Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
2.696 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
De gemeene buren van Zuitlaren "wilkeuren"omtrent het verhuren of verkoopen van waardeelen en het gebruik der marke door buitenburen, bepaaldelijk door de inwoners van Zuitbroeck. Anno als voors. (in den jare ons Heren duisent vierhondert ende achtentnegentich op sinten Laurents dach). Afschrift gemerkt "G" naar een vidimus d.d. 1 September 1543 door Johan van der Campe "in affwesen des drosten to Coevorde". Het oorspronkelijk stuk was bezegeld door Albert Everdinge. Copia copiae (inv. nr. 16) gemerkt "G" (naar het genoemd afschrift?). | ||
Greta van B(oichhorst?) burgeres te H(ardenwijck?) verklaart dat abt, , proost en kapittel te Werden het aan haar ten gebruike gegeven goed Boichorst in het kerspel Putten verheven hebben tot ,,ein edel tynssgueth?, onder voorwaarde dat zij jaarlijks 6 brabantsche stuivers tins moet geven, dat bij vererving 4 goden Rijsguldens moeten worden betaald, en bij verkoop 1 take wijn. Met bezegeling door Johan van B., Johan van W. (of M?) en Hendrick Schult. Datum anno Domini 1472, proxima die Dievisionis apostolorum. Afschrift (inv. nr. 660) in een 17de eeuwsch afschrift van een vidimus d.d. 1531 | ||
Burgemeesteren, schepenen en raad der stad Swolle geven vidimus van den brief van Hendrick van Beyeren, elect te Utrecht, d.d. 16 Februari 1525 (zie regest nr. 31). Gegeven int jair ons Heren dusent byffhondert ende vyff ende twintich, op avent Annunciationis Marie verginis. | ||
Johannes, abt van het Benedictijner Petrus-en Paulus-en Paulus-klooster Abdinckhoff te Paderborn geeft aan Bertolt van n. vidimus van een notarieel afschrift van en bekrachtigt een acte van Grete vn B. met betrekking tot het goed Bockhorst, door hem (abt) en zijn klooster van de abdij te Werden gekocht (zie regest nr. 17). | ||
H. Lamberts te Peize; 1797 | ||
Iohan Claessen, Mr. Henrick Alers, Hermen Euers en Coep Hoeffmans verklaren, als dadingslieden tusschen Willym Wyntgens en de erfgenamen van Arent Hulle, dat zij een zoen troffen met betrekking tot den doodslag op Arent gepleegd, zoodat Willym voor buren ten behoeve der kinderen vestigde eene pacht van 1 pond uit zijn huis c.a. te Meppel, reeds belast met eene rente van 1 pond. Met bezegeling alleen door Johan Claessen. Ghegeven int jaer ons Heren dusent vijffhundert ende IIII op sunte Seruacius dach. Oorspr., met zegel in bruine was. Met een transfix d.d. 14 mei 1506 (zie regest no. 5). | ||
Acte van beleening van Willem Adriaen markies van en tot Hoensbroek enz. en Elisabet Henriette gravin van Schellart e.l. door Elisabet Gansneb gend. Tengnagel met de erven (te) Exloo en Ouvinge te Cralo in de marke van Pesse; 1704 | ||
Acte waarbij Elisabeth Geertruit Gansneb gend. Tengnegel als leenvrouwe vergunning schenkt aan Frans Caspar Adriaen graaf van Schellart enz. en Margreta Geertruijt Maria van Bernsaw, dochter van Hendrick Munster Wilhelm van Bersaw heer te Ruinen enz., bij testament over hun leengoed te Exloo te beschikken; 29 Juli 1681 | ||
HERMANNUS (pastoor van) Peyze, deken van Drenthia, geeft vidimus van de oorkonden van 11 Nov. 1375 en 10 Nov. 1376 (zie regesten Nos. 98 en 101), hem door ZWEDERIS vrouw van Runen vertoond. Anno et die quibus supra (anno a nativitate Domini M°CCC°LXX° nono die tercia mensis Junii). Oorspr. (Inv. No. 241). Het decanaatszegel is verloren. Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1) fol. 45f-verso. | ||
