Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
22 zoekresultaten
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Akte, waarbij Hendrik, aartsbisschop van Keulen, aan de prebenden van Oudmunster toevoegt de kerken van Oud- en Nieuw-Duiveland, Wemeldinge, Kruiningen, Ierseke en Coudewerve, 1233 (na juli) | ||
Akte, waarbij Wilbrandus, bisschop van Utrecht, het klooster St. Marienberg in bescherming neemt en de schenkingen, er aan gedaan, bevestigt , 1233. | ||
Het kapittel van St. Marie en de stad Utrecht maken eene regeling over de verplichtingen van de bewoners der negen kamers en vijf kelders van het groote huis aan de nieuwe gracht, aan het kapittel en de stad behoorende, 1231 okt. 6 | ||
1231 sep. 19. Vidimus door Johannes, proost, en Manwardus, aartsdiaken van Luik, 1261 jan. 5 | ||
1231 sep. 19. Vidimus door de aartsbisschop van Keulen (Koenraad van Hochstaden), 1246 ok. 18 | ||
Akte waarbij Albert, heer van Cuijk, vroegere schenkingen van Albert van Dinther en Amelrik van Heeswijk aan de abdij van Berne bevestigt, met vermelding van andere schenkingen, (kort voor 1233) | ||
Akte van schenking door Hendrik I, hertog van Brabant, aan het convent van Berne van het patronaatsrecht van de kerken van Orthen en Den Bosch, zijn uithof met toebehoren, verlof verpande tienden te lossen, en tolvrijdom en bescherming in zijn land, (c. 1231-1232) | ||
Akte, waarbij Floris IV, graaf van Holland, de door zijn vader Willem I aan de abdij van Berne geschonken tolvrijheid bevestigt, (1233?). Vidimus, 1380, (1233?), 1380 | ||
Frederik van Rheden, broeder van het Duitse huis te Dieren, bericht de pastoor van Ede, het huis Doesburg in de parochie Ede te hebben gegeven aan het klooster Bethlehem (bij Doetinchem) en laat weten waaraan een pachter van dat huis zich heeft te houden inzake levering en betaling van de pacht, 1231-1232 of iets later. N.B. Zie Oorkondenboek van Gelre en Zutphen IV, nr. 1232.12.31. Op de envelop waarin het charter geborgen is staat de aanduiding 'Sloet 527' maar die aantekening is incorrect. | ||
Overeenkomst tusschen schepenen en burgeren van Dutingheim en de kerk van St. Marie te Bethlehem, gesloten op begeerte van Otto graaf van Gelre en door bemiddeling van Richardis abdis van Roermonde, aangaande het regt van opvolging in de tijnsgoederen der kerk, zoo die binnen als buiten de grachten der stad gelegen waren. Testibus hys Richarde abbatissa de Ruremunde, Daniele prothonatario, Arnoldo de Walem, fratre, Frederico de Redhem, Henrico de Monte, Giselberto magistro coquorum, item Wilhelmo preposito, Arnoldo canonico de Bethleem, Amis sacerdote, Henrico Uolgedogh, Ricwino scabino, Bernaldo scab. de Dutengheim, 1231 (vóór september 21) (Ab incarnatione domini anno MCCXXXI). 1 charter en 1 stuk N.B. Zie tevens Sloet 540 en Cartularium (inv.nr. 976) 1. Beschreven in inventaris-Maris, 5. | ||
Akte van approbatie door het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht van de verkoop van enige aan het kapittel cijnsplichtige landeryen te Houthem door Lambertus Sutor aan de kerk van Sint-Gerlach, 1231 | ||
Akte van approbatie door het kapittel van Thorn van de verkoop van enige aan het kapittel cijnsplichtige landerijen te Houthem door Johannes Cruszere aan de kerk van Sint-Gerlach, 1232 | ||
Akte, waarbij paus Gregorius IX het klooster van Sint-Gerlach onder zijn bescherming neemt en in alle bezittingen bevestigt, 1233 | ||
Akte van verlening tolvrijheid op de Rijn, door Hendrik VII, Rooms koning, aan vermoedelijk aan inwoners van 's-Hertogenbosch, behalve aan zijn eigen onderdanen, 1233 | ||
1231 April Florentius, graaf van Hollandia, geeft aan de St. Maria kerk te Middelburg een stuk land vrij van bede in plaats van de 3 pond, haar door 's graven oom, heer Florentius, uit den hof van Flardinge vermaakt, tevens tot memorie voor den graaf zelven, zijne ouders en zijne echtgenoot. Datum anno gratie MCCXXX primo mense Aprili | ||
1232 Maart 26 Florencius, graaf van Hollandia, doet als scheidsrechter uitspraak in het geschil tusschen den abt en het klooster van Middelburg eener- en de poorters aldaar anderzijds over het koopen van wijn en over het gebruik der brug vóór het klooster. Datum Sirixe anno Domini MCCXXX secundo feria VI ante Isti sunt dies | ||
1232 Maart 13 Theodericus, proost en aartsdiaken van den Dom te Traiectum, keurt de verordening van Wilbrandus, bisschop van Traiectum, waarbij Hugo Balduinus' zoon en andere parochianen van Ostcaple bij de parochie Ecclesia Alardi worden overgebracht, goed en herroept de vonnissen, die te dier zake tegen Hugo c. s. mochten zijn uitgesproken. Datum anno Domini MCCXXXII III idus Martii | ||
Akte waarbij keizer Frederik II graaf Otto II bevestigt in het bezit van de rijkslenen die diens vader bezeten had, 1231.11. 1 charter N.B. Voor edities en regesten: Meij, Gelderse charters, 49. | ||
Aflaatbrief van Paus Gregorius IX, ten behoeve van het klooster Ter Hunnepe, 1232. | ||
Akte waarbij keizer Frederik II de verdeling der banken van Sint-Servaas tussen de proost en het kapittel goedkeurt, dat nl. de proost alleen Mechelen en Tweebergen behoudt en dat de overige banken aan het kapittel komen, 1232 april | ||