Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.213 charters
sorteren op:
weergave:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Herman van der Beeck en Wilhelm Marienborch J.U.D. Schepenen doen kond, dat Thonis Albertss, voor zich en als momber zijner vrouw Jenneken Egbertsz, Peter Arentss voor zich en als momber zijner vrouw Aeltgen Albertss, als kinderen van zal. Albert Thoniss, voorts Johan van Deth en Henrick Claessz, als mombers over Gerritgen Albertsz, onmondige dochter van zal. Albert Thonissz, aan Johan ten Have en Wijsse Leussen diens vrouw verkocht hebben eene jaarrente van 9 ggl., krachtens den als transfix bijgevoegden brief. Op perkament. Met de zegels der Schepenen en de handteekening van Secret. Haexberghen. Annex aan No. 1435., 1626. Junij 8 | ||
"Dit zijn die Jaerghetide die de Joufferen in den heilighen geest toe Deuenter tot ewighen tijden holden sullen als hiernae bescrenen staet." In triplo. De volledigste lijst heeft Jo. Lebuini als een der laatste namen, zoodat het slot tot omstreeks 1450 behoort. De 2e, ook op perkament, heeft Gelmar Vicarius onder de laatsten. De 3e, op papier, heeft veel geleden., (Omstr. 1450.) | ||
Johan van Laer en Johan Marquart, Schepenen, doen kond, dat Claeus van Bulderen en Aerne diens vrouw aan Henrick Riet verkocht hebben de jaarrente van 4 overl. R. gl. uit het erve en huis in de Groote Overstraat, tusschen Rotgher Kaerman en Beernt van Hengele den Pelser, waaruit eerst Gaedeken Beker 5 pond geld kl. penn. en een quarte wijns per jaar heeft. Met de zegels der Schepenen., 1449. Des maendages nae des hilgen Cruces dach Juvencionis (5 mei) | ||
Johan Hagen en Albert van Duetinghem, Schepenen te D., doen kond, dat Katherijne, dochter van Dirc Vos, met haren vader als momber, aan de Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis geschonken heeft alle goederen, die zij had of krijgen zoude; met uitzondering alleen, dat zij een huis ervende daarover vrij beschikken mag; en dat de Provisoren daarvoor haar in het Gasthuis opgenomen hebben. Met 2 Schepenzegels., 1439. Op sente poncianus auont (18 november) | ||
Johan van Ockenbroick en Roloff Vos, Schepenen, doen kond, dat Andries die Decker aan het Heilige Geest of Groote Gasthuis al zijne tegenwoordige en toekomende bezittingen geschonken heeft. Met de zegels der Schepenen., 1439. Op sente Cecilien dach (22 november) | ||
Henrick van den Laer, Ambtman in Zalland, verklaart, dat voor hem en gerigtslieden, te Deventer, waar Henrick Swaefken als Rigter hem de aarde gunde, door Herman Hesselssoen den Schoemaker en Wobbe diens vrouw aan Gerit Hakesberg verkocht is 1/6 van het erve en goed Ratting, waarvan aan dezen alleen reeds 1/6 en te zamen met Lubbert Huging de helft toebehoorde, gelegen in het kerspel Batmen, buurschap Dorthe; benevens 1/6 van een kampje land bij het kerkhof te Batmen. Gerigtsluden: Henric van Oeldeneel en Johan van IJperen. Met het zegel des Ambtmans., 1439. Op sente Andries auont (28 november) | ||
Conrat ten Dune en Evert Dircssoen, Schepenen, verklaren, dat Goesen van Raden en Griete diens vrouw, Lambert, Lutgard en Claes, Goesens's broeders en zuster, aan Henrick van Wuerden verkocht hebben 2 g. Reijnoldus gl. per jaar uit 3 halve erven en huizen naast elkander in de Papenstraat, op den hoek der steeg, die uit die straat naar de Diefsteeg loopt, waaruit Griete van Randen 2 pond geld kl. penn. en Kunne Suselers 7 pond geld kl. penn. per jaar hebben. Met de zegels der Schepenen., 1439. Op sente Andries auont (28 november) | ||
