Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
1.619 charters
sorteren op:
weergave:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Vidimus door Henricus, deken van het kapittel van St. Jan, van een akte van fundatie door Rocardus de Stella en zijn vrouw Elburg van een vicarie op het H. Kruisaltaar in de Buurkerk in 1298, 1322. Afschrift van een authentiek afschrift van 1376, 1573 | ||
Registre van den incommen, goederen ende erffrenten van den gasthuyse van Ste. Bartholomeus binnen Utrecht, inhoudende afschriften van charters betreffende deze onderwerpen, aangelegd 1580, bijgehouden tot 1614 | ||
Huwelijksvoorwaarden van Gijsbert Gijsbertssoen en Fennekijn Mathijsdochter, houdende o.a. de bepaling, dat bij kinderloos vooroverlijden van eerstgenoemde de door hem aangebrachte roerende goederen aan het St. Maartens-gasthuis zullen komen op den last van vruchtgebruik ten behoeve der weduwe, 1473 | ||
Eigendomsbewijzen van obligatien, tusschen 1701 en 1800 aan het gasthuis overgedragen, 1690-1800 | ||
Inventaris van de charters en andere bescheiden uit het archief van het St. Quintijns-gasthuis, door de broederschap van dit gasthuis aan de executeurs van het testament van Agnes van Leeuwenberch als opvolgers in den eigendom van het St. Quintijns-gasthuis overgegeven, 1564 | ||
Transportakte van twee renten, gaande uit twee perceelen in de Weerd, waarvan de eene van 32½ stuiver en 1 gouden Rudolfs postulaatgulden 's jaars uit een huis aan de westzijde der gracht, 1566, met verklaring van den eigenaar van het andere perceel, dat de origineele akte met transfix bij de aflossing der uit dit perceel gaande rente aan hem is overgegeven en nog onder hem berust, 1604. Afschrift | ||
2½ oude schild 's jaars, gaande uit een huis aan het St. Jansveld, 1433 sept. 24, 1443 febr. 19, 1485 juni 16, 1503 dec. 14 | ||
8 pond, 4 pond, 2 pond 10 schellingen en 3 pond 10 schellingen en ¼ kapoen 's jaars, gaande onderscheidenlijk uit twee kameren achter het Vleeschhuis, twee in de Pauwsteeg, een huis aan de Oudegracht tusschen de Vie- en de St. Jacobsbruggen, en een huis aan de Loefbergmakerstraat, 1494 jan. 23, 1504 mei 9 | ||
Oude eigendomsbewijzen van 1½ hont land van het gasthuis aan de noordzijde van den weg door Abstede, 1376 aug. 21, 1385 nov. 9 | ||
Kwijting van Eerst Taets van Amerongen voor de betaling door het gasthuis van de koopsom van een rente van 12 gouden Rijnse guldens 's jaars uit zijn huis Sachtenborch bij den Schupstoel, 1476 mei 21 | ||
Decreetbrief van het Hof van Utrecht, waarbij de armenpot geeigend wordt aan 2½ morgen land, genaamd het Haverlandt, te Nigtevecht, 1614 nov. 12 | ||
Decreetbrief van het Hof van Utrecht, waarbij het gasthuis als kooper geëigend wordt aan de wegens pachtschuld verkochte materialen van een huis, schuur en hooiberg, aanwezig op land van het gasthuis aan de Blauwkapel, 1606 jan. 13 | ||
Overeenkomst tusschen de gasthuisbroederschap en den executeur der nalatenschap van Jan Poertick, waarbij ten behoeve van het gasthuis een rente van 8 gulden 15 stuivers 's jaars gevestigd wordt op een huis bij de Wittevrouwenpoort, en de broederschap zich verbindt daarvoor iederen zondag een mis te doen lezen en uitkeeringen van wittebrood aan 10 zieken in het gasthuis te doen, 1544 mrt. 23 | ||
Akte van verdeeling van de bouwingen den Hogen Hoff en Opte Woerde met de daartoe behoorende landerijen te Elst in de Over-Betuwe, waarin het gasthuis voor een vierde gedeelte gerechtigd was, 1619 aug. 12 | ||
1626 mrt. 4 | ||
Akte, waarbij de kerkmeesters der Buurkerk verklaren ten behoeve hunner kerk ontvangen te hebben van Wouter van Coelenberch een viertel land te Westbroek, o.a. op voorwaarde van jaarlijks aan de priester van het St. Aachten-altaar 4 pond uit te keeren, 1358 juni 11 | ||
Rentebrief van 33 gulden 's jaars, door Jacob Corneliss. van Velthuyssen geconstitueerd ten behoeve van Mr. Ludolff Hendricxs. van Damme, 1629 nov. 14 | ||
Inventarissen van de charters en losse stukken van het gasthuis, 1629, bijgehouden tot ca. 1700, en (18e eeuw) | ||
Akte, waarbij Heynrick Jansz. van Loenen erkent het onderkostersambt der kerk gepacht te hebben, 1513 mrt. 29 | ||
Akte, waarbij de kerkmeesters zich verbinden, geen nieuwen onderkoster aan te nemen dan op voorwaarde, dat hij voldoende borg stelt voor een verguld-zilveren paas, door Gheertruyt van Amersfoerdt aan de broederschap van Onze Lieve Vrouw ter Nood Gods geschonken en door de kerkmeesters van deze in bewaring genomen, terwijl zij zich tevens verbinden dit stuk niet zonder goedvinden der broederschap te vervreemden, 1524 april 2 | ||