Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
324 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Rolef van Peyze en zijn kinderen Herman, Everd en Jutte oorkonden, dat zij verkocht hebben aan Johan Henrixsoene van Besten hun erve en goed, genoemd Het Bouhues, met alle toebehoren, gelegen in het kerspel van Enschede in de buurschap Lynre (Lonneker) en hiervan transport hebben gedaan ten overstaan van Herman Luefoghen, richter te Enschede, en van keurnoten en gerichtslieden Wylleken Hughinc, Berend Swaferinck en Johan Swaferinck; zulks onder bevestiging door Herman Luefoghen, die deze akte medezegelt. Origineel charter (inv. nr. 1499). De uithangende zegels van Rolef van Peyze en Herman Luefoghen zijn beide verloren. | ||
Johan van Bolten en zijn vrouw Bette oorkonden, dat zij aan heer Johan Kremer, vicarius te Zwolle, en aan heer Henric Pontrogghe, als executeurs-testamentair van heer Laurencius van Arnsteen, in zijn leven kapelaan te Zwolle, een rente van 1 herenpond verkocht hebben tot fundatie van een zielememorie voor genoemde heer Laurentius uit hun weer in de Dieserstraat, dat zij zelf bewonen, belend ter ener zijde door de Hilighen Gheeste (het H. Geestgasthuis) en ter andere zijde door Hermen van Arnhem, welke rente jaarlijks vervalt op Pasen en betaald moet worden aan de provisoren van de vicarie van Zwolle. Origineel charter (inv. nr. 1497). Met het uithangende, beschadigde zegel van Johan van Bolten in bruine was. | ||
Door bemiddeling van de bruidslieden heer Johan Hoenhorst, pastoor te Scarpenzeel, Timen, zoon van Johan Peterzoen, Marten Coepz en Marten, zoon van Hanne Gheerloffs, worden tussen Peer Dodenzoen en Johanna, dochter van Peter Janzoen, de volgende huwelijkse voorwaarden gesloten: Peer zal inbrengen zijn helft van het erve, dat hij thans bewoont, welke helft bezwaard is met een jaarlijkse rente van een achtendeel boter, alsmede de helft van vier roeden land, gelegen bij Peer Zywenserve, en de helft van twaalfeneenhalve roede land, die Marten Coeps indertijd aan zijn dochter ten huwelijk had meegegeven, terwijl Peter Janzoen daartegenover aan zijn dochter Johanna en haar man jaarlijks vijf gouden davidsguldens zal uitkeren, die als twee renten van respectievelijk vier en een gulden zullen gaan uit het erve, dat Peter thans bewoont, terwijl hij daarnaast met zijn vrouw Vrouke nog zullen geven twee goede koeien, een bed met toebehoren, een nieuwe kist en twee kalveren; welke akte van huwelijkse voorwaarden op verzoek van partijen door heer Johan Hoenhorst en door Marten Coepz ter bekrachtiging wordt gezegeld. Origineel charter (inv. nr. 816). Met het uithangende zegel van Marten Coepz in groene was; het zegel van heer Johan Hoenhorst is verloren. | ||
Lykele Ebelens, grietman van Stellincwerff, oorkondt, dat Jan Cleys en zijn vrouw Sase ten overstaan van hem en van "orkunsluden" heer Henrick Cluise, pastoor ten Oldetrynden, en van Joannes Cleys, "stellinc" (=dorpsrechter) ten Oldetrynden, aan Grete, dochter van Jan Albers, gesterkt met haar "montman" (=voogd) Marten, zoon van Jan Reynkens, een rente verkocht hebben van twee horntgulden guldens (= gouden Hoornsguldens), jaarlijks vervallende op Sunct Peter ad Cathedram (22 februari), uit hun erve in Oldelamer, waar Jan Cleys nu op woont, dat strekt van de "lantscheyinghe in die Kuynder" en dat ten oosten door het bezit van Anne Wyckens en ten westen door dat van Johan Ghisen wordt belend, welke rente afgelost kan worden met een bedrag van twintig goudgulden en twee horntgulden guldens. Origineel charter (inv. nr. 920). Met het uithangende, licht beschadigde zegel van oorkonder in bruine was. | ||