Johan van Ockenbroick en Evert Dircssoen, Schepenen, verklaren, dat Herman Hesselssoen de Schomaker en Wobbe diens vrouw aan Geerd Hakesberch verkocht hebben 1/6 van het huis, waarin Wolter ter Waden woont, waarvan aan Geerd 4 deelen behooren en aan Wolter 1/6, gelegen in de Goltstraat, tusschen Werner Hoirnemans en Herman Huijsmans. Met de zegels der Schepenen., 1439. Des donredages na onser lieuer vrouwen dach Concepcionis (10 december) | ||
Henric van den Laer, Ambtman in Zalland, verklaart, dat Wolter van der Waden aan Gheerd Hakesberg verkocht heeft 1/4 van het erve en goed Ratting in het kerspel Batmen, buurschap Dorrethe, waarvan nu Lubbert Huging 1/4 en Hakesberch 3/4 toebehoort , benevens 1/6 van een kampje bij het kerkhof te Batmen. Gerigtslieden: Geerd van Eme van Swolle en Geerloch Hakesberch. Met de zegels van den Ambtman en Wolter., 1439. Des Saterdages na sente lucien dach virginis (19 december) | ||
Johan Twenth en Meijnolt Kuerkamp Schepenen verklaren, dat Egbert van Lunte, Mette zijne vrouw Herman en Henrick zijne kinderen, aan Gheerd van Schelve geheeten Hinckeneue verkocht hebben 9 pond geld kl. penn. per jaar uit een erve en huis op den Berg aan de Kerkmuur in de Roggestraat, tusschen jonge Geerd Rosing en het Bergkerkhof, evenals Geert 9 pond had uit een erve en huis in de Goltstraat, tusschen dat van Herman Huijsman en het huis eertijds van Peter ter Hare. De zegels der Schepenen en de staarten verdwenen; het stuk zeer geschonden. Ook te vinden band AA. fol. CIX., 1428. Op sunte Sijmon ende Juden auont (27 oktober) | ||
Aelbert van der Dernhorst en Golde diens vrouw verkoopen aan Heer Gherijt Visscher, Priester, ten behoeve van het H.G., een stuk land in het kerspel van Twelle, in Veldwijker-marke, voor een edel eigen buiten den IJsseldijk, waarnaast boven geland is het H.G., beneden de erfg. van Tonijs van den Zijle of nu het H.G., en strekkende met het eene einde aan land eertijds van de erfg. van Jacob van Apeltern en met het andere aan Veltwijker meente. Tegenwoordig: Derijc Vos en Willem Vos, als goede lieden. Met de zegels van Aelbert en van Bernt Ludekenzoone, oom van Golde, daar deze geen zegel heeft., 1429. Smanendages naest sente Mauricius dach ende sijne geselscap (26 september) | ||
Schepenbrief, waarbij eene jaarrente gevestigd wordt op een huis in de Papenstraat. Zoo vergaan, dat het niet meer te lezen is. De zegels der Schepenen zijn nog aanwezig., 1430. Des vrijdages nae den Sonnendage Quasimodo (28 april) | ||
Johan Opperheest, Rigter te Raelte, doet kond, dat Lubbert ter Voerhorst en Swene diens vrouw aan Albert ter Voerhorst verkocht hebben 2 stukken lands in Raelterkerspel, geheeten het Birkeuelt en de Medelherpesheghe, met het daaropstaande hout. Gerigtslieden: Roloff ten Laude en Lubbert Weenmerszone Met het zegel des Rigters., 1430. Op onser vrouwen auont Concepcio (7 december) | ||
Henrick Gijsbertsoen en Geertrud diens vrouw bekennen aan Geertrud zal, Goesen Volraets dochter van der Horst schuldig te zijn eene lijftucht van 3 Arnh. gl. per jaar zoolang zij leeft, waarvoor zij verbinden 2 kampen lands in het kerspel Wilp, in Aerderbrueck, den eenen door hen gekocht van Wolter van Mekeren, aan de eene zijde en het eene einde naast land van Aernt Huginck, aan de andere zijde naast land van Gerijt Voss en met het andere einde schietende aan de strate; de andere kamp geheeten de Blanckeoert, waarnaast aan den eenen kant Euert van Wilp geland is en met den anderen kant strekkende op de Wetering en met het eene einde aan den weg, welken kamp Henrick en Geertruid gekocht hadden van Geetruid v.d. H. voornoemd. Ter bede van Henrick en Gertrued, die geen zegel hebben, bezegeld door Euert van der Oije en Lubbert die Heiden., 1432. Des manendaghes na sanct Agathen dach der hilger Joncfrouwen (10 februari) | ||