HARMAN POLMAN en TRUDE e.l. dragen voor buren te Runen over aan EGBERT PIGGEN en GHEERTRUED e.l. 1 akker land geheeten 't Weekeweerck in de marke van Runen op Noertessche naast den Kercacker, dien ALEYT WYLLEMS schonk. Ghegheven in den jaer [on]s Heren [d]usent vijerhondert unde tuaelf des Sonendaghes na Meyg dach. Oorspr. (Inv. No. 156). Het zegel van H. P. is verloren.-Transfix van een stuk d.d. 9 Nov. 1410 (Reg. No. 180); met transfix d.d. 31 Oct 1412 (Reg. No. 190). | ||
JOHAN DIE MUDDER en ALIJT e.l, dragen voor buren te Rune over aan JOHAN MENSEN en ROLOFF TER BRUGGEN gebroeders en hunne moeder HEBELE 3 stede Groninger mudden rogge uit hun erf c.a. in het dorp en op den esch te Rune. Met bezegeling door ROLOF VAN RUNE drost (van Drente). Gegeven in den jaer onss Heren dusent vierhundert ende twee ende twintich des Soendages na des hilgen Sacraments daghe. Oorspr. (Inv. 235). Het zegel van R. v. R. is verloren.-Met transfix d.d. 6 Mei 1427 (Reg. No. 245). | ||
HINRICUS CLINGE abt in Dickeninge, als door den bisschop van Traiectum hiertoe gecommitteerd rechter, draagt den priesters in Rolde, Anloe, Borgeren en Beylen enz. op, ENGELBERTUS LANTYNGE, HARDERUS DYSINGE, JOHANNES MEYGERINGE, MAURICIUS ELSINGE, JOHANNES ELSEKINGE, ZYGERUS ALINGE en HINRICUS DOEMERS junior en de overige buren in Banloe, wien het aangaat, te vermanen, binnen 14 dagen te voldoen aan zijn interlocutoir vonnis d.d. 1442 feria quinta post Elizabeth vidue que fuit vicesima secunda dies mensis Nouembris,-waarbij hij aan de, abdij in Assen en de commanderij der Duitsche orde in Bonne toewees den eigendom van het groenland dat Gelebroeck in 't kerspel van Rolde en de marke van Witten, en genoemde buren van Banloe veroordeelde in de kosten en schaden, begroot op 92 Rijnsguldens, en de vruchten van het groenland ontvangen tijdens het proces, welk vonnis hij tevens wijzigt in een definitief; en hen bij niet voldoening als geëxcommuniceerden af te kondigen. Met opdracht, hunne uitvoering van dit bevel bij transfix kenbaar te maken. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo quarto feria quarta post Scolastice virginis, que fuit duodecima dies mensis Frebuarij (sic) hora vesperorum. Oorspr. (Inv. No. 218). Met het zegel van H. C. in groene was en onderteekening door "JOHANNUS HAREN notarius de mandato domini abbatis et judicis". | ||
BERNARDUS THER MAET, cureit in Deueren, deken van Drenthia, bepaalt -, ter beslissing van het proces van HENRICUS KLYNGE abt in Dickenynge, HERMANNUS DE CLAUSTRO en HELMICUS ENIJKINGE, procurator of reddituarius van 't kapittel der St. Pieterskerk te Traiectum, tegen ARNOLDUS RODOLPHI, HILLA VAN CRALEN en HENRICUS DE KUECK over tienden van rapen, vlas en hennep, die de gedaagden beweren in geen honderd jaren te hebben betaald,-dat gedaagden tienden zullen opbrengen van alle door hen met genoemde planten bezaaide landen, waarvan eischers vroeger tienden genoten, al was dit land door gedaagden omgraven. Lata et pronunciata est hec sententia anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo septimo feria quarta post Exaltationis sancte Crucis, in choro ecclesie de Deueren. Afschrift in een notarieel transsumpt d.d. 29 Aug. 1517 (Regest No. 359) (Inv. No. 134). | ||
HELMICH ENEKINCK en GRIETE e.l. geven voor erfburen te Meppel-behalve de 11/2 heerenpond uit het huis van JACOB TEN WALLE, die zij blijkens den doorstoken brief aan het Franciscaner nonnenconvent te Hasselt tot eene medegave voor hunne dochter GRIETE gaven,-ook hunne overige rente uit genoemd huis aan dat klooster, zoodat dit voortaan 1 gouden Rijnsgulden uit dat huis zal beuren. Met vermelding dat deze rente van 1 gouden Rijnsgulden en de in den doorstoken brief vermelde rente van 3 gouden Rijnsguldens de oudste renten uit de bewuste huizen zijn. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert een ende tnegentich des Donredaechs na Onser Liever Vrouwen dage Assumpcionis in den Oest. Oorspr. (Inv. No. 139) Het zegel van H. E. is verloren. - Transfix van een stuk d.d. 25 Mei 1465 (Reg. No. 300); met transfix d.d. 10 Mei 1577 (Reg. No. 451). | ||
