Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
477 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Elect Hendrik van Beieren bevestigt de privilegiën der stad, 1526 nov. 5 | ||
Zoen tusschen bisschop Frederik van Baden en de Staten van het Nedersticht met den graaf van Bueren en zijn zoon Floris van Egmondt, heer tot IJsselstein, uitgevaardigd door keizer Maximiliaan en aartshertog Karel van Oostenrijk, 1511 aug. Met akte, waarbij keizer Karel V dezen zoen bevestigt, 1515 juni 10 | ||
Ruprecht, hertog van Silesië, hofrichter van keizer Karel IV, verzoekt Constantin vom Horn te Keulen, om Johan vom Güldinhaubt, Hainrich vom Berge, burgers van Keulen, en Kuntz Erluwin, die van de stad Utrecht geëischt hebben 2000 mark zilver, volgens uitspraak van het hofgericht te helpen aan het innen dier som van de goederen en personen van die van Utrecht, 1375 febr. 9. Gecancelleerd | ||
Overdracht van een huis in de Springwijck westzijde door Jan de Ridder de maelre aan Jacop Heynrickssoen van Osenbrugge, 1475; hierin zijn opgenomen vidimussen van vier charters betreffende dit huis d.d. 1473, 1474 en 1475. Met overdrachten van dit huis door Jacop Heynrickss. van Osenbrug aan Florens Claessoen, en door diens weduwe en kinderen aan Peter Laurenssoen die maelre d.d. 1477, 1489 (getransfigeerd) | ||
Lijfrentebrief van 21 Filipsguldens van het kerspel van Huizen in Goylandt bij Naarden, ten behoeve van Janna, dochter van Adryaen van Bochorst, 1543. Met transfix, waarbij de proost van St. Salvator de vestiging dezer rente goedkeurt, 1543. 2 charters (getransfigeerd) | ||
Losrentebrief van 3 gouden Filipsguldens van Gerrit Lijster Henricxzoon, uit zijne goederen in het kerspel van Renen, ten behoeve van Herman Vonck Henricxzoon, 1549. Met transfix, houdende overdracht door de dochters van Peter Vonck aan Thonis Lambertsz., 1550 | ||
Memoriale Tijlmanni, kopijboek van charters over 1248-1492 (waarin vele betrekking hebbende op de verhouding van de stad Utrecht tot den bisschop), [2e helft 15e eeuw] | ||
Dit is der stat copiboec. Int jaer ons Heren 1395.. doe wert dit boec ghescreven ende ghemaket, daerin bescreven staen alrehande previlegiën ende vriheden, die de stat vercreghen heeft enz., register van charters over 1040-1477, gemerkt B, aangelegd in 1395 | ||
Keur van schout, schepenen en raden van Utrecht, over het rechten door den raad over vredebraak, 1300 okt. 31 | ||
Elect Jan van Nassau verklaart alle personen, die uit verschillende streken der wereld zich in het bisdom komen vestigen, met hunne nakomelingen vrij, zoodat bij hun dood hunne nalatenschap niet meer aan den bisschop maar aan hunne erfgenamen zal komen, behoudens de bede, door de ‘gravelinge’ jaarlijks aan den bisschop te betalen, 1273. Vidimus van den officiaal van den bisschop, 1328 mei 7 | ||
Wigbold van Holte, aartsbisschop van Keulen, draagt aan den abt van St. Paulus en de pastoors der vier parochiekerken te Utrecht op, om aan het stadsbestuur van Amersfoort op straf van excommunicatie te bevelen, om Rudolph, kanunnik van St. Marie, die, door de burgers van Utrecht naar het hof van Rome gezonden, bij zijne terugkomst door die van Amersfoort gevangen genomen was, binnen veertien dagen los te laten, 1300 juni 29 | ||
Hendrik, abt van St. Paulus te Utrecht, bericht aan Wigbold van Holte, aartsbisschop van Keulen, dat hij op zijnen last het stadsbestuur van Amersfoort heeft verzocht om loslating van Rodulph Scaerpsvert, kanunnik van St. Marie, die door hen gevangen gehouden wordt, doch dat deze verklaard hebben dit niet te kunnen doen dan met verlof van den bisschop van Utrecht en hem voorts met geweld uit de stad verdreven hebben, 1300 juni 26 | ||
Micahel, rector van de halve Buurkerk te Utrecht, en Petrus, kapellaan van den aartsbisschop van Keulen, berichten aan Wigbold van Holte, aartsbisschop van Keulen, dat zij op zijnen last het stadsbestuur van Amersfoort hebben verzocht om loslating van Rodolph Scerpsvert, kanunnik van St. Marie, die door hen gevangen gehouden wordt, doch dat de burgers hen na het uitspreken der bedreiging met den ban uit de stad verdreven en gewond hebben, 1300 juni 26 | ||
Jan, hertog van Lotharingen en Brabant, geeft tot wederopzeggens toe vrijgeleide aan alle Utrechtse kooplieden, die met hunne koopwaren in zijne landen komen, 1302 (1303). Vidimus van bisschop Jacob van Suden, 1319 jan. 19 | ||
Elect Guy van Avesnes van Henegouwen erkent, dat de stad Utrecht hem morgengeld en andere diensten bij het beleg van Horst heeft gedaan uit gunst en niet van rechtswege, 1303 mrt. 27 | ||
Elect Guy van Avesnes van Henegouwen vergunt aan de stad Utrecht, om, als de nood het vereischt, de huizen en gebouwen buiten de muren, waaruit de stad eenig gevaar bedreigt, af te breken, 1303 mrt. 27 | ||
Elect Guy van Avesnes van Henegouwen verklaart, dat hij de burgers van Utrecht en de vreemde kooplieden, die de stad bezoeken, op de Vecht zal beschermen en hen uit zijn slot Vreeland zal helpen, verder dat hij geen nieuwen tol bij Vreeland zal invoeren, 1303 mrt. 27 | ||
Elect Guy van Avesnes van Henegouwen bevestigt het recht der burgers van Utrecht, om hem niet verder te volgen dan de muren der stad, 1303 mrt. 27 | ||
Bisschop Jan van Diest bevestigt de privilegiën der stad, 1323 april 16 | ||
Bisschop Jan van Diest bevestigt den brief der vijf kapittelen, waarbij aan de stad Utrecht voor 700 pond wordt verleend vrijdom van tol in het Sticht en het vrije genot van waag en maat, 1323 april 16 | ||