Johan van den Busch en Johan Koickman, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Henrick Schoppinck en zijn vrouw Lumme aan Aleyt Rensinghes hebben toegekend om als bruidschat in haar huwelijk met Johan Huerlinck mede in te brengen-en wel ter verrekening van haar aandeel in de erfenis van haar overleden vader Geert Rensinck-een rente van zeven herenponden, jaarlijks vervallende op Sencte Peter ad Cathedram (22 februari), gaande uit hun huis, hoeve en zes mudden land, gelegen te Dese (Dieze), belend ter ener zijde door Henrick Zeilen en ter ander zijde door De Luttekewech, aan de voorzijde grenzend aan De Helenwech en achter aan het land van Derick van Twenhuesen, als mede uit hun daarbij gelegen leemkuil, op welke goederen reeds een jaarlijkse rente van drie herenponden is gevestigd. Orgineel charter (inv. nr. 1372). Met de uithangende zegels van de oorkonders in groene was. | ||
Johan van den Busch en Otto van Inghen, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Johan Huerlinck en zijn vrouw Aleydt aan meester Jacob van Twenhuesen de jaarlijkse rente, genoemd in de akte (reg. nr. 13), waar deze akte door gestoken is, gecedeerd hebben, waarbij deze rente losbaar is gesteld met 70 enkele Oeverlantsche guldens van goed gewicht. Origineel charter (inv. nr. 1372). Met de uithangende, zwaar beschadigde zegels van de oorkonders in groene was. | ||
Derick Essynck en Otto van Inghen, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Arendt van Bolten getransporteerd heeft aan Gysbert van Besten en zijn vrouw Gerbrych een weer, gelegen in de Rogghenstrate, belend ter ener zijde door Geert ther Borch en ter ander zijde door de straat, liggend voor eveneens aan de straat en achter aan het bezit van Bytter then Mersen. Origineel charter (inv. nr. 1498). De beide uithangende zegels van oorkonders zijn verloren. | ||
Henrick van Essen en Otto van Vylsteren, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat meester Jacob van Twenhusen aan Geert Raecker en zijn vrouw Alyt de jaarlijkse rente, genoemd in de akte (regest nr. 13), waar deze akte door gestoken is, gecedeerd heeft. Origineel charter (inv. nr. 1372). Met de uithangende, gave zegels van oorkonders in groene was. | ||
De officiaal van het Hof van Utrecht oorkondt, dat meester Geryt then Toerne, doctor in de beide rechten, deken van Sinte Peterskercke te Utrecht en vicaris-generaal in geestelijke zaken van de bisschop van Utrecht, en heer Evert then Bosch, kannunik in die kerk, Hermannus van den Bosch, burgemeester en "raetsheere" van Zwolle, hebben gemachtigd om namens hen te Zwolle over te dragen aan Wouter then Bosch, hun resp. neef en broeder, enige jaarlijkse renten en de helft van de zaai- en weilanden, genoemd Zobbegoed, waarvan de andere helft toebehoort aan de weduwe van Roeloff van Ruytenberch, onder de voorwaarde, dat die goederen bij kinderloos overlijden van Wouter weer aan meester Geryt then Toerne en heer Evert then Bosch vervallen. Origineel charter (inv. nr. 1396). Met het zwaar beschadigde uithangende officiaalszegel in groene was. | ||