JOHAN BARTOLDES en HINRICK e.l. verkoopen aan RYXSE VAN REESE, weduwe van WILLEM VAN REESE, eene losrente van 3 lichte ponden min 1 oort als eerste pacht uit 't erf c. a. van VOLKYER FOLPERDES en ALYT e.l. op Haeckeswoldt, waartoe de eigenares hare toestemming gaf. Met bezegeling door ANDRIES LUYCKENSsoen schulte op Buddinckwoldt. Indt jare onses Heren dusent vijfhundert ende tyen den eenentwintichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. No. 75). Met eenigszins geschonden zegel van A. Lz. in groene was.-Met transfix d.d. 28 Mei 1535 (Reg. No. 376). | ||
ADOLPHUS DE RUTENBERCH, proost en aartsdiaken der St. Mariakerk te Traiectum, beveelt allen geestelijken tot wie de opdracht komt, om GHERARDUS VYNCKE op voordracht van den abt in Dickinge, in hoedanigheid van patroon en collator der St. Stephanus-vicarie in de kerspelkerk van Borck, behoudens verzet in het bezit der vicarie te stellen. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo octogesimo primo die vicesimo mensis Marcij. Oorspr. (Inv. No. 251). Met fragment van het zegel van A. d. R. in groene was, en met ondergeschreven verklaringen van WILHELMUS RIDDERINGK, dat hij de eerste afkondiging deed op Zondag Oculi, en van JOHANNES POPPINCK, dat hij de tweede en derde afkondigingen deed in Borck.-Met transfix d.d. 4 April 1481 (Reg. No. 312). | ||
ANDREES LUYTGENSS. schulte van het Wolt oorkondt, dat ROLOFF GHEERT MEWUS en LYSABETH e.l. verkochten aan ALBERT HENRICK VOLKIERSdochter eene rente van 1 vierendeel boter uit het erf van CLAES ANDREES op Haekeswolt, door hen gekocht van HENRICK BERENTssoen en ARENT e.l. Gegeven int jair ons Heren dusent vyffhondert ende twaelve op sunte Vrbanus dach. Oorspr. (Inv. No. 76). Het zegel van A. Lz. is verloren.-Transfix var een stuk d.d. 1485 (Reg. No. 316); met eentransfix d.d. 24 Aug. 1574 (Reg. No. 469). | ||
Burgemeesteren, schepenen en raad der stad Steenwick oorkonden, dat VILM HENRICK VILMSoen en KATHERINA e.l. overdroegen aan GHEERT JOHAN RICMENsoen en GRETE e.l. eene rente van 2 Philipsguldens uit een huis en stede in de Onnigerstrate, strekkende tot de Moelenstraete, vroeger bewoond door wijlen JOHAN LUBBERS. Met toekenning van 't recht van uitpanding bij wanbetaling. Gegeven int jaer ons Heren dusent vyffhondert ende vyventvinchtich op sancte Marcus dach. Oorspr. (Inv. No. 181). Het zegel is verloren.-Met transfix d.d. 1 Juli 1560 (Regest No. 401). | ||
HENRYCK GHIERSS. en JOHANNA e.l. dragen voor erf buren over aan ARENT, zoon van wijlen JOHAN LUYNGHE, eene losrente van 2 mudden rogge uit hun huis te Meppel ten noorden van het kerkhof en naast het Sancte Antonys pat, als eerste pacht naast 3 mudden rogge en 21/2 goudgulden Met bezegeling door WOLTER VAN WTTERWIJCK, Ghegeven int jaer ons Heren dusent vyffhondert ende ene ende veertych op sancte Peters dach ad Catedram. Oorspr. (Inv. No. 140). Het zegel van WOLTER VAN WTTERWIJCK is verloren.-Met transfix d.d. 1 Maart 1546 (Regest No. 385). | ||
Het nonnenconvent te Hasselt draagt voor schulte en erf buren te Meppel over aan GHOERT NYERKERCKE en LUTGHERT e.l. eene losrente van 3 gouden Rijnsgulden uit een huis en hof te Meppel, thans bewoond door GHEBBE GOESSENS en hare kinderen, als eerste pacht na de kerkepacht en de buurpacht. Met bezegeling door HENRYCK GHEERSS, schulte te Meppel. Ghegeven int jaer ons Heren dusent vyfhondert ende ene ende veertych op sancte Martyns dach Translacionis. Oorspr. (Inv. No. 139). Het zegel van H. G. is verloren. Met onderteekening van H. G.-Met transfix d.d. 10 Mei 1577 (Reg. No. 451). | ||