue". Opgemaakt 10 november 1563 | ||