Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
3.566 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Johan Hagen en Albert van Duetinghem, Schepenen te D., doen kond, dat Katherijne, dochter van Dirc Vos, met haren vader als momber, aan de Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis geschonken heeft alle goederen, die zij had of krijgen zoude; met uitzondering alleen, dat zij een huis ervende daarover vrij beschikken mag; en dat de Provisoren daarvoor haar in het Gasthuis opgenomen hebben. Met 2 Schepenzegels., 1439. Op sente poncianus auont (18 november) | ||
Johan van Ockenbroick en Roloff Vos, Schepenen, doen kond, dat Andries die Decker aan het Heilige Geest of Groote Gasthuis al zijne tegenwoordige en toekomende bezittingen geschonken heeft. Met de zegels der Schepenen., 1439. Op sente Cecilien dach (22 november) | ||
Henrick van den Laer, Ambtman in Zalland, verklaart, dat voor hem en gerigtslieden, te Deventer, waar Henrick Swaefken als Rigter hem de aarde gunde, door Herman Hesselssoen den Schoemaker en Wobbe diens vrouw aan Gerit Hakesberg verkocht is 1/6 van het erve en goed Ratting, waarvan aan dezen alleen reeds 1/6 en te zamen met Lubbert Huging de helft toebehoorde, gelegen in het kerspel Batmen, buurschap Dorthe; benevens 1/6 van een kampje land bij het kerkhof te Batmen. Gerigtsluden: Henric van Oeldeneel en Johan van IJperen. Met het zegel des Ambtmans., 1439. Op sente Andries auont (28 november) | ||
Conrat ten Dune en Evert Dircssoen, Schepenen, verklaren, dat Goesen van Raden en Griete diens vrouw, Lambert, Lutgard en Claes, Goesens's broeders en zuster, aan Henrick van Wuerden verkocht hebben 2 g. Reijnoldus gl. per jaar uit 3 halve erven en huizen naast elkander in de Papenstraat, op den hoek der steeg, die uit die straat naar de Diefsteeg loopt, waaruit Griete van Randen 2 pond geld kl. penn. en Kunne Suselers 7 pond geld kl. penn. per jaar hebben. Met de zegels der Schepenen., 1439. Op sente Andries auont (28 november) | ||
Johan van Ockenbroick en Evert Dircssoen, Schepenen, verklaren, dat Herman Hesselssoen de Schomaker en Wobbe diens vrouw aan Geerd Hakesberch verkocht hebben 1/6 van het huis, waarin Wolter ter Waden woont, waarvan aan Geerd 4 deelen behooren en aan Wolter 1/6, gelegen in de Goltstraat, tusschen Werner Hoirnemans en Herman Huijsmans. Met de zegels der Schepenen., 1439. Des donredages na onser lieuer vrouwen dach Concepcionis (10 december) | ||
Henric van den Laer, Ambtman in Zalland, verklaart, dat Wolter van der Waden aan Gheerd Hakesberg verkocht heeft 1/4 van het erve en goed Ratting in het kerspel Batmen, buurschap Dorrethe, waarvan nu Lubbert Huging 1/4 en Hakesberch 3/4 toebehoort , benevens 1/6 van een kampje bij het kerkhof te Batmen. Gerigtslieden: Geerd van Eme van Swolle en Geerloch Hakesberch. Met de zegels van den Ambtman en Wolter., 1439. Des Saterdages na sente lucien dach virginis (19 december) | ||
1477 | ||
Het stadsbestuur van Deventer verkoopt aan Jacob Helm en Beeltgen, zijn huisvrouw, een jaarrente van 6 goudgulden onder voorbehoud van het recht van lossing met 100 goudgulden, 1568 september 22 | ||
Het stadsbestuur van Deventer verkoopt aan juffer Gelmerck Krijth een jaarrente van 12 goudgulden voor een som groot 200 goudgulden, door haar ouders Gerrith Krijth en Anna indertijd aan de stad geleend, 1573 juli 25 | ||
