Digitale Charterbank Nederland
De Digitale Charterbank Nederland (DCN) is een centraal dataportal waarin uiteindelijk de gegevens van alle in de Nederlandse archiefinstellingen bewaarde charters in één zoekactie kunnen worden doorzocht. Het portal is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en DE REE archiefsystemen te Groningen, die de digitale toegangen van een groot deel van de Nederlandse archieven beheert. De derde partner in het project, dat werd ondersteund door NWO, was Het Utrechts Archief. Voorts is actieve medewerking verleend door het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het Nationaal Archief en veel andere archiefdiensten.
‘Charter’ is de archiefterm voor een afzonderlijk stuk perkament of papier, lees verder
8.999 charters
sorteren op:
Titel | Datum | |
---|---|---|
Testament van de gezusters Rolina, Gesina en Aldegonda Draper, waarbij zij hun neef Georgius Draper tot universeel erfgenaam aanstellen, 1778. | ||
Akte van aanstelling door de staten-generaal van Herman Knoppert tot kapitein van een compagnie in het tweede bataillon van het lijfregiment Oranje-Friesland, 1757. | ||
Akte van schuldbekentenis door Seina Elisabeth van Laer, weduwe van Herman Jan Grubbe, ten behoeve van Frans van Oldeneel en zijn vrouw, waarbij zij leengoederen te Fleringen, richterambt Ootmarsum, tot zekerheid stelt, 1683. | ||
Kwitantie van Jacob Marienborg voor de erfgenamen van Oldeneel wegens de betaling van een kapitaal, 1697. Met een retroactum, 1682. | ||
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Anna van Oldeneel en Gerard van Woldenborch, waarbij de bruid ondermeer verklaart uitgeboedeld te zijn wegens de haar toekomende erfenissen, met name die van haar overleden moeder Anna van Oldeneel, 1688. | ||
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Hendrik van Oldeneel en Margaretha van Oldeneel, 1740. | ||
Akte van belening van Maria Idaletta Gansneb genaamd Tengnagel met het erve en goed Leeuwerikshave, leenroerig aan het stift Essen, 1745. | ||
Akte van transport door Bernardus Onias en zijn vrouw Maria Winters aan Arend van Oldeneel en zijn vrouw Cecilia ten Holthe, van drie morgen land genaamd het Coopmanscampje, in het Lierderbroek, 1650. Met een kwitantie voor de betaling der 50e penning, 1660. | ||
Akte van transport door Johanna, Theodora, Catharina en Thomas van Hoevel aan Hendrik Frans van Oldeneel tot de Heerenbrink van het erve en goed het Lierderholthuis, 1723. | ||
Akte van transport door Pieter Brouwer en zijn vrouw Margaretha Koks aan Margaretha de Sweerssen van een huis, 1734. | ||
Akte van transport door Pyr Willem van Sytzama en zijn broers Jan Andries en Feico Dominicus, aan Jan Boldewijn de Sweerssen van een huis, 1744. | ||
Akte waarbij Stephania Aleyda Schimmelpenninck van der Oye, weduwe van Willem Frans van Doetinchem, ten behoeve van Catharina Ter Borch de havezate Boskamp tot zekerheid stelt voor een geldlening. Gecancelleerd, 1720. | ||
Akte van belening van Willem Jan Knoppert met de tienden over het erve de Riete, leenroerig aan het huis Keppel, waarbij tevens toestemming verleend wordt dezen te verkopen aan Jan Rietman, 1783. | ||
Akte van transport door Catharina van Rijnders aan Maria Christina Knoppert van een huis, 1720. | ||
Akte van belening van Cornelia Simona van Doetinchem met het erve Misvoorde, leenroerig aan de kleine leenkamer van het huis Almelo, 1765. | ||
Akte waarbij de Sallandse ambtman van het stift Essen toestemming verleent aan Gerrit Lucas om het erve Vlierkate te bezwaren ten behoeve van Michaël Helmich, 1791. | ||
Akte van belening van Anna Catharina Mensink met het erve en goed Hermelink, leenroerig aan de provincie Overijssel, 1679. | ||
Akte van transport door Chrstiaan Carel Gedde en zijn vrouw Anna Catharina Bourrichter aan Hendrik Weghuis van een koeschare op Schellerhoek in Assendorp, 1707. | ||
Akte van transport door Jan Engberts en zijn vrouw Heiltje Tonnys aan Derk Lucasz Pepersak van een hofje buiten de Diezerpoort, 1677. | ||
Akte van belening van Arend Sloet tot Tweenijenhuizen met vier morgen land in dieze, genaamd het Hoge Laer, leenroerig aan het stift Essen, 1707. | ||