Derick Esschinck en Robert van Ittersum, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Hermen van den Busche, hun "mederaitsgeselle", als gemachtigde van heer meester Gerit van den Toerne, doctor, deken van het kapittel van Senct Peter te Utrecht, vicaris-generaal etc., en van heer Evert van den Busche, kanunnik van Senct Peter, blijkens de akte van volmacht (regest nr. 18), waar deze akte door gestoken is, aan Wolter van den Busche, neef van meester Geryt en broeder van heer Evert, heeft overgedragen enige jaarlijkse renten en de helft van de zaai- en weidelanden, genoemd Zobbengoed en gelegen in de marke van Diese, waarvan de andere helft toebehoort aan de weduwe van Roloff van Rutenborch; een en ander onder de voorwaarde, dat die goederen bij kinderloos overlijden van Wolter, weer aan meester Gerrit van den Toerne en heer Evert van den Busch zullen vervallen. Origineel charter (inv.nr. 1396). Met de zwaar beschadigde uithangende zegels van de oorkonders in groene was. | ||
Thomas Knoppert en Johan van Tungern, schepenen van Swolle, oorkonden, dat Gese, weduwe van Gerryt van Hasselt met Mauricius van Duimen, als haar momber, getransporteerd heeft aan Bartolt Steynmetzeler en zijn vrouw Gese een huis met een hof, gelegen in De Bunckemaet, waarvan buren zijn Wolter ten Bussche en het klooster Wytenhues en dat voor gelegen is aan de straat en achter aan de sloot en is bezwaard met een jaarlijkse rente van 5 gosslers. Origineel charter (inv. nr. 1332). De beide uithangende zegels van de oorkonders zijn verloren. | ||
Jacob van Tweenhuesen en Geert van den Water, schepenen van Swolle, oorkonden, dat Bartolt Steynmetzeler en zijn vrouw Gese getransporteerd hebben aan Cornelis Wolterssen en zijn vrouw Ave het huis met hof, gelegen in De Bunckemaet, zoals vermeld in de akte (regest nr. 23), waar deze akte door gestoken is, en dat is bezwaard met een jaarlijkse rente van 2 goudguldens. Origineel charter (inv. nr. 1332). De beide uithangende zegels aan de oorkonders zijn verloren. | ||
Engbert Pynnynck, richter te Enschede, oorkondt, dat joffer Catrina van Besten met Bartholomeus van Juchen als haar momber ten overstaan van hem en keurnoten Gert Robertinck en Johan ten Bouhuys getransporteerd heeft aan Wylhem Gelmars en zijn vrouw juffer Anna van Scerpenseel de helft van de erven en goederen Het Wynkel en Het Bouhuys, beide gelegen in het kerspel van Enschede in de buurschap Lonnyker en nog het kwart deel van het erve en goed Elfferkynck, gelegen in het kerspel van Enschede in de buurschap Dryne; met een verklaring van Herman Ramelman, dat hij op verzoek van juffer Catrina van Besten deze akte mede heeft gezegeld. Origineel charter (inv. nr. 1499). Met het beschadigde, uithangende zegel van Herman Ramelman in groene was; het zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Helmich van Tweenhuesen en Tyman die Goyer, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat meester Johan van den Mynnesten en zijn vrouw Alijdt aan Henrick Egbertssen, timmerman, en diens vrouw Belye een stuk land getransporteerd hebben, gelegen buiten de Dieserpoort in de Duijsterstege, enerzijds grenzend aan een stuk land van het Hilligen Geests (H. Geestgasthuis) en anderzijds aan een "berwenwech", voor liggende aan een steeg en achter tegen het land van Lynthorst en bezwaard met een jaarlijkse rente van 2 "stadt ponden". Origineel charter (inv. nr. 1500). De beide uithangende zegels van de oorkonders zijn verloren. | ||