Het stadsbestuur van Deventer verkoopt aan Else, weduwe van Albert van Limbergen, een jaarrente van 4,5 goudgulden voor een kapitaal van 75 goudgulden van haar geleend, behoudens het recht van aflossing, 1575 februari 1 | ||
Het stadsbestuur Deventer verkoopt aan Gerhardt van Limburgen een jaarrente van 6 goudgulden voor een kapitaal van 100 goudgulden, aan de stad geleend, 1580 september 8 | ||
Coenraedt Augustinus en Adolph Donckell, schepenen van Deventer, getuigen, dat Gerhardt van Limbergen en zijn vrouw Talla ten Camp drie jaarrenten ten laste der stad Deventer, groot te samen 13,5 goudgulden hebben verkocht en overgedragen aan Derick Kockman en zijn vrouw Sophia van Oldeniel, 1605 november 7 | ||
Het stadsbestuur Deventer verkoopt aan Derick die Quade en aan zijn huisvrouw Catharina Wijnckens een jaarrente van 10,5 goudgulden voor een som van 175 goudgulden door hem aan de stad ter leen verstrekt, onder voorbehoud van het recht van lossing, 1579 december 11 | ||
Marten van Heiden, richter, en Willem Horstijnck en Derck Willemsen, schepenen van Nijbroek, getuigen, dat Johan Krijth en joffer Alijt Wanijnges, echtelieden, verklaarden te hebben verkocht en overdroegen aan Johan van Gesseler en zijn vrouw Trude, weduwe van Willem Harmsen, hun aandeel groot 7 morgen, 1,5 hont land in de zogenaamde Langenkamp gelegen in Nijbroek en toebehorende aan van Gesseler voornoemd, 1558 oktober 3 | ||
Robert van Itterssum beleent Cornelijs van Zallant Wijnoltszoon met het erve en goed Kijndeshoff in het Lieve Vrouwe kerspel van Deventer gelegen, 1562 mei 27 | ||
Johan van Voirthuijsen, proost en aartsdiaken van Deventer, getuigt, dat Johan Godersen, vicaris van de St. Agathen vicarie, en Reijner van Keppel, pastoor in het Nijbroek, als collator dier vicarie, met believen en voorweten van Henrick van Mierloe, prior te Monnikhuizen, en Marten van Heiden, richter in het Nijbroek, verklaarden over te dragen op nader vermelde voorwaarden aan Johan van Gesseler en zijn vrouw Gertruith, een stukje land, aan de vicarie toebehorende en gelegen in 't Nijbroek, in ruil voor enige jaarrenten uit nader vermelde landerijen in Welsum en Olst, 1564 maart 5 | ||
Johan van Twyckelloe, schultes te Raalte, getuigt dat Gerrijt Harmenss en zijn vrouw Barthe een jaarrente van 3 goudgulden uit het erve en goed Ten Brijnckhuijs in het kerspel Raalte buurtschap Botele hebben verkocht aan Henrick Wijllemss ter Huerne en zijn vrouw Derick, behoudens het recht van lossing met 60 goudgulden, 1566 oktober 14 | ||
1463 | ||
Evert Luijckenss verklaart te hebben verkocht en over te dragen aan Johan Dimmes en Alijt, zijn vrouw, de helft in het erve en goed het Hengeler in het ampt van Brummen, kerspel Opvoerst en buurtschap Empe, 1569 december 20 | ||
Johan Kreinck en Wijnolt van Mouwick, schepenen van Deventer, getuigen, dat voor Gerrit Michiels en Anna, zijn vrouw, voor hen verklaarden verkocht te hebben en overdroegen aan Reintt Lubbertss en Nenne, zijn vrouw, hun huis en erf binnen Deventer in de Walstraat, tussen de huizen van Herman Wruchtmeester en Geert van Weseke, behoudens daaruit eerst een jaarrente van 5 goudgulden aan de erfgenamen van Hans Donckell, genaamd Walcker, en een bozenhuur van een goudgulden aan de stad, 1577 oktober 4 | ||