Gelmer Meijnoltssoen en Herbert Splijtoff, Schepenen, doen kond, dat Dirc Voss en Hadewich diens vrouw aan Henrick ter Molen verkocht heeft 3 oude goude fr. schilden per jaar van 3 heeren pond elk, uit hun woonhuis in de straat, waarmede men gaat van voor de waag naar de Xantpoort, tusschen Arnt die Gijr en Dirc ten Slonde en Strubbenzoon, waaruit eerst Jacob Johansz van Hoerne 5 Arnh. gl. per jaar heeft. Met de zegels der Schepenen. Op de keerzijde heet het huis Powel Rijckers huis aan den Brink., 1432. Des saterdages na Oculi (25 maart) | ||
Johan Opperheest, Rigter te Raelte, doet kond, dat Johan die Dunne ter Voerhorst en Aleijt diens vrouw aan Aelbert ter Voerhorst, hunnen echten zoon, verkocht hebben hun deel aan het eikenhout op het erve ter Voerhorst, met den grond, waarop het staat, uitgezonderd het broek, gelijk de sloot aanwijst. Gerigtslieden: Lubbert Wenemerssoen en Herman Roloffssoen. Met het zegel des Rigters. Op de keerzijde staat: "Dijt heft Henric Bruns gecoft.", 1432. Op sente Michels auont (27 september) | ||
Tideman Gheije, als momber van Nese zijne vrouw doet kond, dat Johan Witappel als een gehuldet man van het Heilige Geest of Groote Gasthuis te goeder tind verzocht heeft, beleend te worden met de grove en smalle tienden over het erve Arnolding in de buurschap Heten, kerspel Raelte, en beleent hem er mede. Stichtsmannen van Utrecht: Henrick van Oenden en Johan Bolle. Met zegel van Gheije., 1434. Op sente Ghartruden auont (16 maart) | ||
Euert Lewenkamp en Johan van Rijssen, Schepenen, doen kond, dat Katherijne Geerd Hugings dochter, met Geerd als momber, en met consent van Wijsse hare moeder, aan de Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis geschonken heeft al wat zij bezat, waarvoor Provisoren haar in het gasthuis opgenomen hebben op voorwaarden als No. 138. Met de zegels der Schepenen., 1434. Des maendages na sente Bonifacius dach (7 juni) | ||
Dirc van Keppel. Ambtman in Salland, doet kond, dat Stine van Rechter met Goedert van Doernic, haren man, en Herman haren zoon, aan de Provisoren van het Heilige Geest of Groote Gasthuis verkocht hebben hun dijkvrij erve de Maet, waarnaast boven geland is Herman Busch, beneden Oetbert van Vbberghen, en met de eene zijde grenzende aan land van het H.G., met de andere strekkende op de Zoestwetering, met 18 roeden wetering, met de grove en smalle tienden; daar het een leen is, zullen verkoopers het voor den leenheer aan de koopers overdragen. Keurnoten: Johan van IJttersim en Wolter ter Waden. Met de zegels van den Ambtman, van Stine, van Godert, van Herman, van Henric Berends en Henric Witappel, de beide laatsten op verzoek van verkooperen er aan gehangen. Op de keerzijde heet het erve Stinenmaet. Ook te vinden band B. bl. 16., 1434. Vp Sunte Marie Magdalenen auout (21 juli) | ||
Frederic van Rechteren, Heer van Voerst, van Asperen en van Keppel, doet kond, dat Stijn van Rechteren, met Goedert van Doirnick haren man en Herman van Rechteren des Ruters zoon en van Stijne, het tiend- en dijkvrij erve en goed de Maet in de buurschap Harxen, kerspel Wije, in zijne hand opgedragen hebben, en dat hij daarop hiermede beleend heeft Henric Splijtoff Herbertsz ten behoeve van het H.G. Beleende mannen: Dirck Bijsschop en Henric Dircssoen. Van het zegel des Leenheerst is bijna niets meer te vinden. Ook te vinden band B. Bl. 16., 1434. Des saterdaghes na sente matheus dach Apostoli et Ewangeliste (24 juli) | ||