Lucas van Camphuissen en Johan van Haerstsoelte, schepenen van Zwolle, oorkonden, dat Ave, weduwe van Cornelis Wolterssenn, en haar kinderen Wolter, Cornelis, Johanna, Gese en Niese met Wolter, als hun aller momber, getransporteerd hebben aan Henrich Gerssenn en zijn vrouw Gese een huis met hof, gelegen in De Bonckemate, alles zoals vermeld in de akte (regest nr. 23), waar deze akte doorgestoken is. Origineel charter (inv. nr. 1332). De uithangende zegels van beide oorkonders zijn verloren. | ||
Onno Tammyngha, hoofdeling in de Marne, oorkondt, dat Luell Retgers en zijn vrouw Bauwe getransporteerd hebben aan Gheert Kanter en diens vrouw Ave een stuk land, groot 4,5 juk, gelegen in Tuynsterheerdt, grenzend noord aan De Heerenwecht, oost aan het land van "dye Heylgen tho Leens" (de kerk van Leens) en zuid aan de landerijen van Abell Onsta en Herman Leuwe. Origineel charter (inv. nr. 1026). Het uithangend zegel van de oorkonder is verloren. | ||
Thiman de Goyer en Hillebrant ther Khuilen, schepenen van Zwoelle, oorkonden, dat Jacob Duissterbecke, kameraar, aan Claess Ramelman, metselaar, en zijn vrouw Anne getransporteerd heeft het door hen bewoonde huis, waarvan buren zijn Gese Koenerss en Wilbert van Dalffzen en dat voor gelegen is aan de straat en achter aan de Ae en voorts bezwaard is met een tijns van 20 brabantse stuivers en 1 duit ten behoeve van de stad en nog met een jaarlijkse rente van 2 goudgulden. Origineel charter (inv. nr. 1304). Gecancelleerd. De beide uithangende zegels van de oorkonders zijn verloren. | ||
Johan Loese en Jacob Campfherbecke, schepenen van Zwoelle, oorkonden, dat Gerrit Brant en zijn vrouw Merrie tegen 60 goudguldens hebben verkocht aan Derrick van Veene en Wolter Brouwer, als voogden van de kinderen van wijlen Herman Clocken, een rente van 3 goudguldens, van 28 brabantse stuivers het stuk, jaarlijks vervallende op Pasen, uit hun huis en weer, gelegen aan de Vissmarckt, waarvan buren zijn ter ener zijde de erfgenamen van Geert Brouwer en ter ander zijde Arent Geerssen en dat aan de voorzijde grenst aan de straat en achter aan het huis van wijlen meester Henrick Barbier en waaruit reeds een jaarlijkse rente gaat van 22 goudguldens en 1 oort. Origineel charter (inv. nr. 1316). De uithangende zegels van de oorkonders zijn verloren. | ||
Gherdt Canter en zijn vrouw Ave oorkonden, dat zij aan hun nichten Ghelmer Enthens en juffer Menneke Pantzer, de beide jongste dochters van wijlen Luell Pantzer, verkocht en overgedragen hebben het stuk land, groot 4,5 juk, vermeld in de akte (regest nr. 36), waar deze akte is doorgestoken. Origineel charter (inv. nr. 1026). Met het beschadigde, uithangende zegel van de eerste oorkonder in groene was. | ||
Henrick van Holte en Albert Tjaessoen, schepenen van Swolle, oorkonden, dat Bartolt Hillebrantz en zijn vrouw Johanna, Jacob Hillebrantz en zijn vrouw Femme, Johan Hillebrantz en zijn vrouw Renne en Johan Hillebrantz en zijn vrouw Armgart verkocht hebben aan Femme, weduwe van meester Johan van Jerusalem, een jaarlijkse rente van 6 goudguldens, vervallende op Pasen en losbaar met 100 goudguldens, uit hun erve en goed, gelegen te Diese, dat wijlen hun vader bezeten en gebruikt heeft en waarop reeds een jaarlijkse rente is gevestigd van 25 goudguldens. Origineel charter (inv. nr. 1373). Met het licht beschadigde zegel van Henrick van Holte en het gave zegel van Albert Tjaessoen in groene was; beide zegels uithangend. | ||